Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR9778
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR9778/1
Regeling vervallen per 01-01-2015
Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2014
Intitulé
Boeteverordening Wet Inburgering NieuwkomersBoeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers
vastgesteld 13 september 2004
Behoort bij raadsvoorstel ‘Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers’.Nr. 2004-057
De raad van de gemeente Zeist;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 augustus 2004;gelet op het advies van de raadscommissie Samenleving van 1 september 2004;
gelet op artikel 18, zevende lid van de Wet Inburgering Nieuwkomers, artikel 18 van de Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;overwegende dat het opleggen van boetes bij het niet nakomen van uit de Wet Inburgering Nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen bij verordening geregeld dient te worden;besluitvast te stellen: de “Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers”.
Artikel 1 Begripsbepaling
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Wet Inburgering Nieuwkomers (Staatsblad 1998; 261);
- b.
nieuwkomer: een persoon als genoemd in artikel 1, aanhef en onder a van de wet;
- c.
WWB: Wet werk en bijstand;
- d.
bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;
- e.
maatregel: het verlagen van de bijstand of langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid van de WWB;
- a.
-
2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 2 Opdracht college
Het college van burgemeester en wethouders neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.
Artikel 3 Afstemming en dringende redenen
-
1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen. De boete wordt opgelegd als de nieuwkomer naar het oordeel van het college zich gedraagt in strijd met artikel 2, 4, vierde lid, 8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10 derde lid of 12, eerste lid van de wet.
-
2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen bestuurlijke boete opgelegd.
Artikel 4 Bepaling hoogte van de boete
-
1. De bestuurlijke boete bedraagt als standaardhoogte éénmalig € 220; dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
-
2. Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.
-
3. De bestuurlijke boete wordt verdubbeld, indien de nieuwkomer zich binnen 12 maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging
Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Indien de nieuwkomer bijstand op basis van de WWB
ontvangt, blijft een bestuurlijke boete achterwege als voor diezelfde gedraging een maatregel is opgelegd.
Artikel 6 Nadere regels
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers gemeente Zeist.
Toelichting
Algemene toelichting
In de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaats vindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 18 tot en met 20).
De inburgeringsverplichtingen kunnen echter ook deel uitmaken van aan een bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen, dan vindt sanctionering plaats door een verlaging van de uitkering. Omdat bijstands- gerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd (zowel een boete als een korting op de uitkering) is ter voorkoming daarvan in de WIN een anticumulatiebepaling opgenomen.
(zie artikel 5.)
Sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen vindt dus op twee verschillende manieren plaats. Om te voorkomen dat het op twee verschillende manieren sanctioneren van dezelfde wettelijke bepalingen leidt tot verschillende sancties was tot 1 januari 2004 in een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van de WIN geregeld de hoogte van de boetes geregeld. De hoogte van de boetes sloten aan bij het Maatregelenbesluit Abw, IOAW, en IOAZ.
Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) ingevoerd. Op grond van de WWB dient de gemeente het sanctiebeleid bij het niet voldoen aan verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in de Maatregelenverordening. Zodra deze Maatregelenverordening wordt ingevoerd vervalt het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ.
Vanwege het vervallen van laatstgenoemd Maatregelenbesluit dient de boete op grond van de WIN op een andere wijze te worden vastgelegd. In de Invoeringswet Wet werk en bijstand is dan ook een wijziging van de WIN geregeld. Deze wijziging houdt onder andere in dat regels over de hoogte van de WIN-boetes vastgelegd dienen te worden in een gemeentelijke verordening
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.
Artikel 2 Opdracht college
In dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de WIN dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt.
Overigens wordt in artikel 17 van de WIN bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. Zij hoort de nieuwkomer en tracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen.
Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt door het college een boete opgelegd op grond van artikel 18 van de WIN. In dit artikel wordt ook bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.
Artikel 3 Afstemming en dringende redenen
Er wordt een boete opgelegd als de nieuwkomer zich gedraagt in strijd met de in de WIN opgenomen verplichtingen. De betreffende artikelen genoemd in het eerste lid geven de verplichtingen aan.
In het tweede lid wordt aangegeven dat er van een bestuurlijke boete kan worden afgezien als het strijdige gedrag niet verwijtbaar is.
Artikel 4 Bepaling hoogte van de boete
Bij bepaling van de hoogte van de boete ad € 220 gedurende een maand, is aansluiting gezocht bij de Maatregelenverordening gemeente Zeist onder artikel 11, volzin onderdeel c ‘Categorie 3’ en artikel 12, 1e lid onder c.
Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.
Het boetebedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met een percentage volgens de CBS-standaard ‘Stijging van de kosten van gezinsconsumptie’.
Het derde lid bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedraging binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging.
Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Het kan niet zo zijn dat de nieuwkomer twee keer voor hetzelfde strijdige gedrag wordt gesanctioneerd. Dit artikel stelt dat de nieuwkomer met een uitkering wordt afgestemd volgens de maatregelenverordening en niet volgens de boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers.
Artikel 6 Nadere regels
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.
Artikel 8 Citeertitel
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl