Regeling vervallen per 10-03-2020

Mandaatregeling 2006

Geldend van 01-02-2006 t/m 09-03-2020

Intitulé

Mandaatregeling 2006

Mandaatregeling 2006

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, alsmede de burgemeester van de gemeente Zeist, ieder voor zover het betreft hun bevoegdheden,

gelet op:

  • -

    het bepaalde in de Gemeentewet en hoofdstuk 10, afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het bedrijfsplan van de gemeente Zeist, waarin is vastgesteld dat de bevoegdheden dienen te worden overgedragen naar een zo laag mogelijk hiërarchisch niveau binnen de organisatie;

  • -

    het bij dit besluit gevoegde organogram van de ambtelijke organisatie;

overwegende dat:

- in het bij dit besluit behorende overzicht van bevoegdheden, in de kolom “gemandateerde”, is aangeduid aan welke functionaris wordt gemandateerd:

Besluiten:

Artikel 1

De uitoefening van de in het bij dit besluit behorende overzicht vermelde bevoegdheden op te dragen aan de daarbij aangegeven functionarissen, met dien verstande dat besluiten op bezwaarschriften daarbuiten blijven.

Artikel 2

Onder “bevoegdheden”, naast de mandaten, tevens te verstaan de “volmachten” en/of “machtigingen”, voor zover die in het bij dit besluit behorende overzicht van bevoegdheden zijn genoemd.

Artikel 3

  • 1. Indien bij een namens burgemeester en wethouders te nemen besluit het beleid van het college is betrokken, leggen de functionarissen aan wie de bevoegdheden zijn gemandateerd, de zaak ter nadere besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het 1e lid wordt het beleid van burgemeester en wethouders in elk geval geacht bij een te nemen besluit te zijn betrokken:

    • a)

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;

    • b)

      indien er, behoudens zaken met een routinematig karakter, rekening mee moet worden gehouden dat het college van burgemeester en wethouders op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c)

      indien het te nemen besluit betrekking heeft op een inrichting, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage van inrichtingen die een potentieel risico van gevaar in zich hebben dan wel op een (nieuwe) inrichting, bedrijf of locatie die niet genoemd is in deze lijst, maar waarvan bij een calamiteit een gevaarlijke uitstraling naar de omgeving kan worden verwacht;

    • d)

      indien uit het te nemen besluit financiële gevolgen kunnen voortvloeien die leiden tot overschrijding van de budgettaire kaders;

    • e)

      indien de betrokken portefeuillehouder of de burgemeester (in zijn hoedanigheid van bestuurlijk coördinator) zulks kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 4

  • 1. Indien bij een namens de burgemeester te nemen besluit het beleid van deze is betrokken, leggen de functionarissen aan wie de bevoegdheden zijn doorgemandateerd, de zaak ter nadere besluitvorming voor aan de burgemeester.

  • 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het 1e lid wordt het beleid van de burgemeester in elk geval bij een te nemen besluit te zijn betrokken:

    • a)

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;

    • b)

      indien er, behoudens zaken met een routinematig karakter, rekening mee moet worden gehouden dat de burgemeester op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c)

      indien het te nemen besluit betrekking heeft op een inrichting, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage van inrichtingen die een potentieel risico van gevaar in zich hebben dan wel op een (nieuwe) inrichting, bedrijf of locatie die niet genoemd is in deze lijst, maar waarvan bij een calamiteit een gevaarlijke uitstraling naar de omgeving kan worden verwacht;

    • d)

      indien uit het te nemen besluit financiële gevolgen kunnen voortvloeien die leiden tot overschrijding van de budgettaire kaders;

    • e)

      indien de burgemeester of de gemeentesecretaris zulks kenbaar heeft gemaakt.

  • 3. Ingeval van financiële consequenties als bedoeld onder d) is besluitvorming door het college noodzakelijk.

Artikel 5

Indien de uitoefening van een bevoegdheid uitmondt in een besluit of in een ander schriftelijk stuk, dan worden deze stukken als volgt getekend:

“Burgemeester en wethouders van Zeist,

Namens dezen,”

gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris, diens handtekening en diens naam.

Dan wel

“Burgemeester van Zeist,

Namens deze,”

gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris, diens handtekening en diens naam.

Artikel 6

Verzoeken om informatie van strikt feitelijke aard worden afgedaan door de ambtenaar binnen wiens taakveld de aard van de informatie valt.

Artikel 7

In geval van afwezigheid van de functionaris, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze uitgeoefend door de, als vervanger aangewezen, functionaris.

Artikel 8

Waar in het bij dit besluit behorende overzicht sprake is van directeuren, wordt mede gedoeld op de commandant brandweer alsook het hoofd concernstaf..

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2006.

  • 2. Met ingang van 1 februari 2006 vervallen alle eerdere besluiten omtrent bevoegdheden over afdoening en ondertekening met betrekking tot de in dit besluit genoemde onderwerpen.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatregeling 2006”.