Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Zevenaar 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Zevenaar 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wwb; b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar; c. de raad: de gemeenteraad van Zevenaar; d. sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogd een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of het doorbreken van een sociaal isolement.

Hoofdstuk 2 Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 Wwb, met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste een inkomen zoals bedoeld in artikel 35 lid 9 Wwb, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

  • 2. Uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met maatschappelijke participatie zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking voor categoriale bijstand op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 4 Bijdrage voor ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs

  • 1. Het college verleent categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van maatschappelijke participatie in het kader van het voortgezet onderwijs.

  • 2. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 100,00 per kind per jaar.

Artikel 5 Bijdrage voor sport en sociaal culturele activiteiten (Welzijnsfonds)

  • 1. Het college verleent categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van sport en sociaal culturele activiteiten.

  • 2. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 150,00 per kind per jaar.

Artikel 6 Bijdrage voor de actie Kinderen doen mee

1.Het college verleent categoriale bijzondere bijstand in natura ten behoeve van sport, educatie, cultuur en recreatie. 2. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 100,00 per kind per jaar.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

  • 2. Het college beslist in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2012

Artikel 9 Citeerwijze

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Zevenaar 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar gehouden op 29 februari 2012.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

Algemene toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Zevenaar 2012

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst.

Artikel 8 lid 1 onderdeel g van de Wwb bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d Wwb).

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand kan uitsluitend verstrekt worden aan mensen met een inkomen van maximaal 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 Wwb).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de Verordening moet worden gewijzigd.

Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald dat onder sociaal-culturele, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

In artikel 8 lid 2 onderdeel d Wwb is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’. In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Dit volgt ook uit artikel 3 lid 2 van deze verordening. In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.

Artikel 3 Voorwaarden

In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 Wwb. In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet. Het betreft: - het behoren tot de doelgroep zoals neergelegd in artikel 35 lid 5 Wwb: een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind;

-het hebben van een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4 Bijdrage voor ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs

In artikel 4 is de bijdrage voor ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs geregeld. Het gaat hierbij om de kosten van deelname aan een schoolreisje, schoolexcursies en schoolavonden, etc.

Artikel 5 Bijdrage voor sport en sociaal culturele activiteiten (Welzijnsfonds)

In artikel 5 is de bijdrage voor sport en sociaal culturele activiteiten geregeld. Het gaat hierbij om de kosten van contributies van sport-, culturele- en jeugdverenigingen, lesgelden voor de muziekschool, volksuniversiteit, etc.

Artikel 6 Bijdrage voor de actie Kinderen doen mee

In artikel 6 is de bijdrage voor de actie Kinderen doen mee geregeld. Het gaat hierbij om waardebonnen, toegangskaartjes voor allerlei activiteiten in Zevenaar en omgeving. Zoals een optreden of jeugdvoorstelling in het Musiater, een kinderfeestje of cursus fotografie bij de Volksuniversiteit, zwemmen in het Lentebad, een dagje naar het Openluchtmuseum, een bezoek aan Burgers Zoo, etc.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Dit artikel regelt dat het college in bijzondere gevallen en in gevallen waarin deze regeling niet voorziet, kan afwijken van de verordening.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 9 Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.