nr 06.02 Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaats Angerlo

Geldend van 27-01-2005 t/m heden

Intitulé

nr 06.02 Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaats Angerlo

Beheersverordening Algemene Begraafplaats Angerlo

De raad van de gemeente Angerlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 1997, nummer 97/287;

gelet op artikel 35, tweede lid van de Wet op de Lijkbezorging;

overwegende, dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats Angerlo;

besluit vast te stellen de volgende:

verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaats Angerlo

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Begraafplaats: de algemene begraafplaats Angerlo;

  • b.

    Eigen graf: een graf waarvoor aan een natuulijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • c.

    Eigen urnenput: een urnenput waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • d.

    Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • e.

    Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    Grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • g.

    Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • h.

    Rechthebbende: de rechthebbende op een graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrip eigen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder “eigen graf” mede verstaan een eigen urnenput.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden afgesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijden dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijpaden; b. sneller dan 10 km per uur.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken enhet ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met de werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als een werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of het openen van een urnenput voor bezorging van as, en het daarna sluiten, alsmede het bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een eigen graf, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 13, tweede lid.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: a. Op werkdagen van 09.00 uur tot 16.00 uur. b. Op zaterdag van 09.00 uur tot 14.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven en urnen

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven: a. Eigen graven. b. Eigen urnenputten.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  • 1. De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 12 Termijnen eigen graven

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de persoon genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant. Overschrijving op vezoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichte redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschijving ten name van een ander is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gesteld termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 14 Afstand doen van graven

Zonder afspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk V Grafbedekking

Artikel 15 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 16 Grafbeplanting

Nietblijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 17 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan de rechthebbende uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie vergunning als bedoeld in artikel 15 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien: a. geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken; b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 18 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien wordt nagelaten de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan dandat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 19 Dagelijks onderhoud door gemeente

  • 1. Het dagelijks onderhoud van de graven en de daarbij behorende grafbedekkingen wordt door of vanwege de gemeente verricht.

  • 2. Onder dagelijks onderhoud wordt niet verstaan vernieuwing of herstelling, het verrichten van metselwerk, het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken, het verven of bijverven van voorwerpen of het leveren van planten en bloemen.

  • 3. Aan een rechthebbende op een grafruimte kan op schriftelijk verzoek door burgemeester en wethouders toestemming worden gegeven het onderhoud, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zelf te verrichten of te doen verrichten. Deze toestemming wordt tot wederopzegging verleend, maar wordt ingetrokken wanneer het onderhoud niet naar genoegen van burgemeester en wethouders plaatsvindt.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven en urnenputten

Artikel 20 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis gebracht van de belanghebbenden, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven op een daartoe bestemde, afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. De rechthebbende op een graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnenput kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII Inrichting register

Artikel 21 Voorschriften

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk VIII Klachten

Artikel 22 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 3. Burgemeester en wethouders maken de beslissing terstond bekend aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk IX Slotbepalingen

Artikel 23 Overgangsbepaling

  • 1. De rechten en plichten met betrekking tot graven die voortvloeien uit eerdere regelgeving worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

  • 2. In afwijking van het eerste lid blijven verleende rechten voor onbepaalde duur op een graf onder deze verordening bestaan.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen dag in werking.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening Algemene Begraafplaats Angerlo 1997.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 1997.

De raad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter,