Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

De raad van de gemeente Zevenaar;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en de vigerende marktverordening;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgeld” wordt op grond van het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet een recht geheven voor het uitstallen van goederen of koopwaren tijdens de wekelijkse markt.

Artikel 2 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene, die de goederen of koopwaren uitstalt of de in artikel 3 bedoelde ruimte gebruikt.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1. Het marktgeld wordt bepaald aan de hand van de ingenomen ruimte.

  • 2. Onder ingenomen ruimte wordt mede begrepen de ruimte, welke wordt ingenomen door voertuigen waarmede koopwaren worden aan- c.q. afgevoerd, alsmede de ruimte welke wordt ingenomen voor opslag van een reservevoorraad van koopwaren, al dan niet op of in voertuigen, tafels, e.d. geplaatst.

  • 3. Het aantal strekkende meters wordt berekend over de grootste lengte van de ingenomen ruimte.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1. Het marktgeld bedraagt voor een dagstandplaats, als bedoeld in de Marktverordening Zevenaar, per dag:

    • a.

      € 2,90 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een maximale diepte van de ingenomen ruimte van 2½ meter, met dien verstande dat het minimum marktgeld € 11,60 per standplaats bedraagt;

    • b.

      indien de diepte van de ingenomen ruimte op enig punt meer bedraagt dan 2½ meter wordt het tweevoud van het onder a genoemde marktgeld geheven.

  • 2. Het marktgeld voor een vaste standplaats, als bedoeld in de Marktverordening Zevenaar, bedraagt per kalenderkwartaal:

    • a.

      € 29,80 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een maximale diepte van de ingenomen ruimte van 2½ meter, met dien verstande dat het minimum marktgeld € 119,20 per standplaats bedraagt;

    • b.

      indien de diepte van de ingenomen ruimte op enig punt meer bedraagt dan 2½ meter wordt het tweevoud van het onder a genoemde marktgeld geheven.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Voor zover het marktgeld per dag wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een dag. Ingeval het marktgeld per kalenderkwartaal wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per kwartaal verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingkwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingkwartaal aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel dertiende gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde rechten als er in dat kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingkwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel dertiende gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde rechten als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in artikel 4, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het in gebruik nemen van de ruimte.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, eerste lid, dient te worden voldaan op het tijdstip van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. Het marktgeld, bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient te worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Het kwijtscheldingsbeleid is geregeld in de regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 12. Overgangsrecht

Met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum, worden de volgende verordeningen ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

  • a.

    De 'verordening marktgeld 2017', vastgesteld door de gemeenteraad van Rijnwaarden bij raadsbesluit van 20 december 2016;

  • b.

    De ‘Herziene verordening marktgelden 2017’, vastgesteld door de gemeenteraad van Zevenaar bij raadsbesluit van 29 november 2017.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening marktgeld 2019.'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2018.

De griffier,

De voorzitter,