Regeling vervallen per 01-07-2021

Drank- en Horecaverordening 2019 Gemeente Zevenaar

Geldend van 25-10-2019 t/m 30-06-2021

Intitulé

Drank- en Horecaverordening 2019 Gemeente Zevenaar
  • -

    Drank- en Horecaverordening 2019 gemeente Zevenaar;

  • -

    De raad van de gemeente Zevenaar;

  • -

    Gelezen het voorstel van burgemeester d.d. 22 augustus 2019;

  • -

    Gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 4, 25b, 25c, 25d en 26 van de Drank- en Horecawet.

Besluit

Vast te stellen de volgende verordening

1. Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a.

    De wet:

    Drank- en Horecawet.

    b.

    Terras:

    Het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt.

    c.

    Vergunning:

    De vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet.

    d.

    Bezoeker:

    Een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

    - leidinggevenden in de zin van de wet;

    - personen die dienst doen in de inrichting;

    - personen van wie de aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

    e.

    Paracommerciële inrichting:

    Een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 1 van de wet.

    f.

    Paracommerciële rechtspersoon:

    Een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap (NV) of besloten vennootschap (BV), met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van het horecabedrijf.

    g.

    Bijeenkomst van persoonlijke aard:

    Bijeenkomst, waarbij meestal zwak-alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houdt met de activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke.

    h.

    Horecabedrijf:

    Een bedrijf als bedoeld in artikel 1 van de wet.

    i.

    Feestdagen:

    Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, eerste en tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Kerstdag, de dag dat de Koning zijn verjaardag viert en Bevrijdingsdag.

  • 2. Voor de toepassing van de verordening wordt onder de overige begrippen verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

2. Bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Gereserveerd.

Artikel 4 Toelatingsleeftijden tot alle horecalokaliteiten en terrassen

Gereserveerd.

Artikel 5 Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

3. Aanvullende bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend in bepaald gebouwen

Artikel 6 Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank

Gereserveerd.

4. Aanvullende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen

Artikel 7 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

  • 1. De schenktijden in de gemeente Zevenaar bij paracommerciële inrichtingen zijn één uur voor de aanvang en tot twee uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.

  • 2. Tijdens de onder lid 1 genoemde schenktijd mag in de paracommerciële inrichting uitsluitend zwak-alcoholhoudende drank worden verstrekt.

Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

Gereserveerd.

Artikel 9 Privébijeenkomsten en bijeenkomsten derden

  • 1. Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen.

  • 2. Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

Artikel 10 Verbod verstrekken van sterke drank

Het is verboden in paracommerciële inrichtingen sterke drank te verstrekken.

Artikel 11 Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

  • 1. Een paracommerciële rechtspersoon geeft bij de aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf nadere informatie over de doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon en de doelgroep waarop de rechtspersoon zich richt.

  • 2. Hiertoe verstrekt de paracommerciële rechtspersoon een afschrift van de statuten en het bestuursreglement als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet.

5. Bepalingen voor de detailhandel

Artikel 12 Prijsacties detailhandel

Gereserveerd.

Artikel 13 Voorschriften slijterijen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een slijtersbedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

6. Tijdelijke verstrekkingsverboden

Artikel 14 Algeheel tijdelijk verstrekkingsverbod

Gereserveerd.

Artikel 15 Tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente

Het is verboden gedurende maximaal 7 aaneengesloten dagen in een/de door de burgemeester aangewezen gebied(en) bedrijfsmatig of gratis alcoholhoudende dranken te verstrekken.

Artikel 16 Tijdelijk verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

Het is verboden gedurende maximaal 23 aaneengesloten uren in door de burgemeester aangewezen tijdsruimten bedrijfsmatig of gratis alcoholhoudende dranken te verstrekken.

7. Ontheffingen

Artikel 17 Mandatoire ontheffingen

  • 1. De burgemeester verleent op aanvraag ontheffing van de in artikel 9 gestelde verboden.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffingen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 18 Facultatieve ontheffingen

  • 1. De burgemeester kan op aanvraag permanent, dan wel tijdelijk, ontheffing verlenen van de in artikel 10 gestelde verbod. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden;

  • 2. Een aanvraag voor een ontheffing wordt uiterlijk zes weken voorafgaand aan de te houden activiteit ingediend bij het college.

  • 3. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard op aanvraag voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de in artikel 7 en 9 gestelde verboden en beperkingen.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffingen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 19 Intrekkingsgronden ontheffing

De in artikel 17 en 18 bedoelde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden zijn na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist, of

  • c.

    zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen, of

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of

  • f.

    indien de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Artikel 20 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door de burgemeester aangewezen toezichthouders.

8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

    • a.

      de ontheffingen die tot dat tijdstip door het College van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester zijn verleend;

    • b.

      de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een bezwaarschrift is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 22 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De opgenomen artikelen 1, 6, 7, 8, 10, 11 en 12 van de ‘Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013’, vastgesteld bij raadsbesluit op 17 december 2013, in te trekken.

  • 2. Deze verordening treed in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Drank- en Horecaverordening gemeente Zevenaar 2019’.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit Z/19/337315/912287 dd 09-10-2019

Toelichting

De toelichting op de verordening DHW bestaat uit deel A en deel B. Deel A bevat een algemene toelichting op de verordening. Daarbij wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:

  • -

    DHW en het toezicht erop;

  • -

    onderdelen van een effectief lokaal alcoholbeleid.

Deel B bevat een artikelsgewijze toelichting op de verordening.

A Algemene toelichting

1. DHW

De DHW ordent de distributie van alcoholhoudende drank. De wet bestaat sinds 1964. Kern van de wet is dat alcoholgebruik kan leiden tot gezondheidsschade, overlast en ongevallen. Daarom is een gemeentelijke vergunning vereist voor het schenken van alcoholhoudende drank in de horeca en de verkoop van sterke drank in slijterijen. Voor de detailhandelsverkoop van zwak-alcoholhoudende drank is geen vergunning vereist.

De DHW stelt voor het verkrijgen van een vergunning enkele eisen: leidinggevenden dienen te voldoen aan leeftijdseisen (21 jaar of ouder), zedelijkheidseisen (geen crimineel verleden) en eisen ten aanzien van kennis en inzicht in verantwoord verstrekken (Verklaring Sociale Hygiëne). Ook de inrichting zelf moet aan enkele basiseisen voldoen.

Om het alcoholgebruik onder jongeren zoveel mogelijk te helpen voorkomen, kent de DHW leeftijdsgrenzen.

Aan jongeren onder de 18 jaar mag geen zwak-alcoholhoudende drank (gedistilleerd met minder dan 15% alcohol) worden verkocht. De leeftijdsgrens voor sterke drank (gedistilleerd met 15% alcohol of meer) ligt tevens bij 18 jaar. Alle verstrekkers van alcohol (barkeepers, slijters, caissières en dergelijke) dienen de leeftijd van jongeren vooraf vast te stellen.

Sinds 1 januari 2013 is het toezicht op de naleving van de DHW bij de gemeente belegd. Het uitgangspunt hierbij is dat gemeenten het toezicht efficiënt in kunnen zetten en vaker toezicht kunnen uitoefenen. De burgemeester is het bevoegd gezag en wijst de nieuwe gemeentelijke toezichthouders aan. De gemeenteraad heeft mogelijkheden om op lokaal niveau invulling te geven aan het alcoholbeleid.

In de DHW is opgenomen dat jongeren onder de 18 jaar strafbaar zijn als alcohol aanwezig is of voor consumptie gereed hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Deze landelijke strafbepaling heeft een drieledig doel. Ten eerste is het een beschermingsmaatregel, waarmee het alcoholgebruik onder jongeren (onder de 18 jaar) wordt tegengegaan. Ten tweede is het een ordemaatregel, waarmee overlastgevend drinkende jeugd op straat kan worden aangepakt. Ten derde is de bepaling een antwoord op het veel voorkomende fenomeen dat een oudere persoon alcohol koopt en deze in de horeca of op straat doorgeeft aan een jongere onder de leeftijdsgrens. Het verbod geldt niet voor het aanwezig hebben van alcoholhoudende dranken in supermarkten en slijterijen. Daar is immers geen indirecte verstrekking en/of consumptie ter plaatse. Het geldt wel voor het aanwezig hebben (of voor consumptie gereed hebben) van alcoholhoudende drank in zowel horeca als paracommerciële inrichtingen.

Het verkopen en schenken van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar kan via de DHW worden aangepakt. Supermarkten en andere detailhandelaren die binnen één jaar drie keer betrapt worden op het verkopen van alcohol aan jongeren onder de leeftijdsgrens kan het tijdelijk worden verboden om alcoholhoudende drank te verkopen. De burgemeester kan een alcoholverkoopverbod van één tot twaalf weken opleggen. De horeca- en slijterijvergunning kan al na één overtreding worden geschorst. Het toezicht op de DHW is afhankelijk van lokale regels over alcohol en de communicatie over deze regels naar de burger, naar ondernemers en naar verenigingen. Inbedding van het toezicht op alcoholmatiging in het lokale beleid is daarom essentieel.

4. Onderdelen van effectief lokaal alcoholbeleid

Integraal

Lokaal alcoholbeleid levert zowel gezondheidswinst als economische winst op. Het kenmerkt zich door een samenhangend geheel van maatregelen en interventies op het terrein van volksgezondheid en veiligheid. Het is tevens gebouwd op interventies die gedurende een langere tijd worden uitgevoerd. Het Zevenaarse lokale alcoholbeleid beoogt de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen en bevat een combinatie van preventie- en handhavingsdoelstellingen. Het toepassen van een integrale benadering vanuit de betrokken beleidsdisciplines binnen de gemeente is essentieel voor de uitvoering van het lokale alcoholbeleid.

Drie beleidspijlers

Een effectief lokaal alcoholbeleid kent drie pijlers:

  • 1.

    regelgeving;

  • 2.

    educatie (en bewustwording);

  • 3.

    handhaving.

Hoe effectief de pijler Regelgeving wetenschappelijk gezien ook is, het is vrijwel onmogelijk de pijler regelgeving lokaal goed in te zetten zonder hulp van de pijlers Educatie en bewustwording en Handhaving. Een regel zonder voldoende handhaving is een loze regel. Handhaving is essentieel om de regelgeving effectief te maken. Hetzelfde geldt voor educatie.

Educatie en bewustwording (onder meer via de social media) is dan vooral ook nodig om draagvlak te creëren voor de te nemen maatregelen. De uitleg dat regels niet bedoeld zijn om het ondernemers, verenigingen of ouders lastig te maken, maar dat regelgeving nodig is ter bescherming van de volksgezondheid en veiligheid is heel belangrijk. Bewustwording van de risico’s van alcoholgebruik zal bijdragen aan het draagvlak voor beleid en regelgeving onder betrokkenen (zowel medewerkers van ketenpartners als ondernemers, ouders en jongeren).

Het omgekeerde geldt echter ook: aandacht voor educatie en bewustwording zonder duidelijke regels en toezicht op deze regels is zinloos. Louter educatie inzetten in de vorm van voorlichting is niet voldoende om schadelijk drinkgedrag effectief te veranderen.

B Artikelsgewijze toelichting

1. Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 van de verordening is een aantal begripsbepalingen opgenomen.

Eerste lid

Dankzij de begripsbepaling ‘de wet’ kan op diverse plaatsen in de verordening verwezen worden naar de DHW. Uit de omschrijving blijkt dat het ‘terras’ onderdeel uitmaakt van de inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, maar dat dit niet gelegen is in het besloten deel van de inrichting. In de begripsbepaling ontbreekt dat een terras in de openlucht moet zijn gelegen, daar er immers ook sprake kan zijn van een terras in een overdekte winkelstraat. Een terras kan sta- of zitgelegenheid bieden en het moet zijn toegestaan dat daar spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. De hier gebruikte begripsbepaling sluit naadloos aan bij de andere begripsbepalingen van de DHW.

De begripsbepaling ‘vergunning’ verwijst naar artikel 3 DHW. Het gaat om de door het bevoegd gezag verleende vergunningen om een horecabedrijf en/of slijtersbedrijf uit te oefenen.

De begripsbepaling ‘bezoeker’ heeft betrekking op eenieder die zich in een inrichting bevindt waarin het horeca- of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van leidinggevenden (exploitant, bedrijfsleider, beheerder) en dienstdoende personen, zoals barpersoneel, keukenhulpen, schoonmakers en portiers. Verder zijn uitgezonderd personen van wie de aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

De begripsbepaling ‘paracommerciële inrichting’ staat voor alle kantines die door paracommerciële rechtspersonen in eigen beheer worden geëxploiteerd. Paracommerciële rechtspersonen richten zich per definitie primair op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. De exploitatie in eigen beheer van de kantine is overigens een nevenactiviteit voor de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.

Tweede lid

Voor de niet in het eerste lid genoemde begrippen die in deze verordening worden gebruikt wordt verwezen naar de begripsbepalingen opgenomen in artikel 1 DHW. De vigerende wetstekst is te vinden op overheid.nl.

2. Bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

In artikel 2 van de verordening is opgenomen dat de burgemeester bevoegd is voorschriften te verbinden aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen. Deze voorschriften die de burgemeester stelt zijn:

  • ter bescherming van de volksgezondheid, en/of;

  • in het belang van de openbare orde, en/of;

  • ter bevordering van de naleving van artikel 20 DHW (waarin onder meer leeftijdsgrenzen worden gesteld voor de verstrekking van alcoholhoudende dranken).

In de verordening is de burgemeester met betrekking tot horecabedrijven uitsluitend de bevoegdheid gegeven de alcoholverstrekking aan voorschriften te verbinden. Hij krijgt niet de bevoegdheid de verstrekking te beperken tot zwak-alcoholhoudende drank.

Voorschrift die burgemeester kan verbinden aan vergunning voor horecabedrijf

Toelichting

Ter bescherming van de volksgezondheid

Gevarieerde drankenkaart verplicht stellen houdt in dat er, naast alcoholhoudende dranken, voldoende betaalbare niet-alcoholhoudende alternatieven moeten worden aangeboden (fris, water, thee, koffie).

In het belang van de openbare orde

Ten behoeve van de veiligheid en bescherming van de volksgezondheid kan het aantal bezoekers dat tegelijkertijd in de inrichting aanwezig mag zijn worden gemaximeerd.

Ter bevordering naleving van artikel 20 DHW

Zorgvuldig en effectief toepassen van polsbandjes systemen: het stellen van eisen aan het aantal entrees en het aantal portiers.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Gereserveerd.

Artikel 4 Toelatingsleeftijden tot alle horeacalokaliteiten en terrassen

Gereserveerd.

Artikel 5 Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

3 Aanvullende bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend in bepaalde gebouwen

Artikel 6 Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank

Gereserveerd.

4 Aanvullende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen

Een paracommerciële rechtspersoon is een rechtspersoon, geen NV of BV zijnde, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Hieronder vallen onder meer: sportkantines, dorps- en buurthuizen, kerkelijke centra, et cetera.

In deze paragraaf wordt uitvoering gegeven aan artikel 4 DHW waarin aan gemeenten wordt opgelegd in een verordening regels vast te stellen voor paracommerciële inrichtingen. De regels hebben als doel het voorkomen van oneerlijke mededinging en gelden bij het verstrekken van alcoholhoudende drank. De volgende onderwerpen moeten volgens de wet in elk geval geregeld worden:

  • -

    schenktijden voor alcoholhoudende drank;

  • -

    schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard (bruiloften en partijen);

  • -

    schenken van alcoholhoudende dranken tijdens bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.

Volgens de memorie van toelichting bij de wijziging in 2014 van de DHW mogen de lokale regels rond paracommercialisme naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon verschillend zijn. Dit betekent dat schutterijen andere regels kunnen worden opgelegd door de gemeente, dan sportverenigingen of buurthuizen. Wel is uitdrukkelijk opgenomen dat het niet is toegestaan onderscheid te maken tussen stichtingen en verenigingen uit Nederland en die uit andere lidstaten, evenals rechtspersonen uit de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.

Artikel 7 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Artikel 7 is gebaseerd op artikel 4 (derde lid onder a) DHW. Dit artikel behandelt de schenktijden in paracommerciële inrichtingen. In voorliggende verordening is gekozen om voor deze inrichtingen de schenktijden vast te stellen op één uur voor, tijdens en twee uur na de hoofdactiviteit.

Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

Gereserveerd.

Artikel 9 Privébijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Artikel 9 van deze verordening heeft betrekking op de alcoholverstrekking door paracommerciële rechtspersonen tijdens gelegenheden die niet direct verbonden zijn aan de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon zelf, zoals bruiloften en partijen, maar ook vergaderingen van bijvoorbeeld politieke partijen of goede doelen organisaties.

Artikel 4 DHW bevat onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank.

Deze regels moeten onder meer betrekking hebben op in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard (artikel 4, derde lid onder b, van de wet) en op in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn (artikel 4, derde lid onder c, van de wet). Met dit artikel wordt aan de verplichting om dit bij gemeentelijke verordening te regelen voldaan. In artikel 17 en 18 zijn twee ontheffingsmogelijkheden voor artikel 9 opgenomen.

Eerste lid

Het eerste lid heeft betrekking op het verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, ook indien het personen betreft die direct betrokken zijn bij de betreffende paracommerciële rechtspersoon.

Tweede lid

Het tweede lid heeft betrekking op het verstrekken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken. Het gaat hier bijvoorbeeld om vergaderingen van een politieke partij of goede doelen organisatie of een bijeenkomst van een projectontwikkelaar die informatie verschaft over geplande bouwactiviteiten.

Artikel 10 Verstrekken van sterke drank

Dit artikel verbiedt het schenken van sterke drank in paracommerciële inrichtingen. De gemeente Zevenaar heeft daarvoor als basisbepaling gekozen omdat paracommerciële inrichtingen veel door jongeren worden bezocht. Bovendien is het wenselijk een duidelijk onderscheid te maken tussen paracommerciële en commerciële inrichtingen.

Wel kan door de burgemeester tijdelijk of permanent een ontheffing van dit verbod worden verleend, eventueel met voorschriften en beperkingen (zie artikel 18, lid 1). Dit maakt maatwerk mogelijk. Het ‘nee, tenzij principe’ geniet uit preventief oogpunt de voorkeur. Bovendien wordt daarmee oneerlijke concurrentie zoveel mogelijk tegengegaan.

Artikel 11 Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

Dit artikel verwijst naar de aanvullende informatie die de paracommerciële rechtspersoon overlegd. Deze informatie betreft de informatie over doelstelling van en doelgroep waarop de rechtspersoon zich richt. De statuten en bestuursreglement als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet

5 Bepalingen voor de detailhandel

Artikel 12 Prijsacties detailhandel

Gereserveerd.

Artikel 13 Voorschriften slijterijen

In artikel 13 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester bevoegd is bij het verlenen van vergunningen voor de uitoefening van het slijtersbedrijf voorschriften aan de vergunning te verbinden.

De voorschriften die de burgemeester stelt zijn:

  • ter bescherming van de volksgezondheid en/of

  • in het belang van de openbare orde en/of

  • ter bevordering van de naleving van artikel 20 DHW (waarin onder meer leeftijdsgrenzen worden gesteld voor de verstrekking van alcoholhoudende dranken).

In de toelichting bij artikel 2 van deze verordening is reeds aangegeven dat artikel 25a DHW gemeenten de mogelijkheid biedt bij verordening te bepalen dat de burgemeester vooraf (dus bij de afgifte van de vergunning) voorschriften aan een vergunning kan verbinden of de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Dit kan worden bepaald voor horeca- en slijterij-vergunningen. In artikel 13 van de verordening wordt de burgemeester bevoegd voorschriften aan slijterij vergunningen te verbinden. Hij krijgt niet de mogelijkheid de slijterijvergunning te beperken tot zwak-alcoholhoudende drank.

Voorschrift die burgemeester kan verbinden aan vergunning voor een slijterijbedrijf

Toelichting

Ter bescherming van de volksgezondheid

Eisen stellen ten aanzien van de uitstalling van drank buiten de inrichting. Bijvoorbeeld het verbieden van de uitstalling van drank buiten de inrichting als de slijterij is gevestigd binnen een straal van 200 meter van een school met veel leerlingen onder de 18 jaar.

In het belang van de openbare orde

Eisen stellen ten aanzien van het maximaal aantal klanten: voor de veiligheid kan het aantal klanten dat tegelijkertijd in de inrichting aanwezig mag zijn worden gemaximeerd.

Ter bevordering naleving van artikel 20 DHW

- Eisen toegangscontrole op bepaalde tijdstippen: bijv. Aan einde van zaterdagmiddag moet bij de deur op leeftijd worden gecontroleerd.

- Eisen effectieve leeftijdscontrole toegepast: inzet controlesystemen die bewezen vrijwel sluitend te zijn (leeftijdscontrole op afstand).

6 Tijdelijke verstrekkingsverboden

Artikel 25a DHW geeft de gemeenteraad de verordende bevoegdheid om de verstrekking van alcohol in inrichtingen waarin het horecabedrijf of slijtersbedrijf wordt uitgeoefend bij verordening (tijdelijk) te verbieden of te beperken. Artikel 25c DHW geeft de gemeenteraad de verordenende bevoegdheid om de verstrekking van alcohol op andere plaatsen dan in de horeca en slijterij bij verordening tijdelijk te verbieden of te beperken.

De burgemeester heeft de bevoegdheid om voor een aantal dagen of uren een tijdelijk verstrekkingsverbod op te leggen. Op basis van een (risico)beoordeling ten aanzien van het alcoholgebruik kan hij dit verbod opleggen voor het gehele grondgebied van de gemeente of een deel ervan. Deze bevoegdheid geldt voor artikel 14, 15 en 16.

Artikel 14 Algeheel tijdelijk verstrekkingsverbod

Gereserveerd.

Artikel 15 Tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente

Artikel 15 is vrijwel identiek aan artikel 14. Het enige verschil is dat in dit artikel de burgemeester de bevoegdheid heeft aan te wijzen in welk deel van de gemeente het tijdelijke verstrekkingsverbod zal gelden. Ook bij een tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente is het wenselijk deze maatregel ruim van te voren te besluiten en bekend te maken. Dit verbod alleen van toepassing verklaren voor de horeca, respectievelijk voor de detailhandelsverkoop is eenvoudig mogelijk door de toevoeging van ‘voor gebruik ter plaatse’, respectievelijk ‘voor gebruik elders dan ter plaatse’.

Artikel 16 Tijdelijk verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

Artikel 16 van deze verordening bevat een tijdelijk verstrekkingsverbod voor bepaalde uren. Ook hier zal de gemeenteraad weer de periode dan wel het evenement moeten omschrijven en krijgt de burgemeester de bevoegdheid aan te wijzen gedurende welke uren het verbod precies zal gelden.

7 Ontheffingen

In paragraaf 7 zijn de mogelijkheden opgenomen tot het geven en/of verkrijgen van ontheffingen van de in deze verordening gestelde verboden, voorschriften en beperkingen. Het betreft de gemeentelijke bepalingen genomen op grond van artikel 4 en artikel 25a, 25b, 25c en 25d DHW. Het gaat uitdrukkelijk niet om ontheffingen op grond van artikel 35 DHW. De regels ten aanzien van dit DHW-artikel is opgenomen in het gemeentelijk evenementenbeleid. De mogelijkheden om ontheffingen te verkrijgen van verboden en/of voorschriften op grond van deze verordening zien er schematisch als volgt uit:

Ontheffing

Mandatoir

Facultatief

Permanent

Artikel 91

Artikel 6

Artikel 10

Tijdelijk

Artikel 6

Artikel 7 (max. 12 dagen)

Artikel 8 (max. 12 dagen)

Artikel 9 (max. 12 dagen)

Artikel 10

Artikel 17 Mandatoire ontheffingen

Artikel 17 regelt de mandatoire ontheffingen van het verbod om in paracommerciële inrichtingen alcohol te schenken tijdens privébijeenkomsten en het verbod om alcohol te schenken tijdens bijeenkomsten van derden. Als een paracommerciële rechtspersoon die zelf een kantine beheert daarom vraagt en kan aantonen dat er geen sprake is van effectieve concurrentie moet de burgemeester een ontheffing van die verboden verlenen.

Eerste lid

Na de inwerkingtreding van de gewijzigde DHW op 1 januari 2013 hebben gemeenten niet meer de plicht voorafgaand aan elke vergunningverlening de plaatselijke en regionale omstandigheden te onderzoeken. Daarvoor is in de plaats gekomen de wettelijke plicht voor de gemeente een verordening over paracommercie op te stellen.

Tweede lid

In het tweede lid is bepaald dat de ontheffing, ook al is die mandatoir, niet stilzwijgend wordt verleend indien de burgemeester te laat of niet reageert op een aanvraag op een ontheffing. Het stilzwijgend verlenen van een ontheffing omdat de gemeente binnen de vereiste termijn niet heeft gereageerd of beslist is derhalve niet van toepassing.

Artikel 18 Facultatieve ontheffingen

In artikel 18 van deze verordening worden de facultatieve ontheffingen van de burgemeester opgesomd.

Eerste lid

In het eerste lid gaat het om ontheffingen van de verboden in artikel 10 van deze verordening. Het betreft het verbod op het schenken van sterke drank in paracommerciële kantines. De burgemeester kan een tijdelijke ontheffing verlenen, maar ook een ontheffing die in principe permanent is. Aan al deze ontheffingen kan de burgemeester voorschriften en beperkingen verbinden. Overwegingen die hierbij een rol kunnen spelen zijn de aard van de rechtspersoon, de doelgroep waar die rechtspersoon zich op richt en de vraag of er sprake is van concurrentie met reguliere commerciële horecabedrijven.

Tweede lid

Conform artikel 4, lid 4 DHW is een ontheffing voor het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken buiten de vastgestelde schenktijden mogelijk, als er sprake is van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. Ook kan ingevolge artikel 4, lid 4 DHW-ontheffing worden verleend voor in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon zijn betrokken. De DHW verplicht paracommerciële rechtspersonen de ontheffing of een afschrift daarvan in de inrichting aanwezig te hebben.

Derde lid

In het derde is bepaald dat het stilzwijgend verlenen van de facultatieve ontheffingen niet van toepassing is.

Artikel 19 Intrekkingsgronden ontheffing

Alle ontheffingen, de mandatoire en de facultatieve, kunnen door de burgemeester worden ingetrokken of gewijzigd. De situaties waarin dat mogelijk is staan in artikel 19 van deze verordening opgesomd.

Artikel 20 Toezicht

Ten behoeve van het toezicht op de naleving van de wet benoemd de burgemeester gemeentelijke toezichthouders.

8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Overgangsrecht

Eerste lid

In het eerste lid is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de plaatselijke verordening voor paracommerciële rechtspersonen de voor die categorie inrichtingen nieuwe gemeentelijke bepalingen van kracht zijn. Op verzoek zendt de burgemeester een paracommerciële rechtspersoon een gewijzigde vergunning met daarin de aangepaste voorschriften en beperkingen.

Tweede en derde lid

Op aanvragen met betrekking tot een vergunning, ontheffing en bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van de nieuwe verordening.

Artikel 22 Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van de Drank- en Horecaverordening 2019 gemeente Zevenaar is de dag nadat deze is gepubliceerd bij overheid.nl.


Noot
1

Als ontbreken van effectieve concurrentie wordt aangetoond.