Beleidsregels coffeeshops gemeente Zevenaar 2019

Geldend van 06-11-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels coffeeshops gemeente Zevenaar 2019

De burgemeester van de gemeente Zevenaar,

Overwegende dat:

  • -

    De burgemeesters van de voormalige gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar in 1998 een nulbeleid hebben vastgesteld ten aanzien van de vestiging van coffeeshops in die gemeenten;

  • -

    De gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar op 1 januari 2018 zijn opgegaan in de gemeente Zevenaar. Op basis van de Wet algemene regels herindeling worden uiterlijk binnen twee jaar na de herindeling alle beleidsregels opnieuw door het bevoegd gezag vastgesteld;

  • -

    Het opnieuw vaststellen van beleidsregels inzake coffeeshops ter uitvoering van de Opiumwet en artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting van de Algemene Plaatselijke Verordening gewenst is;

Gelet op:

  • -

    Artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2018 gemeente Zevenaar;

  • -

    De Opiumwet;

  • -

    Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

De beleidsregels coffeeshops gemeente Zevenaar 2019 vast te stellen.

Artikel 1 Nulbeleid coffeeshops

  • 1. In de gemeente Zevenaar mogen geen coffeeshops worden gevestigd. Met andere woorden: er worden geen exploitatievergunningen op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening en/of gedoogverklaringen afgegeven voor coffeeshops, omdat:

    • a.

      Vestiging van een coffeeshop niet past bij het karakter van de gemeente Zevenaar;

    • b.

      De vestiging van een coffeeshop de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat van de gemeente in negatieve zin aantast;

    • c.

      De productie en handel van drugs moet worden bestreden;

    • d.

      Coffeeshops in de grensregio een extra aanzuigende werking hebben op gebruikers uit het buitenland;

    • e.

      Het (regelmatige) gebruik van softdrugs een risico is voor de volksgezondheid en daarmee zoveel als mogelijk voorkomen moet worden;

    • f.

      De directe confrontatie met coffeeshops en daarmee het ‘normaal vinden’ van softdrugsgebruik wordt voorkomen;

    • g.

      Voorkomen dient te worden dat met name jongeren in aanraking komen met drugs;

    • h.

      De gebruiker uit Zevenaar gebruik kan maken van de coffeeshops in centrumgemeente Arnhem;

    • i.

      De toekomstige gesloten coffeeshopketen in Arnhem een versterkend effect kan hebben op drugs gerelateerde overlast bij coffeeshops in de omgeving.

Artikel 2: Intrekking

Het softdrugsbeleid De Liemers 1998 gemeente Zevenaar en het softdrugsbeleid De Liemers 1998 gemeente Rijnwaarden wordt ingetrokken.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden één dag na bekendmaking in werking.

Artikel 4: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als de ‘Beleidsregels coffeeshops gemeente Zevenaar 2019’.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester van gemeente Zevenaar op 30 oktober 2019.

De burgemeester van gemeente Zevenaar,

drs. L.J.E.M. van Riswijk

Toelichting beleidsregels coffeeshops gemeente Zevenaar 2019

Inleiding

De burgemeesters van de voormalige gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar hebben in 1998 een nulbeleid vastgesteld ten aanzien van de vestiging van coffeeshops in die gemeenten. Deze gemeenten zijn in 2018 opgegaan in de gemeente Zevenaar. Op basis van de Wet algemene regels herindeling (artikel 28 Wet arhi) worden uiterlijk binnen twee jaar na de herindeling alle beleidsregels opnieuw door het bevoegd gezag vastgesteld. Zo ook het coffeeshopbeleid.

De burgemeester van de gemeente Zevenaar staat continuering van het nulbeleid voor ten aanzien van de vestiging van coffeeshops. Dat wil zeggen dat geen enkele vestiging van een coffeeshop zal worden toegestaan. Dit beleid is in het verleden afgestemd met de omliggende gemeenten en met het Openbaar Ministerie en de politie in de Liemerse driehoek. In de beleidsregels wordt het nulbeleid van de gemeente Zevenaar opnieuw vastgelegd.

Juridisch kader

  • -

    Artikel 172, eerste lid van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde.

  • -

    Op grond van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.

  • -

    Coffeeshops zijn voor het publiek openstaande gebouwen zoals bedoeld in artikel 174 Gemeentewet en worden omschreven als openlijke verkooppunten van cannabis dan wel softdrugs.

  • -

    De artikelen 2 en 3 van de Opiumwet stellen het in- en uitvoeren, telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van de onder de wet vallende verdovende middelen strafbaar.

  • -

    Artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bepaalt dat de burgemeester bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. Dit geldt ook als in een woning of lokaal of op een erf voorwerpen of stoffen aanwezig zijn die bestemd zijn voor onder meer het telen of bereiden van drugs.

  • -

    De burgemeester kan op basis van een zogenaamd nulbeleid op basis van artikel 13b van de Opiumwet de toestemming tot vestiging van een coffeeshop weigeren.

  • -

    Artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid.

  • -

    Voor het uitbaten van een coffeeshop is een exploitatievergunning op grond van artikel 2:28, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (APV) en een zogenaamde gedoogverklaring vereist.

  • -

    Een exploitatievergunning kan worden geweigerd op grond van artikel 2:28, tweede en derde lid van de APV.

  • -

    Handhaving vindt plaats door middel van het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom.

Beleidsuitgangspunt

In de beleidsregels wordt door de burgemeester een nulbeleid ten aanzien van de exploitatie van coffeeshops vastgesteld.

Overwegingen

De overwegingen om een zodanig nulbeleid vast te stellen, zijn de volgende:

1. Beleid gemeente Zevenaar

De voormalige gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar kenden voorheen ieder afzonderlijk een nulbeleid ten aanzien van de vestiging dan wel exploitatie van coffeeshops. Met het vaststellen van deze beleidsregels wordt dit beleid in de nieuwe gemeente Zevenaar voortgezet.

2. Niet passend binnen de gemeente

In verband met het kwalitatief hoogwaardige woon- en leefklimaat van de gemeente Zevenaar en de grootstedelijke problematiek in Arnhem is het aantal inwoners sinds de jaren zeventig aanzienlijk gestegen. Teneinde de grootstedelijke problematiek elders te ontlopen, hebben veel nieuwe inwoners bewust gekozen voor vestiging in één van de kernen van de gemeente Zevenaar. Ondanks het gegeven dat door de herindeling een grotere gemeente is ontstaan, wijzigt het karakteristieke van de gemeente niet: een gemeente bestaande uit vele dorpskernen. Op grond hiervan is er geen reden aan te wijzen om, vanwege de bestuurlijke samenvoeging, het nulbeleid te verlaten door over te gaan tot het gedogen van één of meerdere coffeeshops.

Hierbij wordt opgemerkt dat in de herindelingsgemeenten, volgens landelijke cijfers, 9% minder drugs wordt gebruikt dan het landelijk gemiddelde en wordt gesignaleerd dat relatief minder cannabis wordt gebruikt. De keuze voor de komst van een coffeeshop zou deze situatie aanmerkelijk kunnen doen keren.

3. Aantasting woon- en leefklimaat

Gemeenten worden steeds vaker geconfronteerd met overlastproblemen veroorzaakt door drugsgebruik en drugshandel. Hierbij wordt gevreesd voor zowel overlast door de effecten van het drugsgebruik als ongewenste neveneffecten zoals overlast door criminaliteit, vervuiling en sociale onveiligheid. Daarnaast brengen verkooppunten van softdrugs bij inwoners gevoelens van onveiligheid teweeg. Hieruit kan worden afgeleid dat een coffeeshop, dan wel meerdere coffeeshops, door deze aanhoudende overlast en het cumulatieve effect hiervan een ernstige aantasting inhouden van het woon- en leefklimaat en/of de openbare orde ontoelaatbaar nadelig beïnvloeden. Bovendien is in het integraal veiligheidsbeleid de aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijning één van de strategische thema’s. Veelal is ondermijning en georganiseerde criminaliteit verbonden aan de drugsproductie en -verkoop. Met de beleidsregels artikel 13b Opiumwet staat de gemeente Zevenaar voor een krachtige aanpak van de illegale handel in soft- en harddrugs.

4. Aanzuigende werking

In de Liemers heeft elke gemeente een nulbeleid met betrekking tot de vestiging van coffeeshops. Het gedogen van coffeeshops in de gemeente Zevenaar zou een aanzuigende werking hebben met de daarbij gepaard gaande drugs gerelateerde overlast op personen van buiten de gemeente; het zogenaamde drugstoerisme. Bovendien heeft de vestiging en exploitatie van een coffeeshop in Zevenaar vanwege de geografische ligging een sterke aantrekkingskracht op drugsgebruikers uit Duitsland, ondanks het ingezetenencriterium. De gemeente Zevenaar is gelegen aan de A12 tussen Arnhem en de Duitse grens en de gemeente grenst ook zelf direct aan de Duitse grens.

5. Bescherming van de (jeugdige) inwoners van Zevenaar

Al geruime tijd vindt een structurele inzet plaats met betrekking tot de bestrijding van drugsgebruik in de meest ruime zin van het woord. Deze inzet wordt gepleegd vanwege de constatering dat jeugdigen al op jonge leeftijd met drugsgebruik in aanraking komen. Jongeren zijn een kwetsbare groep waarvan de gevolgen van alcohol- en drugsgebruik verstrekkende gevolgen kunnen hebben op zowel de (geestelijke) gezondheid als op het sociale leven. Bij jongeren in de groei kunnen depressies, angstbeelden, schizofrenie en blijvende (hersen)schade het gevolg zijn van incidenteel dan wel regelmatig drugsgebruik. Daarnaast wordt een vroege startleeftijd van cannabisgebruik in verband gebracht met een verhoogd risico op het later ontwikkelen van psychische stoornissen, afhankelijkheid/verslaving, gebruik van harddrugs en mogelijke cognitieve stoornissen.

Jongeren die frequent cannabis gebruiken, spijbelen meer en zijn minder gemotiveerd. Dit kan leiden tot schooluitval. Cannabis heeft ook een negatieve invloed op de concentratie en het kortetermijngeheugen hetgeen de schoolprestaties niet ten goede komen. Daarom is het in het belang van de gezonde ontwikkeling van kwetsbare jongeren de verkoop en het gebruik van softdrugs te beperken. Het weren van coffeeshops uit onze gemeente is één van de middelen om dat te bereiken. In dit kader wordt benadrukt dat een eventuele gedoogde coffeeshop, die zich aan de gestelde regels houdt, niet aan jongeren onder de 18 jaar verkoopt. Deze belangrijke doelgroep blijft dus afhankelijk van de illegale handel. Het gedogen van een coffeeshop lost de illegale handel dus niet op.

Het nulbeleid beoogt aldus een drempel op te werpen zodat jongeren niet direct de gelegenheid wordt geboden om kennis te maken met softdrugs en/of softdrugsgebruik ‘normaal gaan vinden’ met alle gevolgen van dien. Uitgaande van een vraag door minderjarigen naar softdrugs betekent ieder extra handelspunt een risico op een toename van drugs gebruikende jongeren. Ook kan de zeer onwenselijke situatie ontstaan dat in de nabijheid van een coffeeshop de drugs aan minderjarigen worden doorverkocht (de zogenaamde straathandel).

6. Ontwikkelingen

In het regeerakkoord is afgesproken dat er een experiment komt met de teelt en verkoop van hennep of hasjiesj voor recreatief gebruik. Dit moet plaatsvinden in een gesloten coffeeshopketen, vrij van criminaliteit. Het doel van het experiment is om te bekijken of een gesloten coffeeshopketen mogelijk is. Daarnaast wil het kabinet laten onderzoeken wat de effecten van het experiment zijn op de criminaliteit, veiligheid, overlast en de volksgezondheid. De ministers van Justitie en Veiligheid en de minister van Medische Zorg hebben hiertoe het wetsvoorstel ‘Wet experiment gesloten coffeeshopketen’ opgesteld.

De afspraak in het regeerakkoord is ontstaan na een al langer lopende discussie over de werking van het huidige gedoogbeleid. Tijdens het experiment zal het in maximaal tien gemeenten mogelijk zijn om in de coffeeshops legaal geproduceerde hennep te verkopen. Deze hennep moet gecontroleerd zijn op kwaliteit. De hennep wordt geproduceerd door ten hoogste tien telers. Deze telers worden hiervoor door de ministers aangewezen. Coffeeshops in de gemeenten die meedoen aan het experiment mogen alleen legaal geproduceerde hennep verkopen. En telers die meedoen mogen alleen aan die coffeeshops verkopen. Dit is wat wordt bedoeld met een gesloten coffeeshopketen. Inmiddels is duidelijk dat centrumgemeente Arnhem deel zal nemen aan het landelijke ‘wietexperiment’. Het experiment start vanaf 2021 en zal minimaal vier jaar duren. Gebruikers uit Zevenaar kunnen daarmee in de toekomst terecht bij elf coffeeshops in Arnhem, waar legaal geproduceerde cannabis wordt verkocht. De gevolgen van dit experiment voor de omgeving zijn nog onbekend, maar de verwachting bestaat in ieder geval dat het gedogen van een coffeeshop (zonder gesloten coffeeshopketen) in de nabijheid van de coffeeshops in Arnhem (met straks een gesloten coffeeshopketen) tot een extra toename leidt van drugs gerelateerde overlast.

Handhaving

Met verwijzing naar het juridisch kader, is voor het uitbaten van een coffeeshop een exploitatievergunning conform artikel 2:28 van de APV en een gedoogverklaring vereist. Een exploitatievergunning kan worden geweigerd op grond van artikel 2:28, tweede en derde lid van de APV.

Het nulbeleid zal stringent worden gehandhaafd. De productie en handel van (soft)drugs is illegaal en de gemeente Zevenaar tolereert dit niet. De burgemeester baseert het nulbeleid op artikel 13b van de Opiumwet dat uitgaat van een actieve handhaving achteraf door het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.

Met toepassing van deze beleidsregels, waarin het nulbeleid ten aanzien van coffeeshops wordt weergegeven, zal de burgemeester een exploitatievergunning en/of een gedoogverklaring weigeren overeenkomstig de genoemde overwegingen.