Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

  • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Artikel 2 Aanschaf fiets

  • Artikel 3 Fiets en Vervoermanagement

  • Artikel 4 Voorwaarden

  • Artikel 5 Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen

  • Artikel 6 Aansprakelijkheid werkgever

  • Artikel 7 Ontslag

  • Artikel 8 Slotbepaling

  • Bijlage bij Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

  • 1

    Deelnemer: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, uitgezonderd artikel 2:5 lid 1 sub b van de CAR/UWO.

  • 2

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer

  • 3

    Fiets: het fiets in eigendom van de deelnemer die gebruikt wordt ten behoeve van woon-werkverkeer.

  • 4

    Accessoires: met de fiets samenhangende zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer*.

  • 5

    Bronnen: de arbeidsvoorwaarden waartegen een fiets geruild kan worden zijnde:

    • a

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte vakantie-uren, zoals bepaald in artikel 4a:1 van de CAR/UWO;

    • b

      een aanwending van de bruto vakantietoelage;

    • c

      een aanwending van de bruto eindejaarsuitkering;

    • d

      een aanwending van de bruto levensloopbijdrage;

    • e

      een aanwending van een deel van het bruto salaris;

    • f

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte leeftijdsdagen, zoals bepaald in artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Verlof.

  • 6

    Vakantie-uren: de vergoeding voor elk op grond van artikel 4a:1 lid 1 verminderd vakantie-uur overeenkomend met de hoogte van het salaris per uur dat de deelnemer geniet bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 7

    Eindejaarsuitkering: de uitkering zoals gedefinieerd in artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 8

    Vakantietoelage: de toelage zoals gedefinieerd in artikel 6:3 van de CAR/UWO.

  • 9

    Levensloopbijdrage: de bijdrage zoals gedefinieerd in artikel 6a:7 van de CAR/UWO.

  • 10

    Bezoldiging: bezoldiging zoals omschreven in artikel 1 lid 9 van de Uitvoeringsregeling Bezoldiging en beloning.

  • 11

    Salaris: salaris zoals omschreven in artikel 3:1 van de CAR/UWO.

  • 12

    Profit: het elektronische HRM-systeem van de Gemeente Zoetermeer.

  • 13

    Aanvraag: de digitale aanvraag in Profit tot het fiscaal voordelig ruilen van de fiets tegen één of meerdere bronnen.

  • 14

    Spaartegoed: de voorziening in Profit waarin de in de maand februari ontvangen bruto vergoeding voor verkochte vakantie-uren kan worden gestort en van 10 maart tot 10 december als bron zoals omschreven in lid 5 a. en f. kan worden ingezet.

  • 15

    Spreidingsperiode: een periode van 3 kalenderjaren, die aanvangt op de dag van de aankoop van de fiets.

De deelnemer koopt een fiets en/of eventuele accessoires en eventueel een fietsverzekering bij een door hem uit te kiezen erkende fietsenhandelaar, niet zijnde een particulier, in ruil voor één of meerdere bronnen met maximum bedragen zoals genoemd in de bijlage.

Een fiets mag eens in de drie jaren fiscaal voordelig worden verrekend. Gerekend wordt in hele kalenderjaren.

De aanschaf van een fiets zoals bedoeld in het voorgaande lid geschiedt met eigen geld van de deelnemer.

Na de aanschaf van de fiets moet de aanvraag binnen drie maanden plaatsvinden.

De verrekening van het fiscale voordeel gebeurt met de door de deelnemer gekozen bron(nen) in een door de deelnemer gekozen aantal maanden binnen de maximale spreidingsperiode van drie jaar.

Om van de bron zoals omschreven in artikel 1 lid 5 a. en/of f. gebruik te kunnen maken, dient een aanvraag tot verkoop van vakantie-uren tussen 10 september en 10 december in het voorgaande kalenderjaar gedaan te worden. De deelnemer dient de ontvangen vergoeding voor de verkochte uren zelf aan zijn spaartegoed toe te voegen.

Een aanvraag voor uitsluitend het aanwenden van de bruto vakantietoelage, de bruto eindejaarsuitkering of een deel van het bruto salaris kan op elk moment gedurende het jaar gedaan worden.

De deelnemer die in een kalenderjaar gebruik maakt van optie 2 (parkeervergunning), 4 (bijdrage in parkeervergunning) of 5 (parkeervergunning op medische gronden) van de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement mag in datzelfde jaar geen gebruik maken van de fiscale verrekening van een fiets woon-werkverkeer.

De deelnemer is verplicht de originele factu(u)r(en) van de aangeschafte fiets en/ of fietsverzekering te scannen en bij de aanvraag als bijlage te voegen. De factuur moet op naam van de deelnemer staan. Voor de accessoires hoeven geen betaalbewijzen bij de aanvraag worden gevoegd.

De deelnemer is verplicht een betaalbewijs, zijnde een bankafschrift en/of een kwitantie te scannen waaruit blijkt dat de fiets betaald is door de deelnemer en deze bij de aanvraag als bijlage te voegen.

Verklaring fietsgebruik:

  • a

    De deelnemer is bij de aanvraag verplicht te verklaren op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij pleegt te reizen in het kader van woon-werkverkeer gebruik te maken van de fiets.

  • b

    Indien bij controle van de belastingdienst blijkt, dat de deelnemer niet aannemelijk kan maken dat de fiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, komt een eventuele daaruit voortvloeiende naheffingsaanslag, voor zover betrekking hebbend op de deelnemer, voor rekening van de deelnemer.

Bij inzet van vakantie-uren moet er voor een fulltime medewerker per kalenderjaar minimaal 144 uur aan verlof resteren (parttime medewerkers naar rato).

Per jaar mag er maximaal 30% van de bezoldiging fiscaal vriendelijk worden ingezet ten behoeve van alle onderdelen van het cafetariamodel met de Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer als onderdeel van dit cafetariamodel.

De deelnemer is zich bewust van de gevolgen die de in artikel 2 bedoelde tijdelijke verlaging van zijn bezoldiging, vakantietoelage, eindejaarsuitkering of een combinatie hiervan heeft of kan hebben voor diverse inkomensafhankelijke regelingen, zoals vakantietoelage, eindejaarsuitkering, sociale verzekeringsuitkeringen, jubileumuitkeringen, pensioen en dergelijke en deze te aanvaarden. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen die deze tijdelijke verlaging heeft voor welke inkomensafhankelijke regeling dan ook en de deelnemer verklaart zich akkoord met die uitsluiting van elke aansprakelijkheid.

De deelnemer kan de werkgever op geen enkele wijze aanspreken voor verplichtingen die voortvloeien uit de garantiebepalingen van de leverancier of fabrikant. De deelnemer dient zich in dat geval uitsluitend te wenden tot de leverancier of de fabrikant.

De deelnemer vrijwaart de werkgever tegen aanspraken van derden, voortvloeiende uit of in verband staande met het gebruik van de fiets en accessoires.

Bij ontslag van de deelnemer, voordat het totale bedrag van de fiets is verrekend, vervalt de aanspraak op het fiscaal voordeel.

De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer’ en treedt in werking per 1 januari 2014.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer’ van 12 september 2011

Artikel

Bedragen 2014

Artikel 2 lid 1

Maximumbedrag Fiets

€ 749,00 per spreidingsperiode

Maximumbedrag accessoires

€ 82,00 per jaar

Fietsverzekering

Integraal conform betalingsbewijs


Noot
*

Voorwaarde is dat het moet gaan om zaken die bij uitstek bij woon-werkverkeer op de fiets van pas komen. Voorbeelden zijn de benodigde reparaties, een extra slot, een steun voor de aktetas en het regenpak dat praktisch alleen op de fiets wordt gebruikt. Zaken die normaal ook zonder de fiets worden gebruikt (zoals warme kleding) kunnen niet belasting- en premievrij worden vergoed of verstrekt.