Regeling vervallen per 29-01-2015

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 gemeente Zoetermeer

Geldend van 21-03-2014 t/m 28-01-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 gemeente Zoetermeer

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    a.commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • ·

    b.Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • ·

    c.Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • ·

    d.Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • ·

    e.raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • ·

    f.griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • ·

    g.gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

  • ·

    h.seniorenconvent: het door de raad ingestelde overlegplatform ter bespreking van spoedeisende zaken en afstemmingszaken;

  • ·

    i.presidium: het door de raad ingestelde overlegplatform ter voorbereiding van de commissie- en raadsvergaderingen.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 7 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies of een door de raad, gehoord het presidium, verklaarde buitengewone commissievergadering, bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. De vergoeding wordt slechts één maal per vergaderavond uitgekeerd.

  • 4. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • ·

      a.als raadslid of wethouder;

    • ·

      b.uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • ·

      c.als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 5. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 180% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van

    • ·

      a.een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • ·

      b.een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het eerste en het vijfde lid ontvangen de leden van de volgende commissies een vergoeding van 150% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding:

    • ·

      a.Commissie voor de Behandeling Bezwaar- en beroepschriften;

    • ·

      b.Bezwarencommissie Personele Aangelegenheden;

    • ·

      c.Bezwaarschriftencommissie Sociale Voorzieningen;

    • ·

      d.Rekenkamercommissie.

  • 7. In afwijking van het bepaalde in het eerste en het vijfde lid ontvangen de voorzitters van de in het zesde lid genoemde commissies alsmede de voorzitter(s) van de Begeleidingscommissie Werk, Zorg en Inkomen, de Participatieraad WMO en de Adviescommissie Toegankelijkheid een vergoeding van 180% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding.

  • 8. In afwijking van hetgeen in het eerste en vijfde lid is bepaald wordt aan de leden van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een uurloon ter hoogte van het architectenhonorarium vastgesteld door de Bond van Nederlandse Architecten, welk uit te keren bedrag voor BTW-plichtigen wordt vermeerderd met het hierover verschuldigde BTW-tarief, uitbetaald.

Artikel 4 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 7, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 5 Berekening en betaling vaste vergoedingen

Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 4, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 4, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 6 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 7 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 8 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 3. De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid betreft:

    • ·

      a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • ·

      b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b. van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Verblijfkosten

  • 1. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

  • 2. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het commissielid vergoed.

  • 3. De vergoeding is overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 10 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. Een raadslid maakt uitsluitend een buitenlandse reis uit hoofde van zijn lidmaatschap als de raad, gehoord het seniorenconvent, hiermee heeft ingestemd.

  • 2. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad, inclusief de niet raadsleden, toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. Indien de in het tweede lid bedoelde excursie of reis zowel raads- als commissieleden deelnemen, kan de gemeenteraad afhankelijk van het aantal deelnemende raadsleden, vaststellen hoeveel commissieleden hieraan kunnen deelnemen.

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 5. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente. De raad neemt hierover per voorkomend geval een beslissing.

Artikel 11 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid of commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid of commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.

Artikel 12 Computer

Door de gemeente wordt aan het raadslid, gedurende de uitoefening van het raadslidmaatschap, een iPad in bruikleen ter beschikking gesteld.

Het college stelt een bruikleenovereenkomst vast.

Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 13 Fietsregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 3.10 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 14 Ziektekostenvoorziening

  • 1. Raadsleden ontvangen een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 15 Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • ·

    a.de vergoedingen op grond van artikel 4;

  • ·

    b.de vergoedingen op grond van artikel 8;

  • ·

    c.de vergoedingen op grond van artikel 9;

  • ·

    d.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 10;

  • ·

    e.de vergoedingen op grond van artikel 11;

  • ·

    f.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 12 van deze verordening en artikel 7a, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 16 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 18.001 en hoger, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 17 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 18 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 17 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 17 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf toestemming van het college vereist. Het college meldt het besluit via de besluitenlijst van het college. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer

  • 1. Door de gemeente wordt aan de wethouder, gedurende de uitoefening van het wethouderschap, een iPad inclusief internetabonnement in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Het college stelt een bruikleenovereenkomst vast.

  • 3. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 23 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 3.10 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • ·

    a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • ·

    b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 25 Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • ·

    a.de vergoedingen op grond van artikel 16;

  • ·

    b.de vergoedingen op grond van artikel 17;

  • ·

    c.de verstrekkingen op grond van artikel 18;

  • ·

    d.de vergoedingen op grond van artikel 19;

  • ·

    e.de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 20 van deze verordening en artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • ·

    f.de verstrekkingen op grond van artikel 21;

  • ·

    g.de vergoedingen op grond van artikel 24.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 26 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • ·

    a.betaling uit eigen middelen; of

  • ·

    b.rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of

  • ·

    c.een gemeentelijke creditcard.

Artikel 27 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9, 10, 11, 17, 18, 19, 20 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld, voorzien van originele bewijsstukken en ondertekend binnen 6 maanden ingediend bij:

    • ·

      a.indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

    • ·

      b.indien het een raadslid of commissielid betreft bij de griffier,

    • ·

      c.of een door hen aangewezen ambtenaar.

Artikel 28 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9, 10, 11, 17, 18, 19 en 20 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Het begeleidingsformulier en de factuur wordt binnen 6 maanden ingediend bij:

    • ·

      a.indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

    • ·

      b.indien het een raadslid of commissielid betreft bij de griffier,

    • ·

      c.of een door hen aangewezen ambtenaar.

Artikel 29 Gebruik creditcard

  • 1. De vergoeding van de kosten van een buitenlandse vlucht gemaakt door een wethouder, die ten laste van de gemeente komen, kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. De gemeentesecretaris draagt zorg voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke creditcard.

  • 3. Controle van de uitgaven gedaan met de gemeentelijke creditcard vindt plaats door de gemeentesecretaris of de aangewezen ambtenaar.

  • 4. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, vastgesteld op 9 juli 2007, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 10 maart 2014,
Ondertekening,
Zoetermeer, 10 maart 2014
de griffier, de burgemeester,
drs K. Bolt Ch.B. Aptroot