Regeling vervallen per 27-01-2017

Overig besluit van algemene strekking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende fiets voor woon-werkverkeer Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer

Geldend van 31-08-2016 t/m 26-01-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 25 april 2016 besloten:

  • 1.

    De Uitvoeringsregelingen Fiets voor woon-werkverkeer en Vakbondscontributie aan te passen en ter instemming aan het Georganiseerd Overleg (GO) voor te leggen;

  • 2.

    De aangepaste uitvoeringsregelingen treden, indien het GO zonder het aanbrengen van wijzigingen instemt, in met ingang van de dag na de vaststelling van dit besluit en werken terug tot 1 januari 2016. Het GO heeft op 22 augustus 2016 instemming verleend.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Deelnemer:

    de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, uitgezonderd artikel 2:5 lid 1 sub b van de CAR/UWO.

  • 2. Werkgever:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer en de Raad van de gemeente Zoetermeer

  • 3. Fiets:

    een fiets in eigendom van de deelnemer die gebruikt wordt ten behoeve van woon-werkverkeer.

  • 4. Accessoires:

    met de fiets samenhangende zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer1.

  • 5. Bronnen:

    de arbeidsvoorwaarden waartegen een fiets geruild kan worden zijnde:

    • a.

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte vakantie-uren, zoals bepaald in artikel 4a:1 van de CAR/UWO;

    • b.

      een aanwending van de bruto vakantietoelage;

    • c.

      een aanwending van de bruto eindejaarsuitkering;

    • d.

      een aanwending van de bruto levensloopbijdrage;

    • e.

      een bruto vergoeding voor het aantal verkochte leeftijdsdagen, zoals bepaald in artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Verlof.

  • 6. Vakantie-uren:

    de vergoeding voor elk op grond van artikel 4a:1 lid 1 van de CAR/UWO verminderd vakantie-uur overeenkomend met de hoogte van het salaris per uur dat de deelnemer geniet bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 7. Eindejaarsuitkering:

    de uitkering zoals gedefinieerd in artikel 3:18a van de CAR/UWO.

  • 8. Vakantietoelage:

    de toelage zoals gedefinieerd in artikel 6:3 van de CAR/UWO.

  • 9. Levensloopbijdrage:

    de bijdrage zoals gedefinieerd in artikel 6a:7 van de CAR/UWO.

  • 10. Salaris:

    salaris zoals omschreven in artikel 1:1 lid 1 qq van de CAR/UWO.

  • 11. Profit:

    het elektronische HRM-systeem van de Gemeente Zoetermeer.

  • 12. Aanvraag:

    de digitale aanvraag in Profit tot het fiscaal voordelig ruilen van de fiets tegen één of meerdere bronnen.

  • 13. Spaartegoed:

    de voorziening in Profit waarin de in de maand februari ontvangen bruto vergoeding voor verkochte vakantie-uren kan worden gestort en van 10 maart tot 10 december als bron zoals omschreven in lid 5 a. en e. kan worden ingezet.

  • 14. Spreidingsperiode:

    een periode van 3 kalenderjaren, die aanvangt op de dag van de aankoop van de fiets.

Artikel 2 Aanschaf fiets

Lid 1

De deelnemer koopt een fiets en/of eventuele accessoires en eventueel een fietsverzekering bij een door hem uit te kiezen erkende fietsenhandelaar, niet zijnde een particulier, in ruil voor één of meerdere bronnen met maximum bedragen zoals genoemd in de bijlage.

Lid 2

Een fiets mag eens in de drie jaren fiscaal voordelig worden verrekend. Gerekend wordt in hele kalenderjaren.

Lid 3

De aanschaf van een fiets zoals bedoeld in het voorgaande lid geschiedt met eigen geld van de deelnemer.

Lid 4

Na de aanschaf van de fiets moet de aanvraag in hetzelfde kalenderjaar plaatsvinden.

Lid 5

Om van de bron zoals omschreven in artikel 1 lid 5 a. en/of e. gebruik te kunnen maken, dient een aanvraag tot verkoop van vakantie-uren tussen 10 september en 10 december in het voorgaande kalenderjaar gedaan te worden. De deelnemer dient de ontvangen vergoeding voor de verkochte uren zelf aan zijn spaartegoed toe te voegen.

Lid 6

Een aanvraag voor uitsluitend het aanwenden van de bruto vakantietoelage of de bruto eindejaarsuitkering kan op elk moment gedurende het jaar gedaan worden.

Artikel 3 Fiets en Vervoermanagement

De deelnemer die in een kalenderjaar gebruik maakt van optie 2 (parkeervergunning), 4 (bijdrage in parkeervergunning) of 5 (parkeervergunning op medische gronden) van de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement mag in datzelfde jaar geen gebruik maken van de fiscale verrekening van een fiets woon-werkverkeer.

Artikel 4 Voorwaarden

Lid 1

De deelnemer is verplicht de originele factu(u)r(en) van de aangeschafte fiets, fietsverzekering en/of accessoires te scannen en bij de aanvraag als bijlage te voegen. De factuur moet op naam van de deelnemer staan.

Lid 2

De deelnemer is verplicht een betaalbewijs, zijnde een bankafschrift en/of een kwitantie te scannen waaruit blijkt dat de fiets betaald is door de deelnemer en deze bij de aanvraag als bijlage te voegen.

Lid 3

Verklaring fietsgebruik:

  • a.

    De deelnemer verklaart door het indienen van de aanvraag op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij pleegt te reizen in het kader van woon-werkverkeer gebruik te maken van de fiets.

  • b.

    Indien bij controle van de belastingdienst blijkt, dat de deelnemer niet aannemelijk kan maken dat de fiets niet conform sub a wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, komt een eventuele daaruit voortvloeiende naheffingsaanslag, voor zover betrekking hebbend op de deelnemer, voor rekening van de deelnemer.

Lid 4

Bij inzet van vakantie-uren moet er voor een fulltime medewerker per kalenderjaar minimaal 144 uur aan verlof resteren (parttime medewerkers naar rato).

Artikel 5 Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen

De deelnemer is zich bewust van de gevolgen die de in artikel 2 bedoelde tijdelijke verlaging van zijn vakantietoelage, eindejaarsuitkering of een combinatie hiervan heeft of kan hebben voor diverse inkomensafhankelijke regelingen, zoals vakantietoelage, eindejaarsuitkering, sociale verzekeringsuitkeringen, jubileumuitkeringen, pensioen en dergelijke en deze te aanvaarden. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen die deze tijdelijke verlaging heeft voor welke inkomensafhankelijke regeling dan ook en de deelnemer verklaart zich akkoord met die uitsluiting van elke aansprakelijkheid.

Artikel 6 Aansprakelijkheid werkgever

Lid 1

De deelnemer kan de werkgever op geen enkele wijze aanspreken voor verplichtingen die voortvloeien uit de garantiebepalingen van de leverancier of fabrikant. De deelnemer dient zich in dat geval uitsluitend te wenden tot de leverancier of de fabrikant.

Lid 2

De deelnemer vrijwaart de werkgever tegen aanspraken van derden, voortvloeiende uit of in verband staande met het gebruik van de fiets en accessoires.

Artikel 7 Ontslag

Bij ontslag van de deelnemer, voordat het totale bedrag van de fiets is verrekend, vervalt de aanspraak op het fiscaal voordeel.

Artikel 8 Slotbepaling

Lid 1

De regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling fiets voor woon-werkverkeer’ en treedt in werking per 1 januari 2016.

Lid 2

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer’ van 1 januari 2014

Ondertekening

Ondertekening, Zoetermeer @
De secretaris, de burgemeester,
Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot

Bijlage bij Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer

Artikel

Bedragen 2016

Artikel 2 lid 1

Maximumbedrag Fiets

€ 749,00 per spreidingsperiode

Maximumbedrag accessoires

€ 82,00 per jaar

Fietsverzekering

Integraal conform betalingsbewijs

Voetnoten:

1: Voorwaarde is dat het moet gaan om zaken die bij uitstek bij woon-werkverkeer op de fiets van pas komen. Voorbeelden zijn de benodigde reparaties, een extra slot, een steun voor de aktetas en het regenpak dat praktisch alleen op de fiets wordt gebruikt. Zaken die normaal ook zonder de fiets worden gebruikt (zoals warme kleding) kunnen niet belasting- en premievrij worden vergoed of verstrekt.