Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb)

Geldend van 23-10-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 28-09-2020

Intitulé

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb)

Sinds 2007 is in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (hierna: Wkpb) geregeld dat overheden inzicht geven in welke beperkingen zij op eigendom hebben gelegd. Bijvoorbeeld het aanwijzen van een pand als gemeentelijk monument, het vestigen van een voorkeursrecht of het sluiten van een pand door de burgemeester. De gewijzigde Wkpb regelt de opname en het beheer van publiekrechtelijke beperkingen in de openbare registers van het Kadaster. De afzonderlijke beperkingenregistraties en -registers bij gemeenten komen te vervallen. De in de gemeentelijke registers opgenomen beperkingenbesluiten, brondocumenten en eventuele bijlagen, dienen voor 1 januari 2021 te worden overgebracht naar de openbare registers van het Kadaster.

Deze besluiten hebben tot doel (onder)machtiging te verlenen tot het uitvoeren van alle administratieve handelingen in verband met de overbrenging van publiekrechtelijke beperkingen naar de openbare registers van het Kadaster en het registreren van nieuwe publiekrechtelijke beperkingen in de openbare registers van het Kadaster in de toekomst.

De burgemeester besluit:

  • 1.

    Het college te machtigen tot het verrichten van alle handelingen in verband met de verplichtingen die bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken zijn opgelegd aan de burgemeester, waarbij (onder)machtiging is toegestaan.

  • 2.

    Geen samenspraak toe te passen, omdat het betrekking heeft op interne organisatorische aangelegenheden van de gemeente.

  • 3.

    Dit besluit in werking te laten treden de dag na bekendmaking en terug te laten werken tot en met 28 september 2020.

Het college besluit:

  • 1.

    De directeuren te machtigen tot het verrichten van alle handelingen in verband met de verplichtingen die bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken zijn opgelegd aan het college en deze te verwerken in het (Onder)Mandaatbesluit 2019, waarbij ondermachtiging is toegestaan.

  • 2.

    De directeuren te machtigen tot het aanleveren van de in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluiten en daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep of rechterlijke uitspraken conform artikel 17a lid 1 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, waarbij ondermachtiging is toegestaan.

  • 3.

    Het (Onder)Mandaatbesluit 2019 te wijzigen door de mandaten die betrekking hebben op de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, zoals die luiden tot de inwerkingtreding van dit besluit, te laten vervallen.

  • 4.

    Geen samenspraak toe te passen, omdat het betrekking heeft op interne organisatorische aangelegenheden van de gemeente.

  • 5.

    Dit besluit in werking te laten treden de dag na bekendmaking en terug te laten werken tot en met 28 september 2020.

En besluit de raad voor te stellen:

  • 1.

    Het college te machtigen tot het verrichten van alle handelingen in verband met de verplichtingen die bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken zijn opgelegd aan de gemeenteraad, waarbij (onder)machtiging is toegestaan.

  • 2.

    Over dit besluit geen referendum mogelijk te maken, omdat het een organisatorische aangelegenheid van de raad betreft.

  • 3.

    Dit besluit in werking te laten treden de dag na bekendmaking en terug te laten werken tot en met 28 september 2020.

Ondertekening

Zoetermeer, 29 september 2020

De burgemeester van Zoetermeer,

M.J. Bezuijen

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de secretaris,

B.J.D. Huykman

de burgemeester,

M.J. Bezuijen

Indien u zich niet kunt verenigen met dit besluit, bestaat voor u, op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de mogelijkheid om binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kunt u op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). Volledigheidshalve wijzen wij u er op dat daarvoor vereist is dat u een bezwaarschrift tegen het besluit hebt ingediend en dat u een spoedeisend belang hebt bij het treffen van die voorziening.