Regeling vervallen per 08-04-2016

Subsidieverordening instandhouding van monumenten in Zoetermeer

Geldend van 08-04-2016 t/m 07-04-2016

Intitulé

Subsidieverordening instandhouding van monumenten in Zoetermeer

Subsidieverordening

instandhouding van monumenten in Zoetermeer

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    monument:

    • 1.

      rijksmonument:

een object dat is opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, dan wel een object waaromtrent de verantwoordelijke minister ingevolge deze wet het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst heeft kenbaar gemaakt, dan wel een object dat door de gemeenteraad is aangemeld voor plaatsing op de lijst van monumenten als bedoeld in artikel 3 van de wet;

2.gemeentelijk monument:

een object dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de Monumentenverordening Zoetermeer 2001;

3.beeldbepalend pand:

een object, niet vallend onder 1 of 2, dat een kenmerkend onderdeel vormt van een stadsgezicht dat is beschermd krachtens artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of artikel 16 van de Monumentenverordening Zoetermeer 2001. De subsidie is beperkt tot onderhoudswerkzaamheden aan voorgevel en dakvlak aan de voorzijde;

  • b.

    eigenaar: hieronder wordt mede verstaan:

    • 1.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • 2.

      de houder van een recht van opstal;

    • 3.

      de eigenaar van een appartementsrecht;

    • 4.

      degene aan wie door een rechtspersoon een deelnemings- of lidmaatschapsrecht is verleend dat recht geeft op gebruik van een woning;

    • 5.

      een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

  • c.

    verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie verschaft.

  • d.

    vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de werkzaamheden zijn afgerond, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld.

  • e.

    toezichthouder: een persoon belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 2 Subsidie ten behoeve van de instandhouding van monumenten

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder

instandhouding:

  • -

    het treffen van voorzieningen - op doelmatige wijze – tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand;

  • -

    doelmatig uit te voeren onderhoudswerkzaamheden, die erop gericht zijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden of toekomstig groot onderhoud te voorkomen of uit te stellen met als doel het wind- en waterdicht houden van het onderhavige object.

Kosten van voorzieningen:

de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • 1.

    de aanneemsom;

  • 2.

    de risicoverzekering van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  • 3.

    de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1988 en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

  • 4.

    de aanvraag om monumentenvergunning en bouwvergunning (leges);

  • 5.

    de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

Als instandhoudingswerkzaamheden worden aangemerkt:

  • -

    cascoherstel;

  • -

    onderhoudswerkzaamheden aan daken, goten en hemelwaterafvoeren, gevels, historische annexen, kerkorgels die zijn opgenomen in het Monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of voorkomend op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de Monumentenverordening Zoetermeer.

Artikel 3 Grondslag en werkingssfeer

  • 1. Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders subsidie verlenen voor cascoherstel en onderhoud van monumenten.

  • 2. De subsidie wordt berekend over de kosten van cascoherstel en onderhoud, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van andere regeling(en) subsidie in deze kosten kan worden verkregen.

  • 3. In geval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 4. De subsidie wordt verleend en vastgesteld aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen voor het cascoherstel en het onderhoud worden getroffen.

  • 5. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat er voldoende gelden beschikbaar zijn op de gemeentelijke begroting binnen de betreffende begrotingspost van dat jaar.

  • 6. Alle aanvragen om subsidie worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 7. Er kan maximaal één keer per kalenderjaar een beroep op subsidie voor een monument worden gedaan. Het moment van vaststelling van de subsidie is bepalend voor het jaar.

  • 8. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de facturen van de uitgevoerde werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende betalingsbewijzen.

Artikel 4 Subsidie

De subsidie bedraagt 50% van de goedgekeurde kosten van de voorzieningen, met een maximum van € 3.000 voor winkel/woonhuismonumenten en een maximum van € 6.000 voor boerderijen, kerkgebouwen en bedrijfsmonumenten, per jaar.

Artikel 5 Aanvraag- en beschikkingsprocedure

  • 1. Een aanvraag om een subsidie dient uiterlijk vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden door de eigenaar ondertekend te worden ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe beschikbaar te stellen formulier en dient in ieder geval vergezeld te gaan van de daarbij gevraagde bescheiden.

  • 2. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen.

  • 3. Burgemeester en wethouders geven een beschikking binnen twaalf weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in het tweede lid, genoegzaam zijn aangevuld. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennisgeven binnen de termijn van twaalf weken.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    • d.

      voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend;

    • e.

      wanneer door toekenning van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden;

    • f.

      indien de aanvrager failliet is verklaard, aan hem surséance van betaling is verleend, of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;

    • g.

      indien de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid.

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Subsidievoorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • 1.

    de aanvang van het werk ten minste twee weken van te voren wordt gemeld bij burgmeester en wethouders;

  • 2.

    met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;

  • 3.

    binnen 52 weken na het besluit tot verlening van de subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en gereedgemeld bij burgemeester en wethouders onder overlegging van de facturen en de daarop betrekking hebbende betalingsbewijzen;

  • 4.

    aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen

    • a.

      toegang wordt verleend tot het monument;

    • b.

      inzage wordt verleend in de op het treffen van de instandhoudingswerkzaamheden betrekking hebbende gegevens.

Artikel 8 Uitbetaling van de subsidie

De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen vier weken na de

subsidievaststelling betaald, onder verrekening van eventueel betaalde voorschotten.

Artikel 9 Intrekking van de subsidievaststelling

  • 1. Ingeval van niet naleving van één of meer van de voorwaarden als bedoeld in dit hoofdstuk zullen burgemeester en wethouders al naar gelang de ernst van de overtreding, indien er nog geen termijn van 5 jaar is verstreken, na de dag waarop de subsidie is vastgesteld:

    • a.

      een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan;

    • b.

      reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

  • 2. In het geval de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in dit hoofdstuk de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Artikel 10 Termijnen

Een aanvraag om een instandhoudingssubsidie kan niet eerder worden ingediend dan vijf jaar

na de datum van voltooiing van voorgaande werkzaamheden aan de desbetreffende

onderdelen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 11 Binnentreden

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt aan de toezichthouder machtiging verstrekt, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning, zonodig zonder toestemming van de eigenaar/rechthebbende gebruiker.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening subsidie is verleend, blijven de bepalingen van de verordening, op grond waarvan de subsidie is verleend, van toepassing.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. De nieuwe verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening instandhouding van monumenten in Zoetermeer.

  • 2. De Subsidieverordening instandhouding van monumenten in Zoetermeer treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Tegelijk wordt met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking de Subsidieverordening restauratie en onderhoud van monumenten in Zoetermeer 2001 ingetrokken.