Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsregeling Toelage Onregelmatige dienst

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling Toelage Onregelmatige dienst

Uitvoeringsregeling Toelage Onregelmatige dienst

Artikel 1 Begripsbepalingen

Regeling ter uitvoering van artikel 3:3 CAR/UWO

  • a

    Medewerker:de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • b

    Bevoegd gezag:de gemeentesecretaris / algemeen directeur, alle directeuren van de directies en de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris van het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • c

    Overwerk:werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

  • d

    Toelage:een toeslag die in het kader van onregelmatige diensten boven het normale salaris als bedoeld in artikel 3:1 lid 2 sub b van de CAR/UWO.

Artikel 2 Bevoegdheid tot aanwijzing

Het bevoegd gezag wijst de medewerker en / of groepen van medewerkers aan, die voor een toelage in het kader van onregelmatige dienst in aanmerking komen.

Artikel 3 Hoogte toelage

Aan de medewerker voor wie een salarisschaal geldt tot en met schaal 9, vermeld in de bijlage II van de CAR/UWO en die, anders dan bij wijze van overwerk (geen overschrijding van de arbeidsduur), in opdracht regelmatig of vrij regelmatig diensten verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur, ontvangt een toelage onregelmatige dienst.

Geen recht op een toelage onregelmatige dienst bestaat, wanneer in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste drie uur werktijd is vastgesteld op buiten de in het vorige lid genoemde tijden of op zaterdag.

Wanneer meer dan drie uur werktijd is vastgesteld op de hiervoor genoemde tijden, wordt de toelage tevens over de eerste drie uur uitbetaald.

De toelage bedraagt per gewerkt uur:

  • a

    20 % voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b

    40 % voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;

  • c

    40 % voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 en tussen 22.00 en 24.00 uur;

  • d

    65 % voor de uren op zondag en daarmee ingevolge artikel 4:2:1 CAR/UWO gelijkgestelde dagen.

De percentages genoemd in het tweede en derde lid worden berekend over het uursalaris behorende bij het maximum salaris van schaal 6, vermeld in de bijlagen II van de CAR/UWO.

Voor de in het derde lid onder a genoemde morgen- en avonduren, wordt de toelage slechts toegekend indien de arbeid is aangevangen voor 07.00 uur, dan wel is beëindigd na 19.00 uur.

Artikel 4 Behoud en afbouw toelage

De toelage vervalt indien en wanneer de medewerker werkzaamheden gaat verrichten op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur.

Indien de toelage anders dan op eigen verzoek wordt beëindigd, vindt, afbouw van de genoten toelage plaats:

  • a

    indien de medewerker op het ogenblik van overplaatsing gedurende drie jaar onafgebroken in het genot was van de toelage, zal doorbetaling ervan gedurende zes maanden voor 100% en vervolgens gedurende zes maanden voor 50% plaatsvinden;

  • b

    voor de medewerker die langer dan drie jaar in het genot is geweest van de toelage, zal de doorbetaling worden verlengd met twee maanden voor ieder vol jaar dat het onafgebroken genot langer heeft geduurd dan drie jaar; de doorbetaling van de toelage zal na het moment van overplaatsing gedurende de helft van de periode voor 100% en voor het overige deel voor 50% plaatsvinden;

  • c

    voor de medewerker die op het moment van overplaatsing ten minste 10 jaar onafgebroken in het genot is geweest van de toelage en reeds 60 jaar of ouder is, zal de doorbetaling van de toelage plaatsvinden voor de verdere duur van het dienstverband.

De in het vorige lid genoemde afbouw van de toelage wordt -onverminderd het bepaalde in het eerste lid- niet toegepast indien en wanneer aan de medewerker een salaris wordt toegekend dat gelijk is aan het gezamenlijke bedrag van het oude salaris en de toelage dan wel dit te boven gaat.

Bij een salarisverhoging, welke lager is dan het gezamenlijk bedrag van het oude salaris en de toelage, wordt de afbouw berekend over het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris met inbegrip van de toelage.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 6 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Toelage Onregelmatige dienst’ en treedt in werking op 1 januari 2010.

Met de invoering van deze regeling wijzigt de uitvoeringsregeling van 1 januari 2004.

Aanwijzingsbesluit beroepsbrandweer voor onregelmatige dienst

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer;overwegende dat de Regeling vergoeding onregelmatige dienst in principe ook van toepassing dient te zijn op het personeel dat bij wijze van beroep werkzaam is bij de gemeentelijke brandweer;dat dit personeel volgens een daartoe door de commandant vastgesteld rooster werkzaamheden verricht, die afwisselend dienen te worden verricht binnen en buiten de daartoe voor het overige personeel vastgestelde werktijden;gehoord de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg en de vaste commissie van advies en bijstand voor Personeelsbeleid en organisatie;gelet op artikel 3 en 5 van de Regeling vergoeding onregelmatige dienst;

Besluiten:

  • I

    Met ingang van 1 oktober 1985 het personeel dat bij wijze van beroep werkzaam is bij de gemeentelijke brandweer, aan te wijzen voor het in aanmerking komen van een toelage op grond van de Verordening onregelmatige dienst;

  • II

    het onder sub I bedoelde personeel op uren gedurende welke geen werkzaamheden worden verricht maar de dienstuitoefening gepaard gaat met verplichte kazernering een toelage toe te kennen van 13% van het uursalaris behorend bij het maximumsalaris van salarisschaal 6, vermeld in de bijlagen II en IIa van de CAR/ZUWO*

  • III

    de toelage voor onregelmatige dienst aangevuld met de toelage, hiervoor bedoeld onder II in verband met verplichte kazernering, te stellen op maximaal € 389,43 per maand.* Laatstbedoeld bedrag zal in geval van algemene wijzigingen van de salarisbedragen voor het overheidspersoneel op overeenkomstige wijze worden aangepast;

  • IV

    het besluit tot aanwijzing van het beroepsbrandweerpersoneel d.d. 27 januari 1981, nr. 146300/IV in te trekken;

  • V

    dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag waarop het is vastgesteld en terug te laten werken tot 1 oktober 1985.


Noot
*

sinds 1 juni 1990 wordt de toelage, als bedoeld in sub II, berekend over het uursalaris behorend bij het maximumsalaris van de salarisschaal, volgens welke de ambtenaar wordt bezoldigd, een en ander maximaal tot het maximumsalaris van salarisschaal 6

Noot
*

per 1 februari 2007