Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie

Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Regeling ter uitvoering van artikel 3:3:1 van de CAR/UWO

  • a

    Medewerker:de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • b

    Bevoegd gezag:de gemeentesecretaris / algemeen directeur, alle directeuren van de hoofdafdelingen, het hoofd van de concernstaf en de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris af het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • c

    Consignatie:tijdruimte tussen twee elkaar opeenvolgende diensten, waarin de medewerker verplicht is direct bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep binnen dertig minuten op een bij de medewerker bekend (verzamel)punt voor de dienst inzetbaar te zijn.

  • d

    Bereikbaarheidsdienst:een tijdruimte tussen twee elkaar opeenvolgende diensten, waarin de medewerker direct bereikbaar dient te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk voor de dienst inzetbaar te zijn.

  • e

    Vergoeding:bedrag ter compensatie van daadwerkelijk uitgevoerde consignatie dan wel bereikbaarheidsdienst.

  • f

    Vergoeding voor telefonie: bedrag ter compensatie van kosten voor telefonie.

Artikel 2 Hoogte vergoeding

De medewerker die daadwerkelijk belast is met het verrichten van consignatie ontvangt op grond hiervan een vergoeding.

De medewerker die daadwerkelijk belast is met bereikbaarheidsdienst ontvangt 50% van de in lid 1 bedoelde vergoeding.

Voor de tijd binnen welke de medewerker daadwerkelijk dienst verricht waartoe hij wordt opgeroepen gedurende de consignatie en de bereikbaarheidsdienst, wordt, voor wat betreft de medewerker een vergoeding toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:2:1 lid 1 tot en met lid 6 van de CAR/UWO en voor wat betreft de vrijwilliger als bedoeld in artikel 2 lid 2 een vergoeding toegekend overeenkomstig het bepaalde in bijlage VI van de CAR/UWO.

De medewerker die naar het oordeel van het bevoegd gezag telefonisch bereikbaar moet zijn voor consignatie of bereikbaarheidsdienst en die geen mobiele telefoon van de werkgever in bruikleen heeft gekregen, ontvangt een vergoeding voor telefonie.

De vergoeding voor telefonie bedraagt:

100%

van het bedrag genoemd in artikel 4 van de bijlage bij deze regeling, indien het salaris gelijk aan of lager is dan het maximumbedrag van salarisschaal 5 in de bijlage II van de CAR/UWO;

50%

van het bedrag genoemd in artikel 4 van de bijlage bij deze regeling, indien het salaris hoger is dan het maximumbedrag van salarisschaal 5 maar niet hoger dan het maximumbedrag van salarisschaal 7 van bijlage II van de CAR/UWO.

Artikel 3 Verlof

De medewerker die op grond van deze regeling bereikbaar en / of inzetbaar dient te zijn, heeft recht op 7,2 uren extra verlof per kalenderjaar.

De medewerker die op grond van artikel 4 schriftelijk worden aangewezen om op grond van deze regeling tenminste op 60 dagen van een kalenderjaar bereikbaar en / of inzetbaar te zijn, heeft recht op 14,4 uren extra verlof per kalenderjaar.

Artikel 4 Bevoegdheid tot aanwijzing

Het bevoegd gezag wijst de medewerker en / of groepen van medewerkers aan, die voor een vergoeding in het kader van consignatie en bereikbaarheidsdienst in aanmerking komen. Indien deze diensten tenminste op 60 dagen in een kalenderjaar zullen moeten worden verricht, geschiedt deze aanwijzing schriftelijk.

Het bevoegd gezag houdt bij de in het vorige lid bedoelde aanwijzing rekening met het bepaalde in artikel 5.9 van de Arbeidstijdenwet.

Artikel 5 Declaraties

Vergoedingen van daadwerkelijk uitgevoerde consignatie c.q. bereikbaarheidsdienst op grond van deze uitvoeringsregeling, en de eventueel daaruit voortvloeiende vergoeding als bedoeld in artikel 2 lid 3, vindt slechts plaats na inzending door de medewerker van een declaratieformulier waarvan het model door het college wordt vastgesteld.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 7 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie’ en treedt in werking per 1 januari 2010.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie’ van 1 augustus 2004.

Bijlage bij Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie

In deze Bijlage wordt verstaan onder ‘regeling’: Uitvoeringsregeling Vergoeding Consignatie.

De begripsbepalingen in artikel 1 van de regeling zijn voor de toepassing van deze bijlage van overeenkomstige toepassing.

Voor een volledige wekelijkse consignatie, bedraagt de vergoeding € 222,-.

De vergoeding bedraagt voor consignatie:

  • a

    op maandag tot en met vrijdag voor een morgen, avond en nacht tezamen, respectievelijk van 06.00 tot 08.00 uur, van 17.00 tot 00.00 uur en van 00.00 tot 06.00 uur: € 22,20;

  • b

    op zaterdag van 06.00 tot zondag 06.00 uur: € 44,40;

  • c

    op zondag van 06.00 uur tot maandag 06.00 uur: € 66,60.

Indien in een volledige wekelijkse consignatie een of meer feestdagen voorkomen als bedoeld in artikel 4:2:1 lid 3 van de CAR/UWO, wordt het in het eerste lid genoemde bedrag verhoogd met € 44,40, indien de feestdag niet valt op een zaterdag of een zondag, dan wel met € 22,20, indien de feestdag valt op een zaterdag.

De in de vorige leden genoemde bruto bedragen worden aangepast aan de wijzigingen in de bezoldiging met een algemeen karakter. Bovenstaande bedragen zijn laatstelijk gewijzigd per 1 april 2012.

Conform het gestelde in artikel 2 van de regeling, is de vergoeding met betrekking tot de bereikbaarheidsdienst, 50 % van het de in artikel 2 genoemde bruto bedragen.

De vergoeding voor telefonie bedraagt € 19,00 netto.