Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I

Geldend van 25-12-2008 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I

Besluit van de gemeenteraad van Zoeterwoude

Registratienummer NC/08-56

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2008 met nummer NC/08-469,

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet,

voorts gelet op (de vierde tranche van) de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten dient te worden geregeld,

besluit vast te stellen de:

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I

Hoofdstuk I Afvalstoffenheffing

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • b.

      groene container: de rolcontainer, die alleen bestemd is voor groente- fruit- en tuinafval;

    • c.

      grijze container: de rolcontainer, die alleen bestemd is voor restafval;

    • d.

      groep van percelen: een groep van meerdere percelen, waarbij voor de inzameling van afval gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere verzamelcontainers;

    • e.

      medisch afval: extra huishoudelijk afval dat vanwege een medische indicatie leidt tot een substantieel extra aanbod van als restafval aan te merken huishoudelijk afval;

    • f.

      gft-afval: groenafval afkomstig van groente, fruit en tuin.

  • 2. Onder een perceel wordt mede begrepen een woonboot.

  • 3. In deze verordening wordt onder Tarieventabel verstaan: artikel 3 van de Tarieventabel belastingen en rechten, als vastgesteld door de Gemeenteraad en geldende voor het belastingjaar waarop deze betrekking heeft.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.11 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ter gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ter gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De afvalstoffenheffing wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De heffing bedoeld in artikel 1.2.1 en 1.2.2 van de Tarieventabel wordt geheven door middel van een éénmalige machtiging waarop het gevorderde bedrag is gemeld.

  • 3. In afwijking op lid 2 van dit artikel kan de heffing bedoeld in artikel 1.2.2 van de Tarieventabel eveneens terstond worden betaald middels de betaalautomaat ter plaatse van het afvalbrengstation.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De afvalstoffenheffing wordt geheven naar de maatstaven en tarieven alsvermeld in de Tarieventabel en met inachtneming van hetgeen overigens in deze verordening is bepaald.

  • 2. Het gewicht van de afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1.3 van de Tarieventabel,onderscheiden naar de onderdelen a en b, is gelijk aan het totaal van het in het belastingtijdvak voor een perceel bij de inzameling vastgestelde gewicht van de afvalstoffen.

  • 3. Het gewicht van de ingezamelde afvalstoffen per inzameling per perceel is gelijk aan het verschil van het gewicht van iedere container vóór lediging en het gewicht na lediging. Dit gewicht wordt vastgesteld door middel van de weegapparatuur van de inzamelauto.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid wordt, indien de afvalinzamelaar verklaart dat gedurende een bepaalde periode de weegapparatuur van de inzamelauto niet of niet naar behoren heeft gefunctioneerd, het gewicht van de afvalstoffen voor die periode bepaald op 90 % van het tijdsevenredige deel van het gewicht van de in het voorgaande belastingtijdvak bij het desbetreffende perceel ingezamelde afvalstoffen.

  • 5. Een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde volume-eenheid wordt als een volle eenheid aangemerkt.

  • 6. In afwijking het tweede tot en met vierde lid wordt, in het geval een perceel behoort tot een groep van percelen zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, een vast bedrag per perceel en per belastingtijdvak in rekening gebracht.

Artikel 7 Medisch afval

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag hiertoe vrijstelling verlenen voor de afvalstoffenheffing voor het inleveren van medisch afval.

  • 2. Het verzoek om de vrijstelling dient te worden aangevraagd onder overlegging van een recent medisch advies van een huisarts of medisch specialist.

  • 3. Indien geen advies van de huisarts of medisch specialist kan worden overgelegd, dient met een eigen schriftelijke verklaring aannemelijk te worden gemaakt dat gebruik wordt gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft, zulks onder overlegging van aankoopnota’s of anderszins.

  • 4. Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken op de aanvraag tot vrijstelling.

  • 5. De vrijstelling geldt alleen voor medisch afval dat is aangeboden middels een speciaal en uitsluitend ten behoeve van medisch afval verstrekte container.

  • 6. In het geval de inhoud van de container ander afval bevat dan het medisch afval waarvoor de container is bestemd, dan wordt de vrijstelling ingetrokken.

  • 7. Op het moment dat de situatie die geleid heeft tot de vrijstelling wijzigt, is de persoon aan wie de vrijstelling is verleend, of zijn of haar belangenbehartiger, verplicht terstond de gewijzigde situatie schriftelijk mede te delen aan burgemeester en wethouders.

  • 8. De intrekking van de vrijstelling als bedoeld in lid 6 en een intrekking ten gevolge van de wijziging van de situatie als bedoeld in lid 7 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

  • 9. In het geval de vrijstelling is ingetrokken en wederom behoefte is ontstaan aan de vrijstelling, dan dient opnieuw een aanvraag te worden gedaan als bedoeld in lid 1.

  • 10. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om medisch advies in te winnen ter beoordeling van de aanvraag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de Tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel kalenderdagen van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalenderdagen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in artikel 3, nummer 1.1.1 van de Tarieventabel verminderd voor zoveel kalenderdagen van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde belasting als er in dat belastingtijdvak, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt zes weken na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. Indien de gemeente is gemachtigd tot het doen van een betalingsincasso wordt de aanslag in twee gelijke termijnen afgeschreven. De eerste termijn vervalt zes weken na de dagtekening van de aanslag en de volgende termijn zes weken later.

  • 3. Indien de afvalstoffenheffing onderdeel is van een gecombineerde aanslag en het totaal van de aanslag meer bedraagt dan € 455,--, dan dient de aanslag te worden betaald conform lid 1 van dit artikel.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden.

Hoofdstuk II Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 10 gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De reinigingsrechten wordt geheven naar de maatstaven en tarieven alsvermeld in de Tarieventabel en met inachtneming van hetgeen overigens in deze verordening is bepaald.

  • 2. Het gewicht van de afvalstoffen als bedoeld in artikel 21.3 van de Tarieventabel,onderscheiden naar de onderdelen a en b, is gelijk aan het totaal van het in het belastingtijdvak bij de inzameling vastgestelde gewicht van de afvalstoffen.

  • 3. Het gewicht van de ingezamelde afvalstoffen per inzameling is gelijk aan het verschil van het gewicht van iedere container vóór lediging en het gewicht na lediging. Dit gewicht wordt vastgesteld door middel van de weegapparatuur van de inzamelauto.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid wordt, indien de afvalinzamelaar verklaart dat gedurende een bepaalde periode de weegapparatuur van de inzamelauto niet of niet naar behoren heeft gefunctioneerd, het gewicht van de afvalstoffen voor die periode bepaald op 90 % van het tijdsevenredige deel van het gewicht van de in het voorgaande belastingtijdvak bij het desbetreffende perceel ingezamelde afvalstoffen.

  • 5. Een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde volume-eenheid wordt als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de Tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 3, nummer 2.1 van de Tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de verschuldigdheid van het recht.

  • 2. Indien de verschuldigdheid van het recht in de loop van een belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel kalenderdagen van het voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderdagen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van het tarief als genoemd in artikel 3, nummer 2.1.1 van de Tarieventabel voor zoveel kalenderdagen van de voor een volledig belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na einde van de belastingplicht, nog kalenderdagen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan

    € 9,--.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt zes weken na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. Indien de gemeente is gemachtigd tot het doen van een betalingsincasso wordt de aanslag in twee gelijke termijnen afgeschreven. De eerste termijn vervalt zes weken na de dagtekening van de aanslag en de volgende termijn zes weken later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing.

Hoofdstuk III Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Tarieventabel

De Tarieventabel wordt vastgesteld bij afzonderlijk raadsbesluit en maakt deel uit van deze verordening.

Artikel 18 Nadere regels van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2008” van 6 december 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2008.
De griffier,
A.J. Niesthoven
De voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen

Tarieventabel 2010 behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten I,

[Tarieventabel zoals opgenomen in de Verordening tot vaststelling van de Tarieventabel belastingen en rechten 2010, raadsbesluit nummer 09/91, vastgesteld 17 december 2009]

De bedragen genoemd in dit artikel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

1

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1

Per belastingtijdvak

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel

€ 31,00

1.1.2

De toeslag voor het in gebruik hebben van een groene of grijze container

per container

€ 8,00

Onverminderd het bepaalde in lid 1.1.1 en lid 1.1.2 bedraagt de belasting voor:

1.1.3

a.Groente,- fruit- en tuinafval dat periodiek per container wordt ingezameld

per kilogram

€ 0,18

b.Restafval welke periodiek in een container wordt ingezameld

per kilogram

€ 0,21

1.1.4

Onverminderd het bepaalde in lid 1.1.1 en indien op grond van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen ten behoeve van meer dan één perceel gebruik wordt gemaakt van eenzelfde container voor de aanbieding van GFT-afval dan wel restafval, bedraagt de belasting voor:

a.GFT-afval dat periodiek wordt ingezameld

€ 3,70

b.Restafval dat periodiek wordt ingezameld

€ 3,70

1.2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag verwijderen van grof huishoudelijk afval dat minder dan 40 kilogram respectievelijk 1 m3 bedraagt:

per keer

€ 25,00

1.2.2

De belasting voor het achter laten van huishoudelijke afvalstoffen op het afvalbrengstation bedraagt voor:

a.GFT-afval

per zak

€ 2,45

b.Restafval

per zak

€ 2,45

c.Grof vuil

per 0,5 m3

€ 8,10

d.Hout

per 0,5 m3

€ 6,10

e.Bouw- en sloopafval

per 0,5 m3

€ 28,40

f.Schoon puin

per 0,5 m3

€ 10,15

g.Gipsafval

per 0,5 m3

€ 20,30

h.Teerhoudend dakafval

per 0,5 m3

€ 54,80

i.Autobanden met velg

per stuk

€ 2,45

2

Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1

Per belastingtijdvak

2.1.1

De rechten bedragen voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafvalstoffen

€ 31,00

2.1.2

De toeslag voor het in gebruik hebben van een groene of grijze container

per container

€ 8,00

2.1.3

Onverminderd het bepaalde in lid 2.1.1 en lid 2.1.2 bedraagt de belasting voor:

a.Groente,- fruit- en tuinafval dat periodiek per container wordt ingezameld

per kilogram

€ 0,18

b.Restafval dat periodiek per container wordt ingezameld

per kilogram

€ 0,21