Regeling vervallen per 05-01-2016

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999

Geldend van 30-03-2006 t/m 04-01-2016

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999

Nr. bl/98-1580b

De raad der gemeente Z o e t e r w o u d e ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 1998, nr. bl/98-1580a;

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 150 van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

Vast te stellen de “Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999”

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      begraafplaats: de algemene begraafplaats Zuidbuurt te Zoeterwoude-dorp, zoals aangegeven op bijgaande situatieschets;

    • b.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, niet zijnde een eigen graf waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

    • c.

      grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

    • d.

      beheerder: de ambtenaar die door het college is belast met de dagelijkse leiding;

    • e.

      rechthebbende: de rechthebbende op een graf.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt de as van een gecremeerd lijk aangemerkt als een lijk. Het voorwerp tot bewaring van de as wordt als een lijkkist beschouwd, terwijl het bijzetten van een verast lijk gelijkgesteld wordt met begraven.

Artikel 2

Is vervallen

Artikel 3 Uitsluiting van aansprakelijkheid

De graftekens zijn eigendom van de rechthebbende. Het college van burgemeester en wethouders aanvaardt deze graftekens niet in beheer. Het college van burgemeester en wethouders is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welde zich op de graven bevinden.

Artikel 4

De rechthebbende dient te gedogen, dat een gedenkteken op een graf door het college van burgemeester en wethouders wordt weggenomen of wordt verplaatst, zolang dit voor een begraving of om een andere reden noodzakelijk is.

Artikel 5 Inrichting administratie

Het college van burgemeester en wethouders bepaalt welke registers, kaarten, plattegronden e.d. moeten worden bijgehouden en geeft richtlijnen met betrekking tot de inrichting van de administratie.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 6 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk van 9.00 uur tot 18.00 uur.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verbonden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis.

  • 4. Het is verboden op de grasperken te zitten, te liggen, of anders dan voor een bezoek aan een bepaald graf, te lopen, de beplantingen te beschadigen of te vernielen.

Artikel 7 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2. Het is verboden op de begraafplaats honden me te nemen.

  • 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4. Degenen die zich niet aan de in het derde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 8 Bepaalde plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten tenminste vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. Voor het houden van dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden moet tevoren schriftelijke toestemming zijn verkregen van de beheerder.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 9 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast en geschiedt met inachtneming van de bij of krachtens de wet gestelde regels.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 10 Kennisgeving begraven (asbezorging), openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die op de begraafplaatsen een lijk wil doen begraven, geeft daarvan buitengewone omstandigheden uitgezonderd, tenminste achtenveertig (48) uur voor het tijdstip waarop de begraving zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder met overlegging van het verlof tot begraven, afgegeven door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Hierbij wordt aangegeven in welk soort graf het lijk begraven dient te worden. Dag en uur van de begrafenis dient in overleg met de beheerder te worden vastgesteld. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen zesendertig uur (36) na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. De lijkkist, dan wel het omhulsel van het lijk dan wel de asbus moeten bij aankomst op de begraafplaats zijn voorzien van een duurzaam registratienummer, zoals omschreven in de Wet op de Lijkbezorging. Dit registratienummer moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 11 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder en nadat de verschuldigde rechten zijn voldaan.

  • 2. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 12 Tijden van begraven

  • 1. De begravingen vinden plaats tussen 9.00 en 15.30 uur, op maandag tot en met vrijdag. Indien er een noodzaak dan wel een behoefte aanwezig is, dienen ook op zaterdagen begravingen plaats te kunnen vinden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3. Indien sprake is van bijzondere gevallen zoals onder lid 2 bedoeld, kan op buitengewone uren, te weten die uren die buiten de periode tussen 9.00 uur en 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag en op zaterdagen, zon- en feestdagen vallen, begravingen plaatsvinden.

  • 4. Op hetzelfde tijdstip mag slechts één teraardebestelling plaatsvinden. De volgorde van de begravingen wordt bepaald door het tijdstip van de aanvragen bij het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 13 Indeling graven

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven: - algemene graven.

  • 2. Onder algemene graven worden verstaan graven bij de gemeente in beheer, niet zijnde eigen graven, waarvoor aan een ieder voor een periode van tien of twintig jaren het uitsluitend recht is verleend om daarin één lijk te begraven.

  • 3. De onder lid 2 genoemde perioden voor de uitgifte van algemene graven kunnen niet worden verlengd.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken er kunnen worden bijgezet in een algemeen graf. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels tevens de afmetingen, de uitgifteduur en de beplanting van de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 14 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

Artikel 15 Categorieën

Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de algemene graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 16 Sluiting van graven

  • 1. Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Hij stelt de bijzondere voorwaarde vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 17 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben of vernieuwen van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders, die tegen betaling van de verschuldigde rechten wordt afgegeven.

  • 2. De vergunning wordt verleend voor de periode, waarvoor het recht op het graf is verkregen en onder de voorwaarde, dat in het onderhoud overeenkomstig het bepaalde in deze verordening wordt voorzien. Voor algemene graven wordt de vergunning verleend tot het tijdstip van ruiming van deze graven.

  • 3. Omtrent de wijze van de aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 18 Grafbeplanting

Het plaatsen van potplanten en bloemenvazen van een beperkte omvang en een ordentelijk uiterlijk, zulks naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders is toegestaan.

Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 19 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn in opdracht van het college van burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college van burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende (degene die het uitsluitend recht heeft verkregen op een algemeen graf) bij het college van burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemd tijdstip per brief zijn voornemen bekend.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend.

    De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders die hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking op kosten van rechthebbende doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 21 Onderhoud door de gemeente

Door het college van burgemeester en wethouders wordt de begraafplaats onderhouden. Onder dit onderhoud valt niet het onderhoud e.d. van de op het graf aangebrachte gedenkteken alsmede het onderhoud van het graf zelf.

Voor het door het college van burgemeester en wethouders te plegen onderhoud van de begraafplaats, wordt gelijktijdig met het verlenen van het uitsluitend recht voor de uitgifte van een algemeen graf, éénmalig en ineens rechten geheven, zoals bedoeld in de tarieventabel behorende bij de Verordening op de Lijkbezorging 1999.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen (waarvoor het uitsluitend recht is komen te vervallen), wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt het college mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. Nabestaande van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

Hoofdstuk IX Inrichting register

Artikel 23 Voorschriften

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk X Klachten

Artikel 24 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Ingezetenen en een in de gemeente belanghebbende natuurlijke of rechtspersoon, kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier werken verlengen.

Hoofdstuk XII Slotbepalingen

Artikel 25 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 26 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats(en) 1997”, vastgesteld door de raad op 19 december 1996, nr. bl/96-563b, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum.

  • 2.

    De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op feiten die zich voor de datum van inwerkingtreding hebben voorgedaan.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die, waarop zij is bekendgemaakt.

  • 4.

    De verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 17 december 1998.
De secretaris,
Drs. R.J. Mauer
De voorzitter,
mw. Drs. A.E. Koopmanschap

Inrichting begraafplaats Zuidbuurt Zoeterwoude