Verordening op de welstandscommissie

Geldend van 11-10-1992 t/m heden

Intitulé

Verordening op de welstandscommissie

Nr . og92-1227b

De raad der gemeente Z o e t e r w o u d e

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 september 1992 nr . 0g/92-1227a ;

gelet op artikel 62 van de gemeentewet en de artikelen 42 en 48 van de Woningwet;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende Verordening op de welstandscommissie.

Artikel 1

De welstandscommissie adviseert over:

  • 1.

    Over aanvragen om bouwvergunningen als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet;

  • 2.

    meldingen van het voornemen tot het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 42, lid 1, van de Woningwet.

Artikel 2

  • 1. De welstandscommissie bestaat uit drie leden en één plaatsvervangend lid. De leden en het plaatsvervangend lid moeten architect zijn .

  • 2. De leden en het plaatsvervangend lid van de welstandscommissie worden benoemd door burgemeester en wethouders, nadat de Bond van Nederlandse Architecten, kring Rijnland, in de gelegenheid is gesteld een aanbeveling te doen welke tweemaal zoveel namen bevat als er Personen moeten Worden aangewezen.

  • 3. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.

  • 4. De welstandscommissie wordt bij gestaan door een door burgemeester en wethouders te benoemen secretaris, die geen lid is van de commissie .

  • 5. Het lid van de commissie dat verhinderd is een vergadering bij te wonen geeft daarvan kennis aan de secretaris, in welk geval zijn plaatsvervanger optreedt.

  • 6. De welstandscommissiekan niet vergaderen als niet tenminste twee leden en de secretaris tegenwoordig zijn.

Artikel 3

Eén stemhebbend lid van de welstandscommissie treedt elk jaar af volgens een door de commissie op te maken rooster.

Een aftredend lid is eerst benoembaar, wanneer sedert de datum van de aftreding een jaar is verlopen.

Bij periodiek aftreden van een lid schuift in de regel het plaatsvervangend lid op, zodat deze commissielid wordt.

Artikel 4

De stemhebbende leden van de welstandscommissie genieten voor hun werkzaamheden een nader door burgemeester en wethouders te bepalen vacatiegeld en vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Artikel 5

  • 1.

    Deze verordening, die kan worden aangehaald als ''Verordening op de welstandscommissie", treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ''Verordening regelende de samenstelling , taak en de werkwijze van het gemeentelijk welstandstoezicht'', vastgesteld bij raadsbesluit van 8 maart 1967.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad , gehouden op 1 oktober 1992.
De secretaris,
L.Kruithof
De voorzitter
Ing. A.J.M. Houdijk

Toelichting

Artikel 1

In artikel 9.2 van de Bouwverordening is bepaald, dat de advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan de welstandscommissie.

In de Bouwverordening zijn voorts de werkwijze van de welstandscommissie geregeld, alsmede de wijze waarop de belanghebbende betrokken wordt bij de welstandsadvisering.

Voorschriften over de samenstelling en bevoegdheid van de welstandscommissiehoren, gelet op de limitatieve opsomming van artikel 8 van de (herziene) Woningwet, niet in de Bouwverordening thuis. Deze zijn onderdeel van onderhavige Verordening op de Welstandscommissie.

De wet stelt preventief welstandstoezicht voor bouwvergunningplichtig bouwen verplicht.

Met betrekking tot meldingsplichtig bouwen is geen wettelijke verplichting tot preventief welstandstoezicht. Er is echter voor gekozen, ook bij meldingsplichtige bouwwerken advies te vragen aan de welstandscommissie.

Artikel 2

Lid 1

De (herziene) Woningwet spreekt expliciet over een commissie van onafhankelijke deskundigen. In verband hiermee moeten de commissieleden en het plaatsvervangend lid architect zijn.

Lid 2

De leden van de commissie moeten onafhankelijk zijn. De door burgemeester en wethouders te benoemen ambtelijk secretaris is niet onafhankelijk van burgemeester en wethouders, en kan dus geen lid van de commissie zijn.

Lid 6

De mogelijkheid tot afdoening bij mandaat is geregeld in artikel 9.5 van de Bouwverordening.