Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen  

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:  

a. waterkeringen: zeewering, dijken, kaden en andere kunstmatige of natuurlijke hoogten, onder welke benaming ook, die dienen tot kering van zee-, rivier-, boezem- of polderwater;

b. wateren: oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water; deze worden naar functie onderscheiden

in:

1. primaire wateren: wateren en watergangen onder welke benaming ook, die als zodanig zijn aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet;

2. secundaire wateren: overige wateren en watergangen onder welke benaming ook, niet zijnde primaire wateren, die als zodanig zijn aangegeven, respectievelijk vastgelegd in de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet;

c. kunstwerken: waterstaatkundige werken, die van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap.

d. watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktelichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.  

Hoofdstuk 2. Gebied, taken en onderhoudsverplichtingen

Artikel 2

1. De begrenzing van het gebied, waarin de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 3 worden uitgeoefend, is aangegeven op de bij dit reglement behorende bijlage bij het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland (17.1145_02). Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de begrenzing zonodig nader in detail te bepalen.

2. Een gewaarmerkt exemplaar van de in het eerste lid bedoelde kaart berust bij de provincie Zuid-Holland en bij het hoogheemraadschap.  

Artikel 3

1. Het hoogheemraadschap heeft tot taak de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet uitdrukkelijk aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen.

2. Deze taak omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor de zuivering van afvalwater, daaronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat krachtens artikel artikel 2.17, eerste lid, van de Omgevingswet om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het hoogheemraadschap.

3. Als uitvloeisel van de taak, bedoeld in het tweede lid is het hoogheemraadschap tezamen met de aangrenzende waterschappen belast met de zorg voor de instandhouding van de landscheidingen tussen het hoogheemraadschap enerzijds en de aangrenzende waterschappen anderzijds.

4. De taak van het hoogheemraadschap omvat mede de zorg voor de toepassing van de Scheepvaartverkeerswet, voorzover het wateren betreft waarvoor het hoogheemraadschap is aangewezen als bevoegd gezag.

Artikel 4

1.Het onderhoud van waterkeringen berust bij het hoogheemraadschap, voor zover het betreft het instandhouden van stabiliteit en profiel, tenzij een derde daartoe verplicht is. 

2. Het onderhoud van primaire wateren berust bij het hoogheemraadschap, tenzij een derde daartoe verplicht is.

3. Het onderhoud van kunstwerken berust bij het hoogheemraadschap, tenzij een derde daartoe verplicht is, of, indien zodanige verplichting ontbreekt of niet bekend is, bij de zakelijk gerechtigde tot het kunstwerk.

Artikel 5

De onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtingen betreffende de waterkeringen en wateren worden aangegeven respectievelijk vastgelegd in de legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet.  

1. In de legger wordt vermeld wat de functie is van het desbetreffende waterstaatswerk, wie met het onderhoud is belast en wat het onderhoud omvat.

2. Ten aanzien van de vaststelling van de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet zijn de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Vervallen. 

Hoofdstuk 3

Zetel en bestuur

Artikel 7

Het hoogheemraadschap heeft zijn zetel in Delft.

Artikel 8

Het bestuur van het hoogheemraadschap bestaat uit een Algemeen Bestuur, aangeduid onder de benaming van Verenigde Vergadering, een Dagelijks Bestuur, aangeduid onder de benaming dijkgraaf en hoogheemraden en een voorzitter, aangeduid onder de benaming dijkgraaf.

Artikel 9

  • 1. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden. Van deze leden vertegenwoordigen:

    • a.

      drieëntwintig leden de categorie ingezetenen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter a van de Waterschapswet; 

    • b.

      vier leden de categorie ongebouwd als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter b van de Waterschapswet;

    • c.

      één lid de categorie natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter c van de Waterschapswet;

    • d.

      twee leden de categorie bedrijven als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter d van de Waterschapswet.

  • 2.

    • a.

      De leden bedoeld in het eerste lid, onder b worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord.

    • b.

      De leden bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandelop voordracht van de regionale raad van de Regio Zuidwest, genoemd in het Besluit vaststellingregio’s.

    • c.

      Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden benoemd door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren. 

Artikel 10

1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.

2. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid van de Waterschapswet.

Artikel 11

Vervallen. 

Artikel 12

1. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan te allen tijde daaruit ontslag nemen. Het doet daarvan schriftelijk bericht aan het Algemeen Bestuur.

2. Schorsing van en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur brengen terstond schorsing van, onderscheidenlijk verlies van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur mee.

Artikel 13

Vervallen. 

Hoofdstuk 4 Bevoegdheden en verplichtingen bestuur

Artikel 14

Het Algemeen Bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 15

Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het Algemeen Bestuur.  

Artikel 16

1. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur kunnen commissies instellen die hen van advies dienen over onderwerpen die het belang van het hoogheemraadschap betreffen.

2. In het Reglement van Orde voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en voor de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur worden, indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in het eerste lid, regels gesteld omtrent de benoeming, de zittingsduur, de adviestaken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie.

3. Tot lid van een commissie kunnen mede worden benoemd niet tot het bestuur van het hoogheemraadschap behorende personen.

4. Indien adviescommissies worden ingesteld ten behoeve van het Algemeen Bestuur, is op die commissies artikel 35 van de Waterschapswet van toepassing.  

Artikel 17

Artikel 86, vierde lid van de Waterschapswet blijft ten aanzien van de daarin genoemde beslissingen van het Dagelijks Bestuur buiten toepassing.

Artikel 18

Vervallen. 

Hoofdstuk 5

Toezicht

Artikel 19

Vervallen. 

Artikel 20

Het dagelijks bestuur zendt onverwijld aan gedeputeerde staten:

  • a.

    ontwerpbesluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van een omgevingsvergunning voor een permanente wateronttrekkingsactiviteit in een grondwaterbeschermingsgebied, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, als bedoeld in artikel 7.93 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;

  • b.

    besluiten tot vaststelling van een calamiteitenplan, als bedoeld in artikel 19.14 van de Omgevingswet;

  • c.

    besluiten tot oprichting of deelneming in een rechtspersoon.

Hoofdstuk 6

Overgangs en slotbepalingen

Artikel 21

Nadere voorzieningen ter uitvoering van dit reglement vereist, doch waaromtrent een regeling ontbreekt, worden door Gedeputeerde Staten getroffen.

Artikel 22

Vervallen. 

Artikel 23

Vervallen. 

Ondertekening

Den Haag, 24 mei 2006
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
J. Franssen, voorzitter
H. Engels-Van Nijen, griffier
 

De Bijlage behorende bij het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde Bijlage bij het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland (17.1145_02).

afbeelding binnen de regeling