Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998 (Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998)

Geldend van 16-11-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998 (Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998)

Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 19 juni 1998, tot vaststelling van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998 (Prov. Blad 1998. nr. 26), gewijzigd bij besluit van 11 december 1998, (Prov. Blad 1998, nr. 63), gewijzigd bij besluit van 19 december 2001, (voordracht 5101, Prov. Blad 2001, nr. 106), bij besluit van 18 december 2002, (voordracht 5250, Prov. Blad 2002, nr. 82) , bij besluit van 12 november 2003, (voordracht 5361, Prov. Blad 2003, nr. 77) , bij besluit van 10 november 2004, (voordracht 5497, Prov. Blad 2004, nr. 82) , bij besluit van 9 november 2005 (voordracht 5631, Prov. Blad 2005, nr. 93), bij besluit van 8 november 2006 (Prov. Blad 2006, nr. 74) bij besluit van 13 december 2006 (Prov. Blad 2007, nr. 21), bij besluit van 17 oktober 2007 (Prov. Blad 2007, nr. 105) en bij besluit van 14 november 2007 (Prov. Blad 2007, nr. 107), bij besluit van 12 november 2008 (Prov. Blad 2008, nr. 101) en bij besluit van 11 november 2009 (Prov. Blad 2009, nr. 78), bij besluit van 9 november 2011 (Prov. Blad 2011, nr. 121), bij besluit van 31 oktober 2012 (Prov. Blad 2012, nr. 148) en bij besluit van 6 november 2013 (Prov. Blad 2013, nr. 193).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet milieubeheer;

  • b. storten van afvalstoffen: op of in de bodem brengen van afvalstoffen, al dan niet in verpakking, om deze stoffen daar te laten;

  • c. stortplaats: inrichting waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, danwel het gedeelte van een inrichting waar afvalstoffen worden gestort, indien de inrichting niet uitsluitend afvalstoffen worden gestort;

  • d. gesloten stortplaats: stortplaats ten aanzien waarvan de in artikel 8.47, derde lid, van de wet, bedoelde verklaring is afgegeven;

  • e. bedrijfsgebonden stortplaats: stortplaats waar uitsluitend afvalstoffen worden gestort, die afkomstig zijn van binnen de inrichting waartoe de stortplaats behoort;

  • f. doelvermogen: het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen, dat op het moment van aanvang van de nazorg moet zijn opgebracht;

  • g. sluitingsverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de wet

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam 'nazorgheffing' wordt bij wijze van een directe provinciale belasting een heffing geheven ter bestrijding van de kosten gemoeid met:

  • a. de in artikel 8.49, eerste lid, van de wet bedoelde zorg voor de in de provincie Zuid-Holland gelegen stortplaatsen;

  • b. de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 6:176, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3 Belastingplicht

De nazorgheffing wordt geheven van degene die een stortplaats drijft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De nazorgheffing wordt niet geheven terzake van baggerspeciestortplaatsen, die worden gedreven of mede worden gedreven door de minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 5 Maatstaf van de heffing

De nazorgheffing wordt geheven per stortplaats.

Artikel 6 Tarieven

1. De nazorgheffing wordt zodanig vastgesteld dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden, die naar verwachting gemoeid zullen zijn met de uitvoering van het in artikel 8.49, derde en vierde lid van de wet bedoelde nazorgplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd, of indien geen nazorgplan geldt, de in artikel 8.49 van de wet bedoelde zorg voor die stortplaats.2. De nazorgheffing wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.3. In het jaar dat de sluitingsverklaring wordt afgegeven het tarief van de heffing gelijk aan het verschil tussen (i) het doelvermogen zoals dat op het moment van afgifte van de sluitingsverklaring kan worden bepaald en (ii) de stand van de reserve ten behoeve van de nazorg van de stortplaats zoals die blijkt uit de jaarrekening van dat fonds zoals dat is vastgesteld voorafgaand aan het jaar van afgifte van de sluitingsverklaring.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is een kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De nazorgheffing wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

De verschuldigde nazorgheffing moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de nazorgheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Voorlopige aanslag

1. Na aanvang van het belastingtijdvak kan de in artikel 227a, tweede lid, sub b van de Provinciewet bedoelde provincieambtenaar aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot ten hoogste het bedrag, waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.2. Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het in de vorige volzin bepaalde, door een of meer voorlopige aanslagen worden aangevuld.3. De voorlopige aanslagen worden met de aanslag verrekend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 1998 en geldt tot en met 31 december 2013. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998'.

Ondertekening

Den Haag, 19 juni 1998 Provinciale Staten van Zuid-Holland, J.M. LEEMHUIS-STOUT,  voorzitter A.J. KORFF, griffier  

Bijlagen Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 1998 

Wettelijk kader.

Op grond van artikel 15.47 Wet Milieubeheer is voor de provincie een nazorgregeling opgesteld. Volgens de regeling is het provinciaal bestuur na sluiting van een stortplaats verantwoordelijk voor het voorkomen van milieuschade. In de wet wordt onder nazorg verstaan dat na sluiting van een stortplaats de milieubeschermende voorzieningen periodiek moeten worden gecontroleerd en vervangen. Hiervoor wordt door de exploitant voor de sluiting een nazorgplan ter goedkeuring aan uw college voorgelegd.