Uitvoeringsregels Woonkostentoeslag gemeente Zuidhorn

1. Indien de belanghebbende een woning bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten , gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag geen belemmering vormt voor de toekenning van die huurtoeslag, maar hij door omstandigheden buiten zijn schuld om nog geen aanspraak kan maken op deze toeslag, wordt een woonkostentoeslag verstrekt tot de datum waarop de belanghebbende wel in aanmerking komt voor huurtoeslag.

2. De woonkostentoeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag die de belanghebbende gelet op zijn financiële situatie op grond van de Wet op de huurtoeslag voor woonkosten per maand zou ontvangen bij een inkomen op bijstandsniveau verminderd met alle inkomsten boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Het totale vermogen bedraagt niet meer dan de vermogensgrens op grond van de Participatiewet.

1. Indien de belanghebbende een woning in eigendom bezit, waar hij in woont, waarvan de hoogte van de woonkosten gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag geen belemmering zou vormen voor toekenning van huurtoeslag wordt een woonkostentoeslag toegekend.

2. De woonkostentoeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag die belanghebbende op grond van de Wet op de huurtoeslag gelet op zijn financiële situatie voor de woonkosten per maand zou ontvangen.

3. Er wordt direct rekening gehouden met de belastingteruggave in verband met negatieve inkomsten uit eigen woning (betaalde hypotheekrente – het eigen woning forfait).

4. Alle inkomsten boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden volledig in mindering gebracht op de woonkostentoeslag. Het totale vermogen bedraagt niet meer dan de vermogensgrens op grond van de Participatiewet.

1. Aan de woonkostentoeslag, bedoeld in artikel 3, wordt met toepassing van artikel 55 van de Participatiewet de verplichting verbonden dat de belanghebbende zo spoedig mogelijk verhuist naar een goedkopere woning, waarvoor geen aanspraak meer op woonkostentoeslag hoeft worden gedaan.

2. Indien de woning een eigen woning betreft, moet de belanghebbende de woning zo spoedig mogelijk te koop zetten, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

3. De verhuisplicht wordt niet opgelegd aan:

• a.

  gehandicapten, als blijkt dat verhuizen of te koop zetten van de woning ongewenst is gelet op de medische en sociale omstandigheden of in verband met de aangebrachte aanpassingen in en om de woning;

• b.

  personen met de pensioengerechtigde leeftijd, als een goedkoper woonalternatief, gelet op medische en sociale omstandigheden ongewenst of niet voorhanden is;

• c.

  huishoudens bestaande uit 8 personen of meer;

• d.

  of wanneer de belanghebbende naar vermogen getracht heeft goedkopere woonruimte te vinden, maar dat niet gelukt is. De woonkostentoeslag wordt dan met maximaal 1 jaar verlengd.

1. Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling Woonkostentoeslag gemeente Zuidhorn.

2. Dit besluit treedt per 1 januari 2017 in werking.