Regeling vervallen per 08-01-2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn

Geldend van 01-01-2007 t/m 07-01-2019

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording.

  • 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Op het persoonsgebonden budget is de Overeenkomst persoonsgebonden budget gemeente Zuidhorn van toepassing.

  • 1.2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstige vermoeden bestaat dat het persoonsgebonden budget niet adequaat besteed zal worden.

  • 1.3. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. In artikel 10 van dit besluit staat de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel.

  • 1.4. Wanneer het persoonsgebonden budget hoger is dan € 5.000, legt de budgethouder aan het college verantwoording af. Na aanschaf van de voorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, dan wel na afloop van de periode waarop het persoonsgebonden budget van toepassing is, wordt aan het college door de budgethouder, voor zover van toepassing, verstrekt:

    • a.

      De nota/factuur van de aangeschafte voorziening;

    • b.

      Een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening;

    • c.

      Een overzicht van de salarisadministratie.

  • 1.5. De controle door het college op de stukken bedoeld in het vorige lid kan plaatsvinden na afloop van de verstrekking, dan wel na afloop van enig kalenderjaar, dan wel na afloop van de periode waarop het persoonsgebonden budget van toepassing is.

Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen voor Hulp bij het Huishouden.

De gemeente Zuidhorn heft een eigen bijdrage over hulp bij het huishouden. Dit gebeurt binnen de kaders van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Er worden vier groepen onderscheiden, waarbij in overeenstemming met de AMvB voor elke groep een verschillende eigen bijdrage wordt gevraagd.

Artikel 2. Omvang van eigen bijdragen.

  • Er wordt uitgegaan van het verzamelinkomen van 2 jaar voorafgaande aan de aanvraag. Dit inkomen staat vermeld op de definitieve belastingaanslag.

  • 2.1. Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt € 16,60 per vier weken, terwijl het percentage van het verzamelinkomen boven € 16.137 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

  • 2.2. Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 16,60 per vier weken, terwijl het percentage van het verzamelinkomen boven € 14.162 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

  • 2.3. Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 23,80 per vier weken, terwijl het percentage van het verzamelinkomen boven € 20.810 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

  • 2.4. Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 23,80 per vier weken, terwijl het percentage van het verzamelinkomen boven € 19.837 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

Hoofdstuk 3. Hulp b[j het huishouden.

Artikel 3. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden.

De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp bij het huishouden als volgt plaats. De hoogte van het bedrag is het midden van de bij de klasse behorende aantal uren vermenigvuldigd met het uurbedrag. Het uurbedrag is 75 % van het gemiddelde uurbedrag dat de zorgaanbieders in de gemeente Zuidhorn in natura leveren.

Klasse

Aantal uren

HV 1

HV 2

1

0 tot 2 uur per week

€ 10,61

€ 15,44

2

2 tot 4 uur per week

€ 31,83

€ 46,32

3

4 tot 7 uur per week

€ 58,36

€ 84,92

4

7 tot 10 uur per week

€ 90,19

€ 131,24

5

10 tot 13 uur per week

€ 122,02

€ 177,56

6

13 tot 16 uur per week

€ 153,85

€ 223,88

Als het aantal geïndiceerde uren hoger is dan de bovengrens van klasse 6, dan wordt het tarief van klasse 6 verhoogd met een uurbedrag van € 10,61 voor HV 1 en € 15,44 voor HV 2 vermenigvuldigd met het aantal uren waarmee de bovengrens wordt overschreden.

Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.

Artikel 4. Vaststelling financiële tegemoetkoming

De financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. Wanneer de financiële tegemoetkoming meer dan € 5.000 bedraagt, moet de aanvrager 2 offertes indienen.

Artikel 5. Hoogte van financiële tegemoetkomingen woonvoorzieningen horend bij artikel 11 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

  • 5.1. De hoogte van de door het college vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder b van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt 100% van de voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komende kosten, tot een maximum van € 47.169, tenzij dit leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 5.2. De administratiekosten als genoemd in artikel 11 lid 1 sub b onder 10 van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning worden alleen vergoed voorzover de kosten van artikel 11 sub b onder 1 t/m 9 meer dan € 939 bedragen. In dat geval wordt 10 % van de administratiekosten vergoed, met een maximum van € 352.

  • 5.3. De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder c van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (woonvoorzieningen van niet- bouwkundige of woontechnische aard) bedraagt:

    • a.

      Voor roerende woonvoorzieningen, niet zijnde woningsanering, 100% van de aanschafkosten, tenzij de roerende woonvoorzieningen in natura worden verstrekt.

    • b.

      Voor woonsaneringskosten, afhankelijk van de leeftijd van de stoffering 100% tot nihil. Het volgende vergoedingsschema wordt gehanteerd:

      • 1e jaar na aanschaf: 100 %

      • 2e jaar na aanschaf: 87,5 %

      • 3e jaar na aanschaf: 75 %

      • 4e jaar na aanschaf: 62,5 %

      • 5e jaar na aanschaf: 50 %

      • 6e jaar na aanschaf: 37,5 %

      • 7e jaar na aanschaf: 25 %

      • 8e jaar na aanschaf: 12,5 %

      • jaren erna: nihil

  • 5.4. De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder d van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (onderhoud, reparatie en keuring) bedraagt 100% van de voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komende kosten.

  • 5.5. De hoogte van de door burgemeester en wethouders te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder e van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (tijdelijke huisvesting) bedraagt maximaal € 487 per maand met een maximum van 6 maanden.

  • 5.6. Bij eenvoudige woningaanpassingen zal, in de situatie dat de persoon met beperkingen tevens eigenaar is van de woning, de vergoeding worden vastgesteld op basis van de gehanteerde richtprijzen van woningbouwvereniging Wold & Waard Woonservice voor dergelijke voorzieningen.

Artikel 6. Hoogte van overige financiële tegemoetkomingen

  • 6.1. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 15 lid 4 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn (bezoekbaar maken) bedraagt maximaal € 4.877.

  • 6.2. De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als genoemd in artikel 19 lid 3 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn (woonwagen en woonschip) bedraagt maximaal € 1.067.

  • 6.3. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 20 lid 1 onder d van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn bedraagt maximaal € 2.358.

  • 6.4. Het minimumbedrag om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 20 lid 3 sub a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn bedraagt € 9.384.

  • 6.5. De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 11 lid 1 onder f van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn (huurderving) bedraagt maximaal € 244 per maand tot een maximum van 6 maanden en met uitzondering van de eerste maand.

Hoofdstuk 5. Vervoersvoorzieningen.

Artikel 7.

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt door de gemeente Zuidhorn vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening. Indien nodig wordt dit bedrag verhoogd met 25 % van de tegenwaarde voor de kosten van onderhoud en reparatie van de voorziening.

Artikel 8.

De hoogte van een door het college te verlenen persoonsgebonden budgetten als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Vervoersvoorzieningen) bedragen:

  • a.

    Het normbedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto of eigen auto bedraagt € 829.

  • b.

    Het normbedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt € 829.

  • c.

    Het normbedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1.243.

  • d.

    Het normbedrag dat per jaar verstrekt wordt voor het gebruik van bovenregionaal vervoer én waarbij men gebruik kan maken van de Regiotaxi bedraagt € 420.

Artikel 23 lid 2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn geeft het primaat van het collectief systeem aan. Voor het gebruik van collectief vervoer wordt geen persoonsgebonden budget verstrekt.

Hoofdstuk 6. Rolstoelvoorzieningen.

Artikel 9.

  • 9.1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel, niet zijnde een sportrolstoel, wordt op basis van een offerte vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, verhoogd met 25 % van de tegenwaarde voor de kosten van onderhoud en reparatie van de voorziening.

  • 9.2. De rolstoelvoorziening wordt eens in de 5 tot 7 jaren verstrekt afhankelijk van de staat van de rolstoel, tenzij dit leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10.

De hoogte van een door het college te verlenen persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel bedraagt € 2.598 voor de aanschaf van de sportrolstoel zelf en 25 % hiervan voor de kosten van onderhoud en reparatie van de voorziening en kan maximaal eens in de drie jaar verstrekt worden. Het gehele bedrag wordt in één keer voor de periode van drie jaar uitgekeerd.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen.

Artikel 11. Verplicht advies.

Het bedrag waarboven ingevolge artikel 29 lid 2 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn advies wordt gevraagd bedraagt € 1.000.

Artikel 12. Samenhangende afstemming.

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn indien van toepassing aandacht besteed aan:

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    de psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

  • e.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager.

Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Artikel 13. Hardheidsclausule.

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit besluit, indien toepassing van het besluit leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 14. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 14.1. Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zuidhorn.

  • 14.2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.