Regeling vervallen per 01-01-2019

Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008

Bezoldigingsregeling 2008

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidhorn;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR/UWO,

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg,

B E S L U I T E N :

vast te stellen de navolgende regeling

Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008

I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:

    • 1

      de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO;

    • 2

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de CAR/UWO;

  • b

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b van de CAR/UWO;

  • c

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR/UWO;

  • d

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a van de CAR/UWO, opgenomen in bijlage II en IIa van die regeling;

  • e

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f

    bezoldiging; de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de CAR/UWO;

  • g

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b van de CAR/UWO;

  • h

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • i

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR/UWO;

  • j

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l van de CAR/UWO.

  • k

    aanloopschaal: de naastlagere schaal van de functieschaal.

  • l

    functieschaal: De met toepassing van functiewaardering bepaalde salarisschaal.

  • m

    uitloopschaal: De naasthogere schaal van de functieschaal.

II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1 Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat.

    Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2 Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld.op basis van het aantal in de betreffende maand gewerkte kalenderdagen.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 6

  • 1 De toepassing van bijlage II dan wel bijlage IIa van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van de CAR/UWO.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

  • 3 Inpassing vindt plaats in de functierang, tenzij de te benoemen ambtenaar naar het oordeel van burgemeester en wethouders op het moment van benoeming nog niet aan de functie-eisen voldoet.

  • 4 Inpassing in de aanloopschaal als gevolg van toepassing van het voorgaande lid vindt plaats voor de periode van één jaar, waarna inschaling in de functierang plaatsvindt. Wanneer de ambtenaar op dat moment nog niet aan de functie-eisen voldoet, is verlenging van de periode van inschaling in de aanlooprang mogelijk.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 6 Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Salaris diensthoofd

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 lid 2 wordt het salaris van het diensthoofd ingeschaald op één niveau onder de voor de burgemeester geldende salarisschaal, met dien verstande dat voor het diensthoofd ook de naasthogere schaal bij goed functioneren bereikbaar is, één en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Uitloopschaal

De ambtenaar die het maximumsalaris van zijn functieschaal heeft bereikt, heeft recht op inschaling in de uitlooprang, wanneer hij/zij vier jaar op het maximum van de functieschaal heeft gestaan en in een aaneengesloten periode van vier jaar na het bereiken van het maximum van de functieschaal als eerste beoordeling tenminste “voldoet nog niet/bijna aan de functie-eisen” heeft gehad, gevolgd door drie beoordelingen met als uitkomst “voldoet aan de functie-eisen” of “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen”.

Artikel 9 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1 Het salaris van de ambtenaar die een beoordeling “voldoet aan de functie-eisen” of “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen” heeft gekregen, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een schriftelijk advies van de leidinggevende, het salaris van de ambtenaar die een beoordeling “voldoet nog niet/bijna aan de functie-eisen” heeft gekregen, binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhogen tot het naasthogere bedrag.

  • 3 De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari van het jaar na de aanstelling en nadien telkens na een jaar.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

  • 1 Indien een ambtenaar een beoordeling “voldoet niet aan de functie-eisen” heeft gekregen, wordt de voor hem in artikel 9 bedoelde salarisverhoging achterwege gelaten.

  • 2 Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3 Indien het eerste lid van toepassing is, wordt de ambtenaar hiervan zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan onder vermelding van redenen.

Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1 Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    • a

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

    • b

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2 Voorzover nodig zal – in afwijking van het eerste lid onder a – de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 9 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 12 Gratificatie

  • 1 Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders een ambtenaar of een groep ambtenaren, een uitzonderlijke inzet in een tijdelijke bijzondere situatie heeft getoond, kan aan deze of aan de groep een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO worden toegekend.

  • 2 De gratificatie kan worden vastgesteld op de bedragen zoals die zijn vastgelegd in de Bijlage van deze regeling. In bijzondere gevallen kan, indien dit nader wordt gemotiveerd, van deze bedragen worden afgeweken.

Artikel 13 Tijdelijke persoonlijke toelage

  • 1 Aan een ambtenaar die over een tijdvak van tenminste 1 jaar een beoordeling “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen” heeft gekregen, kan een tijdelijke persoonlijke toelage voor de duur van één jaar worden toegekend.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde toelage wordt vastgesteld op de percentages zoals die zijn vastgelegd in de Bijlage van deze regeling.

  • 3 Wanneer een ambtenaar na één of meer jaren een tijdelijke persoonlijke toelage te hebben ontvangen, één jaar een beoordeling “voldoet aan de functie-eisen” krijgt, maar daarna weer een beoordeling “voldoet in ruime mate aan de functie-eisen” krijgt, kan de leidinggevende aangeven dat er aanleiding is om de opnieuw toe te kennen toelage vast te stellen op een niveau dat hoger ligt dan het aanvangsniveau.

Artikel 14 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1 Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging worden toegekend wegens de bijzonder positieve en stimulerende wijze waarop de ambtenaar invulling geeft aan zijn/haar functie.

  • 2 Deze verhoging kan één of meer periodieken omvatten, maar kan nooit leiden tot een salarisniveau dat hoger ligt dan het maximumsalaris van de functierang.

  • 3 Het moment waarop de verhoging plaatsvindt, leidt niet tot aanpassing van het tijdstip van de reguliere salarisverhoging.

Artikel 15 Arbeidsmarkttoelage

  • 1 Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2 De arbeidsmarkttoelage wordt toegekend voor een vooraf vastgestelde periode en bedraagt maximaal 10% van het bruto-jaarsalaris.

  • 3 De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Artikel 16 Andere beloningsvormen

  • 1 Aan de ambtenaar die niet voor één van de beloningsvormen uit de artikelen 12 tot en met 15 in aanmerking komt, kan door burgemeester en wethouders een andere vorm van beloning worden toegekend, zoals opgenomen in de bijlage.

  • 2 Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de mate van beloning op basis van dit artikel in redelijke verhouding staat tot de overige beloningsvormen.

Artikel 17 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 12 tot en met 15 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 18 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR/UWO.

Artikel 19 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar wiens salaris is ingeschaald in schaal 10a of lager, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.

Artikel 20 Toelage onregelmatige dienst

  • 1 Aan de ambtenaar wiens salaris is ingeschaald in schaal 10a of lager en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform artikel 3:3 van de CAR/UWO, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR/UWO.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen in een nadere regeling vast onder welke voorwaarden en tot welke hoogte toelagen worden toegekend.

  • 3 Ten aanzien van morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4 In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

  • 5 Voor de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden wordt de toelage onregelmatige dienst slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de dienstbetrekking is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

Artikel 21 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

  • 1 Aan de ambtenaar wiens salaris is ingeschaald in schaal 10a of lager en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR/UWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen voor de toepassing van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 22 Overige vergoedingen

  • 1 De ambtenaar die zijn auto, motorrijwiel of rijwiel met hulpmotor ten behoeve van de dienst gebruikt, ontvangt hiervoor een vergoeding op basis van gereden kilometers.

  • 2 De ambtenaar die voor een dienstreis gebruik maakt van het openbaar vervoer, ontvangt een vergoeding voor de aantoonbaar gemaakte kosten.

  • 3 Burgemeester en wethouders stellen, naast de in lid 1 genoemde vergoeding, de volgende toelagen ter beschikking:

    • a)

      toelage gladheidsbestrijding;

    • b)

      conciërgevergoedingen;

    • c)

      EHBO-toelage;

    • d)

      toelage inzake bijwonen vergaderingen buiten diensttijd;

    • e)

      kledingtoelage;

    • f)

      telefoonvergoeding;

    • g)

      vergoeding voor de grote schoonmaak;

    • h)

      BHV-vergoeding.

  • 4 De vergoedingen en toelagen genoemd in het eerste en tweede lid worden uitgekeerd overeenkomstig de door burgemeester en wethouders vastgestelde regeling (zie Bijlage).

Artikel 23 Afbouwtoelage

  • 1 Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 15, en

    • b

      de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 57 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 57 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 lid 2 sub a – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4 Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5 De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage kent het volgende verloop:

    • a

      a het eerste halfjaar na beëindiging of verlaging van de toelage ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen of de verlaging van de toelage;

    • b

      b het tweede halfjaar na beëindiging of verlaging van de toelage ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen of de verlaging van de toelage;

    • c

      c het derde halfjaar na de beëindiging of verlaging van de toelage ontvangt de ambtenaar 50% van dr daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen of de verlaging van de toelage;

    • d

      d het vierde halfjaar na de beëindiging of verlaging van de toelage ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen of de verlaging van de toelage.

  • 6 De periodes genoemd in lid 5 worden telkens met een halfjaar verlengd als de ambtenaar langer dan 10 jaar zonder onderbreking de toelage heeft ontvangen.

V Overige bepalingen

Artikel 24 Overgangsbepaling

Ten aanzien van medewerkers die vielen onder het regime van de beleidsnotitie Belonen op Maat I en/of de Bezoldigingsverordening 2001 worden bepalingen uit deze regelingen toegepast, indien deze voor hem/haar een gunstigere regeling bevatten dan de Bezoldigingsregeling 2008.

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 26 Slotbepalingen

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Bezoldigingsregeling gemeente Zuidhorn 2008’.

  • 3 De ‘Bezoldigings regeling gemeente Zuidhorn 2005’ komt hiermee te vervallen.

Ondertekening

Zuidhorn, 18 november 2008,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidhorn,

Burgemeester

E. Fennema

Secretaris

drs. L. Kootstra

BIJLAGE 1 januari 2008

1. Bedragen gratificatie

Een gratificatie ex art. 12 van de Bezoldigingsregeling bedraagt € 150,-. € 300,-. € 450,-. of € 600,-. netto.

2. Bedragen tijdelijke persoonlijke toelage

Een persoonlijke toelage ex art. 13 van de Bezoldigingsregeling wordt uitgekeerd als een bruto-bedrag. In het eerste jaar bedraagt de toelage 2%, in het tweede jaar 4% en vanaf het derde jaar 5% van het jaarsalaris.

3. Vormen beloning ex art. 16

Bij toepassing van artikel 16 van de Bezoldigingsregeling 2008 kunnen de daarin genoemde andere vormen van beloning onder meer bestaan uit:

  • -

    extra vrije dagen;

  • -

    een gehele of gedeeltelijke vergoeding/buitengewoon verlof voor opleiding of studiereis;

  • -

    tegoedbonnen;

  • -

    toegangskaarten voor evenementen.

4. Toelagen onregelmatige dienst aangewezen ambtenaren

Voor onregelmatige dienst ontvangt de ambtenaar die werkzaam is als:

  • -

    beheerder sporthal Zuidhorn een toelage van 25 % bruto per maand;

De toelage is een percentage van het maandsalaris, steeds aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

5. Toelage gladheidbestrijding

De 3 opzichters die ingevolge aanwijzing van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar voor gladheid aan huis zijn gebonden en daarbij verplicht zijn van tijd tot tijd (ook 's nachts) de toestand van de weg in ogenschouw te nemen, ontvangen daarvoor elk een vergoeding van € 720,-. bruto per jaar.

Het winterseizoen is ongeveer de periode van eind oktober tot eind april.

De 4 vrachtwagenchauffeurs die ingevolge aanwijzingen van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar van gladheid aan huis zijn gebonden om bij waarschuwing de gladheidbestrijding uit te voeren, ontvangen daarvoor elk een vergoeding van € 809,64 bruto per jaar.

De trekkerchauffeur die ingevolge aanwijzingen van het afdelingshoofd Openbare Werken bij gevaar van gladheid aan huis is gebonden om bij waarschuwing de gladheidsbestrijding uit te voeren, ontvangt daarvoor een vergoeding van.€ 539,88 per jaar indien hij is ingedeeld in een ploeg van 3 trekkerchauffeurs. Bij een andere indeling wordt de beloning naar evenredigheid aangepast.

De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

Naast deze toelage is de overwerkregeling van toepassing voor de chauffeurs zodra zij daadwerkelijk buiten diensttijd gaan werken. De overwerkvergoeding voor de opzichter gaat gelden als hij daadwerkelijk langer dan een half uur achtereen buiten de diensttijd werkt.

6. E.H.B.O. toelage

De toelage bedraagt € 9,30 bruto per maand en wordt toegekend naast de vergoeding voor de cursus en de periodieke bijscholing.

De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

7. Toelage bedrijfshulpverlening (BHV)

De BHV toelage bedraagt € 15,70 per jaar maand bruto.

De toelage wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

8. Conciërgevergoedingen

De ambtenaar die (onder meer) de taak van sleutelbewaring heeft gekregen, ontvangt hiervoor een vergoeding van € 84,58 per maand bruto. De ambtenaar die (mede) tot taak heeft om handdoeken te wassen, ontvangt hiervoor een vergoeding van € 13,76 per maand bruto.

Deze vergoedingen worden aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

9. Bijwonen vergaderingen buiten diensttijd

Ambtenaren wier salaris is ingeschaald in salarisschaal 10a of lager hebben recht op een vergoeding overeenkomstig de overwerkregeling.

Ambtenaren in salarisschaal 11 of hoger hebben geen recht op overwerkvergoeding.

Het werk buiten de normale werkuren kan door elke ambtenaar in vrije tijd worden omgezet.

10. Kledingtoelage

Het gemeentebestuur kan bedrijfskleding verplicht stellen. Deze kleding wordt door de gemeente beschikbaar gesteld.

11. Telefoonvergoeding

De vergoeding wordt op een fictief bedrag gesteld en bedraagt 1/3 van de gesprekskosten met een maximum van € 86,35 per jaar. De uitbetaling vindt plaats rekening houdend met de belastingvoorschriften.

Dit maximum wordt aangepast met het percentage van de algemene salarisverhoging zoals vastgelegd in de CAO-gemeenten.

12. Vergoeding voor de grote schoonmaak

De ambtenaar die in dienst van de gemeente Zuidhorn is belast met het schoonhouden van een openbaar gebouw en de grote schoonmaak in het takenpakket heeft, ontvangt voor het uitvoeren van de grote schoonmaak een bruto vergoeding van 180 % van het voor deze ambtenaar geldende maandsalaris.

13. Vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer en Openbaar Vervoer (OV)

Voor de vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer wordt een bedrag per kilometer vergoed overeenkomstig de rijksregeling.

Vergoeding voor reiskosten met het OV vindt plaats op basis van getoonde vervoersbewijzen.

14. Vergoeding reiskosten vrijwillige brandweer

Voor de vergoeding voor reiskosten met eigen vervoer aan leden van de vrijwillige brandweer wordt een bedrag van € 0,42 bruto per kilometer vergoed.