Regeling vervallen per 01-07-2013

Handhavingsverordening WWB, WIJ, IAOW en IAOZ

Geldend van 29-07-2010 t/m 30-06-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2009

Intitulé

Handhavingsverordening WWB, WIJ, IAOW en IAOZ

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:1. WWB: de Wet werk en bijstand; 2. WIJ: de Wet investeren in jongeren;3. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers4. IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen5. hoogwaardig handhaven: alle activiteiten van de gemeente die bewerkstelligen dat bovenstaande wetten (spontaan) wordt nageleefd;6. fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de gemeente;7. misbruik: het ontvangen van een uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende te wijten is;8. oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod volgens de regels van bovenstaande wetten, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wetten heeft bestaan;9. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidplas;10. de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas;11. de gemeente: de gemeente Zuidplas.12. Afstemmingsverordening: Afstemmingsverordening WWB, Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ gemeente Zuidplas en de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Zuidplas. 

  • 2 De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en de Algemene wet Bestuursrecht (Awb).

Hoofdstuk 2 Preventie

Artikel 2 Voorlichting, communicatie en hoogwaardig handhaven

  • 1 Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ, waaronder de bestrijding van fraude, en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 2 Het college kan ter nadere uitvoering van dit onderdeel van de verordening een beleidsplan vaststellen.

  • 3 Het college voert onderzoeken en bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen bijstandsuitkeringen en/of inkomensvoorzieningen na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.

Hoofdstuk 3 Terugvordering en verhaal

Artikel 3 Terugvordering van bijstand, uitkering en inkomensvoorziening

  • 1 Het college vordert de kosten van bijstand, uitkering en/of inkomensvoorzienig terug in de gevallen die in de artikelen 58 en 59 van de WWB, de artikelen 54 en 55 van de WIJ, de artikelen 25 en 26 van de IOAW en de artikelen 25 en 26 van de IOAZ zijn aangegeven, voor zover zich hier geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2 Van terugvordering kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3 Het college stelt nadere regels vast in welke situaties wordt afgezien van terugvordering, waaronder begrepen de regels ten aanzien van dringende redenen.

  • 4 Het college stelt nadere regels vast omtrent de terugvordering van de kosten van bijstand, uitkering en/of inkomensvoorziening.

Artikel 4 Verhaal

  • 1 Het college verhaalt de kosten van bijstand op grond van de WWB overeenkomstig paragraaf 6.5 WWB boven een nader door het college te bepalen bedrag , voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2 Het college verhaalt de kosten van de inkomensvoorziening conform het bepaalde in artikel 57 WIJ;

  • 3 Het college stelt nadere regels in de gevallen waarin wordt afgezien van verhaal, waaronder begrepen de regels ten aanzien van dringende redenen.

Artikel 5 Invordering en kwijtschelding

  • 1 Het college stelt zich tot doel om de teruggevorderde en de op derden verhaalde bijstand en/of inkomensvoorziening maximaal in te vorderen voor zover zich hier geen andere regeling tegen verzet.

  • 2 Ter uitvoering van het in het vorige lid gestelde, kan het college nadere regels vaststellen met betrekking tot de criteria voor categorieën van vorderingen, personen en termijnen voor het verrichten van heronderzoeken op vorderingen.

Hoofdstuk 4 Gevolgen bij fraude

Artikel 6 Afstemming van de bijstand en inkomensvoorziening

Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de bijstand en/of inkomensvoorziening, verlaagt het college de bijstand en/of inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening en de Maatregelen-verordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand en/of inkomensvoorziening.

Artikel 7 Aangifte bij OM

Indien een gedraging van een belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand en/of de inkomens-voorziening te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 8 Overgangsrecht

Op vorderingen, ontstaan voor de inwerkingtreding van de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ, blijft de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren van 4 januari 2010 van toepassing, tenzij het besluit na 1 juli 2010 valt en de nieuwe regels in het voordeel van de belanghebbende zijn. De laatstgenoemde verordening wordt tevens toegepast op vorderingen die in de periode van 1 januari 2010 tot 1 juli 2010 zijn ontstaan op grond van de IOAW en IOAZ.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na publicatie in werking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2010. Op hetzelfde tijdstip vervalt de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren d.d. 4 januari 2010.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ.