Regeling vervallen per 01-01-2015

Wijzigingsverordening tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand gemeente Zundert

Geldend van 05-01-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Wijzigingsverordening tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand gemeente Zundert

De raad van de gemeente Zundert;

gezien het advies van de Commissie Maatschappij;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, d.d. 8 november 2011;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, van de Wet werk en bijstand;

overwegende, dat intrekking van de Wet investeren in jongeren en wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 het noodzakelijk maakt om de verordeningen die hun grondslag vinden in laatstgenoemde wet aan te passen en voorts dat het gewenst wordt geacht het bestaande gemeentelijk beleid als vastgelegd in deze verordeningen zoveel mogelijk in stand te laten, in afwachting van toekomstige wetgeving die de gemeentelijke sociale zekerheid betreft;

BESLUIT:

vast te stellen de

Wijzigingsverordening tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand gemeente Zundert.

Artikel I. Wijziging Re-integratieverordening WWB gemeente Zundert

De Re-integratieverordening WWB wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Voor het hoofdstuk met de titel ‘Overgangs- en Slotbepalingen’ wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In dat hoofdstuk worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

  • B.

    Artikel 18a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

    Artikel 18a luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken van ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

  • C.

    Artikel 18b wordt ingevoegd met als opschrift: Afwijkende bepalingen voor jongeren.

    Artikel 18b luidt als volgt:

    In afwijking van hetgeen in deze verordening is bepaald, kunnen de volgende voorzieningen bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar:

  • a.

    onbeloonde additionele arbeid als bedoeld in artikel 10a van de wet;

  • b.

    de voorzieningen bedoeld in artikel 31, vijfde lid van de wet.

Artikel II. Wijziging Toeslagenverordening WWB gemeente Zundert

De Toeslagenverordening WWB gemeente Zundert wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Voor het hoofdstuk met de titel ‘Slotbepalingen’ wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In dat hoofdstuk worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

  • B.

    Artikel 8a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

    Artikel 8a luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

  • C.

    Artikel 8b wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging verwijzingen. Artikel 8b luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel a, van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, eerste lid, onderdeel b, van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel b, van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

  • 3.

    Waar in deze verordening wordt verwezen naar artikel 21, onderdeel c, van de wet, moet voor die verwijzing vanaf 1 januari 2012 worden gelezen: artikel 21, eerste lid, van de wet.

  • D.

    Artikel 8c wordt ingevoegd met als opschrift: Intrekking WIJ.

    Artikel 8c luidt als volgt:

  • 1.

    In afwijking van artikel 7 wordt aan een alleenstaande van 21 jaar geen toeslag toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25, van de wet.

  • 2.

    In afwijking van artikel 7 wordt aan een alleenstaande van 22 jaar geen toeslag toegekend in verband met het niet of niet geheel kunnen delen van kosten, bedoeld in artikel 25, van de wet.

  • 3.

    Aan het bepaalde in het tweede en derde lid wordt geen toepassing gegeven in de periode dat een verlaging in verband met schoolverlating wordt toegepast als bedoeld in artikel 28, van de wet.

Artikel III. Wijziging Afstemmings –en handhavingsverordening WWB gemeente Zundert

De Afstemmings- en handhavingsverordening WWB gemeente Zundert wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Voor het hoofdstuk met de titel ‘Slotbepalingen’ wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In dat hoofdstuk worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

  • B.

    Artikel 16a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

    Artikel 16a luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

  • C.

    Artikel 16b wordt ingevoegd met als opschrift: Onvoldoende meewerken aan plan van aanpak. Artikel 16b luidt als volgt:

    Onder ‘gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren’ als bedoeld in artikel 9 lid 2, wordt vanaf 1 januari 2012 mede verstaan: het onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren dan wel evalueren van een plan van aanpak, de verplichting om naar vermogen opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten, de verplichting voor jongeren om een aanvraag niet eerder in te dienen dan vier weken na melding en de verplichting om gedurende deze ‘wachttijd’ te zoeken naar mogelijkheden voor werk of scholing.

  • D.

    Artikel 16c wordt ingevoegd met als opschrift: Intrekking WIJ.

    Artikel 16c luidt als volgt:

  • 1.

    De bepalingen van deze verordening zijn vanaf 1 januari 2012 evenzo van toepassing op personen van 18 jaar en ouder doch jonger dan 27 jaar.

  • 2.

    Een verlaging op grond van gedragingen, benoemd in deze verordening, kan eveneens worden toegepast op de bijzondere bijstand die aan belanghebbenden op grond van artikel 12, van de wet, wordt verstrekt.

Artikel IV. Wijziging verordening Langdurigheidstoeslag WWB gemeente Zundert

De Verordening langdurigheidstoeslag wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Voor het artikel met de titel ‘inwerkingtreding’ wordt een nieuw artikel ingevoegd dat luidt als volgt: Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. De hierna volgende artikelen ingevoegd.

  • B.

    Artikel 5a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

    Artikel 5a luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

  • C.

    Aan artikel 3 van de verordening wordt toegevoegd lid 3: Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel V. Slotbepalingen

  • A.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de wetswijziging inzake Wet aanscherping WWB.

  • B.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • C.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand gemeente Zundert.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de
gemeente Zundert , d.d. 19 december 2011.
De raad voornoemd,
De waarnemend griffier,
M. Braspenning-Hereijgers
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff

ALGEMENE TOELICHTING

 

Achtergrond

Op 1 januari 2012 treedt de ‘Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden’ (kortweg: Wet Aanscherping WWB) in werking. Uitgangspunten van deze wetswijziging zijn:

  • 1.

    Grotere nadruk op eigen verantwoordelijkheid burger in de voorziening in het bestaan;

  • 2.

    Versterking van het activerende karakter en de vangnetfunctie van de Wet werk en bijstand (WWB);

  • 3.

    Aanscherping van de verplichtingen voor bijstandsgerechtigden;

  • 4.

    Beperking van de doelgroep voor het gemeentelijk minimabeleid.

 

Deze uitgangspunten leiden ertoe dat het wettelijk bijstandsregime substantieel van inhoud verandert.  Zo gaat voor jongeren een wettelijke zoektijd van vier weken gelden en hebben zij, anders dan onder het regime van de Wet investeren in jongeren (WIJ), geen recht meer hebben op een werkleeraanbod, maar op begeleiding bij de vormgeving van hun eigen verantwoordelijkheid op weg naar economische zelfstandigheid.

 

Een belangrijke wijziging in de regelgeving betreft voorts het afschaffen van de bijstand voor inwonende meerderjarige kinderen en ouders en de creatie van een toets op het huishoudinkomen. Voorts worden enkele nieuwe verplichtingen in de WWB opgenomen en wordt de doelgroep voor het minimabeleid beperkt tot de groep minima met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Daarnaast is een verordeningsplicht gecreëerd voor de maatschappelijke participatie van kinderen. 

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel I. De Re-integratieverordening WWB

Onderdelen A en B

De onderdelen A en B zijn reeds toegelicht in het algemene deel.

 

Onderdeel C

In 2009 heeft de gemeenteraad de 'tijdelijke verordening Wet investeren in jongeren gemeente Zundert' vastgesteld. Daarmee is voldaan aan de wettelijke opdracht om, middels een verordening, regels te stellen over de inhoud van het werkleeraanbod. Door het intrekken van de WIJ zal daarmee van rechtswege tevens de 'tijdelijke verordening Wet investeren in jongeren gemeente Zundert' komen te vervallen.

 

Bij een beleidsarme overgang moet minimaal worden geregeld dat voor jongeren niet tot het re-integratie-instrumentarium behoren bij de volgende ‘incentives’: inkomstenvrijlating, premies, vrijlating van onkostenvergoedingen voor vrijwilligerswerk en plaatsing in participatieplaatsen (*1). is met onderdeel C van artikel I van deze wijzigingsverordening beoogd. Verwezen is naar artikel 31, vijfde lid WWB. In dat artikel wordt aangegeven welke middelen niet vrijgelaten worden bij de verlening van algemene bijstand aan jongeren.

 

Artikel II. De Toeslagenverordening WWB

Algemeen

Voor de systematiek van het toeslagen- en verlagingenmodel in de WWB geldt dat dit ongewijzigd blijft. Zo blijft het een verplichting om een alleenwonende alleenstaande bijstandsgerechtigde een maximale toeslag toe te kennen (art. 25, eerste lid WWB) (*2) en blijven de mogelijkheden om verlagingen vast te stellen onaangetast. Niettemin leidt de wijziging van de begrippen met betrekking tot de bijstandssubjecten en de invoering van de huishoudtoets ertoe dat een beleidsmatige en wetstechnische heroverweging van het toeslagen- en verlagingenbeleid op zijn plaats is. Wat wel wijzigt is de doelgroep: door intrekken van de WIJ vallen jongeren voortaan onder de Toeslagenverordening WWB. Zie onderdeel D.

 

Onderdelen A en B

De onderdelen A en B zijn reeds toegelicht in het algemene deel.

 

Onderdeel C

In de toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Zundert wordt voor het bepalen van de hoogte van de toeslag  verwezen naar de norm, bedoeld in (artikelnummer). Omdat de wetswijziging ook leidt tot een herpositionering van de normen in de WWB, is voorzien in een gelijkstellingsbepaling, zodat ondubbelzinnig duidelijk is welke norm bedoeld wordt.

 

Onderdeel D

Dit onderdeel ziet specifiek op de gevolgen van de intrekking van de WIJ. Voor jongeren geldt dat op grond van de WIJ genomen besluiten gelden als besluiten genomen op grond van de WWB. Dat treft tevens de toeslagen en verlagingen die binnen het kader van de WIJ zijn genomen. Deze worden vanaf 1 januari 2012 eveneens geacht ten titel van de WWB te zijn genomen. Voor de eerder vastgestelde toeslagen en verlagingen op grond van de WIJ is geen specifiek overgangsrecht bepaald. De Toeslagenverordening WWB geldt vanaf 1 januari 2012 ook voor jongeren. In het eerste lid is dit vastgelegd.

 

Bij invoering van de WIJ is artikel 29 WWB, dat regelde dat voor 21- en 22-jarigen de toeslag kon worden verlaagd, vervallen. De betreffende bepaling werd opgenomen in de WIJ. Bij de wetswijziging wordt de klok weer teruggedraaid en artikel 29 WWB weer gereactiveerd. Dat betekent ook dat als de gemeente ervoor gekozen heeft om voor 21- en 22-jarigen in de Toeslagenverordening WWB een lagere toeslag toe te kennen, dit nu geregeld moet worden.

 

Artikel III. De Maatregelenverordening WWB

Onderdelen A en B

De onderdelen A en B zijn reeds toegelicht in het algemene deel.

 

Onderdeel C

De wetswijziging creëert enkele nieuwe wettelijke verplichtingen:

  • 1.

    de verplichting om gebruik te maken van voorzieningen, waaronder sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en, indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak (*3);

  • 2.

    de verplichting om naar vermogen opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten (*4);

  • 3.

    de verplichting voor jongeren om een aanvraag niet eerder in te dienen dan vier weken na melding (*5);

  • 4.

    de verplichting om gedurende deze ‘wachttijd’ te zoeken naar mogelijkheden voor werk of scholing (*6).

 

Om gedragingen die een schending vormen van deze verplichtingen te kunnen sanctioneren, is het in ieder geval voor de tweede en derde verplichting noodzakelijk om deze in de Maatregelenverordening WWB te benoemen. De eerste en vierde verplichtingen zullen in veel gevallen ook onder één van de reeds in de verordening benoemde categorieën gebracht kunnen worden. Voor het zoeken van scholing geldt dat dit niet, maar die verplichting treedt pas 1 juli 2012 in werking. Voor de duidelijkheid is in onderdeel C opgenomen dat het niet meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak wordt aangemerkt als een gedraging die de inschakeling in de arbeid belemmert. Uiteraard kan ook aangesloten worden bij een andere categorie.

 

Onderdeel D

Door het intrekken van de WIJ is de Maatregelenverordening WIJ komen te vervallen en gelden WIJ-besluiten als besluiten die op grond van de WWB zijn genomen. Voor het sanctioneren van maatregelwaardige gedragingen van jongeren biedt vanaf 1 januari 2012 derhalve de Maatregelenverordening WWB het regeltechnische kader. Dat betekent dat voor jongeren hetzelfde regime geldt als voor oudere bijstandsgerechtigden.

 

In onderdeel D is voor de volledigheid geregeld dat de Maatregelenverordening vanaf 1 januari 2012 ook geldt voor jongeren vanaf 18 jaar. Een maatregel kan ook worden opgelegd op de bijzondere bijstand die aan jongmeerderjarigen wordt verstrekt in aanvulling op algemene bijstand.

 

Artikel IV. De verordening Langdurigheidstoeslag

Algemeen

Op twee onderdelen is de wetswijziging voor de verordening Langdurigheidstoeslag van belang. Allereerst de reeds eerder geconstateerde herdefiniëring van de bijstandssubjecten en de daaraan gekoppelde huishoudtoets. Daarnaast de bepaling dat de inkomensgrens die voor het recht op langdurigheidstoeslag geldt maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm kan bedragen (*7).

 

Onderdelen A en B

Zie ook het algemeen deel van deze toelichting.

 

In de verordening wordt één van de normbedragen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag doorgaans gekoppeld aan ‘gehuwden’. Omdat dat begrip in de WWB als zelfstandig bijstandssubject is vervangen door het begrip ‘gezin’ dient dat ook in de verordening tot uitdrukking gebracht te worden. Dat wordt in onderdeel B geregeld.

 

Onderdeel C

Indien sprake is van gehuwden waarvan één persoon geen recht heeft op bijstand, wordt thans de langdurigheidstoeslag vastgesteld naar de norm voor een alleenstaande (ouder). Dit blijft zo, als er sprake is van een gezin dat slechts uit gehuwden bestaat. In onderdeel C is tot uitdrukking gebracht, dat als in de verordening voorzien is in een specifieke bepaling die dat regelt, die bepaling wordt vervangen door een bepaling die regelt dat als er tot het gezin een niet-rechthebbende behoort, dit slechts tot aanpassing van de hoogte van de langdurigheidstoeslag leidt als er slechts één rechthebbend gezinslid overblijft.

 

Artikel V. Inwerkingtreding en geldingsduur

De inwerkingtreding valt uiteraard samen met de inwerkingtreding van de wijzigingswet.

 

Een overgangsregeling is niet nodig. In de wijzigingswet is als hoofdregel opgenomen dat sprake is van onmiddellijke werking, dwz. dat per 1 januari 2012 de gewijzigde WWB direct van toepassing is op reeds bestaande rechtsposities en verhoudingen. Op onderdelen is daarvan afgeweken middels specifiek overgangsrecht. Voor deze wijzigingsverordening geldt evenzeer onmiddellijke werking. Uitzondering daarop vormt de aanpassing aan de Verordening langdurigheidstoeslag. Conform artikel 36 WWB vloeit uit de aard van de regeling voort dat voor aanvragen die vanaf 1 januari 2012 worden ingediend het ‘oude recht’ van toepassing is, voor zover de peil- en ingangsdatum voor die datum liggen.

 

VI. Slotbepalingen

Deze bepalingen spreken voor zich.                 

 

  

*1: Conform artikel 31, vijfde lid WWB. Zie ook Memorie van Toelichting, TK 32 815, nr. 3, p. …

*2: onverminderd verlagingen op andere gronden

*3: Art. 9, eerste lid, onderdeel b WWB

*4: Art. 9, eerste lid, onderdeel c WWB

*5: Art. 41, vierde lid WWB

*6: Art. 43, vierde lid WWB

*7: Art. 36, zesde lid WWB