Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012 gemeente Zundert

Geldend van 11-10-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012 gemeente Zundert

De raad van de gemeente Zundert;

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

BESLUIT

vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012 gemeente Zundert

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand , de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand:

    • b.

      raad: de gemeenteraad van de gemeente Zundert;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Zundert;

    • d.

      referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

    • e.

      peildatum: de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd;

    • f.

      inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een uitkering-WWB wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;

    • g.

      rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden met recht op langdurigheidstoeslag.

Artikel 2. Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 3. Langdurig, laag inkomen

  • 1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het gemiddelde inkomen per maand niet uitkomt boven 101% van de WWB-norm.

  • 2. Ten aanzien van perioden waarin een belanghebbende is uitgesloten van het recht op bijstand wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100% van de WWB-norm.

  • 3. Ten aanzien van perioden waarin bij gehuwden één echtgenoot is uitgesloten van het recht op uitkering-WWB worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100% van de gehuwdennorm.

  • 4. Geen recht op de langdurigheidstoeslag hebben personen die op de peildatum of in de referteperiode een uitkering op grond van de Wet op de Studiefinanciering of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten hebben genoten.

Artikel 4. Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 517,00

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 464,00

    • c.

      voor een alleenstaande € 364,00.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem/haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar. De bedragen worden op hele euro’s naar boven afgerond.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 5. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Verordening langdurigheidstoeslag Wwb gemeente Zundert” ingetrokken.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2012 gemeente Zundert.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2012,
De raad voornoemd.
De griffier,
B.A.M. Rijsbergen
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff