Regeling vervallen per 06-10-2011

Nadere regels voor grafbedekkingen op gemeentelijke begraafplaatsen

Geldend van 04-01-2007 t/m 05-10-2011

Intitulé

Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen

Burgemeester en wethouders van Zutphen;

gelet op artikel 13, tweede en derde lid, artikel 20, tweede lid, artikel 21, eerste lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zutphen 2007;

besluiten:

de volgende nadere regels vast te stellen voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 1 Inleiding

Artikel 1 Inleiding

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen aan:

    • -

      de Warnsveldseweg aangeduid met “Oude begraafplaats Zutphen”;

    • -

      de Voorsterallee aangeduid als “Oosterbegraafplaats Zutphen”;

    • -

      het gedeelte van de begraafplaats aan de Vordenseweg bestaande uit de vakken A, B, C en 0 aangeduid met “Oude begraafplaats Warnsveld”;

    • -

      het gedeelte van de begraafplaats aan de Vordenseweg bestaande uit de vakken E, F, G en H aangeduid met “Nieuwe begraafplaats Warnsveld”;

  • b.

    overledene: een lijk in de zin van de Wet op de lijkbezorging;

  • c.

    begraven: bet begraven of bijzetten van overledenen en het bijzetten van asbussen, met of zonder urn, in grafruimten of urnengraven;

  • d.

    familiegraf: is een eigengraf (maximaal twee naast elkaar), een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon gedurende een periode van 20 jaar het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn(en)

    • -

      het verstrooien van as in het graf;

  • e.

    gereserveerd graf: een familiegraf op locatie uitgezocht (en gereserveerd);

  • f.

    familie kindergraf: een graf bestemd voor het doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen, alsmede overleden kinderen tot 12 jaar;

  • g.

    familie urnengraf: een graf grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, zowel onder- als bovengronds;

  • h.

    urnenmuur: een aaneenschakeling van urnennissen gevat in een muur of aan de andere kant bouwwerk.

  • i.

    eigen urnennis: een nis waarvoor een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urn;

  • j.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • k.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, zowel onder- als bovengronds.

  • l.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • m.

    algemeen kindergraf: een gal bij de gemeente in beheer bestemd voor het doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen, alsmede overleden kinderen tot 12 jaar;

  • n.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • o.

    verstrooiingsplaats: een aangewezen plaats waarop as wordt verstrooid;

  • p.

    grafbedekking: een gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of urnennis;

  • q.

    gedenkteken: voorwerp op het graf of ter afsluiting van een urnennis voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken; 

  • r.

    algemene gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • s.

    eigen gedenkplaatje: een gedenkplaatje waarvoor aan een natuurlijk of een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het aanbrengen en aangebracht houden daarvan op een algemene gedenkplaats;

  • t.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • u.

    rechthebbende: degene aan wie een uitsluitend recht op een familiegraf is verleend.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

  • 1. Het verzoek om vergunning tot het plaatsen, het aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een graf of urnengraf’ moet schriftelijk worden gedaan.

  • 2. Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt gedagtekend en ondertekend en dient te bevatten: 

    • a.

      naam en adres van de verzoeker;

    • b.

      de relatie van de verzoeker tot de overledene(n);

    • c.

      de ligging (grafveld) en nummer van het graf, het urnengraf of urnennis;

    • d.

      (indien er sprake is van een eigen graf of een eigen urnengraf) de naam en het adres van de rechthebbende en, indien deze een ander is dan verzoeker, tevens diens toestemming;

    • e.

      de naam en het adres van de vergunninghouder en, indien deze een ander is dan de verzoeker, tevens diens toe stemming;

    • f.

      de naam en het adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert.

  • 3. Bij het verzoek dient (in tweevoud) een werktekening, schaal 1:5, te worden ingediend. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

    • c.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 3 Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk meegedeeld.

Artikel 4 Gedenkteken

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, duurzame of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. Een gedenkteken op een familie graf mag:

    • -

      maximaal 2 meter lang en 1 meter breed zijn;

    • -

      maximaal 0,90 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn

  • 3. Een gedenkteken op een eigen- of algemeen urnengraf mag:

    • -

      maximaal 55 x 65 centimeter meter lang en breed zijn;

    • -

      maximaal 60 centimeter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar’ zijn

  • 4. Op verzoek van de nabestaande brengt de gemeente een gedenkteken aan op een algemeengraf Op het gedenkteken staat: de naam van de overledene, geboortedatum en datum van overlijden. De overledenen kan geen keuze maken uit materiaal.

  • 5. Een gedenkteken op een algemeen graf mag:

    • -

      maximaal 40 centimeter lang en 40 centimeter breed zijn;

    • -

      maximaal 10 centimeter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn (liggende steen);

  • 6. Indien een monument niet past in het algemeen beeld van de begraafplaats dan kan de aanvraag tot het plaatsen ervan door burgemeester en wethouders geweigerd worden,

  • 8. Voor de in lid 2, 3 en 5 genoemde gedenktekens geldt dat de onderdelen vast aan het gedenkteken zijn verbonden

Artikel 5 Plaatsing urn

  • 1. Indien een urn blijvend zichtbaar wordt geplaatst op een graf dient deze zodanig te worden bevestigd of afgedekt dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen

  • 2. Een asbus geplaatst in een urnenmuur dient verplicht te worden afgesloten met de daarvoor aanwezige natuurstenen afdekplaat;

  • 3. Het aanbrengen van een inscriptie op de afdekplaat dient, in opdracht van de rechthebbende, door een erkende steenhouwer te worden uitgevoerd.

Artikel 7 Gedenkplaatje

De afmetingen van een eigen gedenkplaatje op een algemene gedenkplaats bedraagt:

25 x 25cm lang en breed.

Artikel 8 Grafbeplanting, losse bloemen en planten

  • 1. Niet-blijvende beplanting op algemene en familie graven mogenniet buiten de maximaal toegestane afmetingen van het gedenkteken worden geplaatst, niet uitgroeien buiten de maximaal toegestane afmetingen van het gedenkteken De beplanting mag maximaal 1 meter boven het aangrenzend maaiveld zichtbaar zijn. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2. De winterharde gewassen die op graven worden geplant mogen bij voile wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte van het graf worden gehouden. De gewassen mogen maximaal 1 meter boven het aangrenzend maaiveld zichtbaar zijn

  • 3. De urnennissen kunnen worden voorzien van een kleine bloemenhouder

Artikel 9 Overgangsbepaling

De op de begraafplaatsen reeds aangebrachte gedenktekens die niet voldoen aan het in artikel 4 gestelde zullen gelet op het monumentale karakter van de begraafplaats gehandhaafd worden

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 4 januari 2007

  • 2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaaldals: “Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen 2007”.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Zutphen,
de burgemeester, de secretaris,