Regeling vervallen per 26-04-2019

Beleidsregels ter uitvoering van artikel 5, vijfde lid, van de Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen, parkeerabonnementen Zutphen 2003

Geldend van 01-08-2008 t/m 25-04-2019

Intitulé

Beleidsregels ter uitvoering van artikel 5, vijfde lid, van de Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen, parkeerabonnementen Zutphen 2003

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. voetgangerszone: het door het college aangewezen gedeelte van de binnenstad, waarvan de toegang is aangeduid met de verkeersborden model G7 van bijlage I van het RVV 1990;

  • b. venstertijden: vastgestelde tijden voor het laden en lossen in het voetgangersgebied.

  • c. laden en lossen van goederen: het onmiddellijk, nadat het motorvoertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring in of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig;

  • d. parkeren: gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • e. motorvoertuig: auto cq vrachtauto met een maximale lengte van 10 meter;

  • f. ontheffing: een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een motorvoertuig de voetgangerszone of een gedeelte daarvan binnen te rijden;

  • g. ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • h. bewoner: natuurlijke persoon die in de Gemeentelijke Basis Administratie is ingeschreven op een adres dat gelegen is in de voetgangerszone en alleen via de voetgangerszone toegang heeft tot een eigen parkeergelegenheid.

  • i. bedrijf: een onderneming ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een instelling, een (semi-) overheidsinstelling of vrije beroepsoefenaar die voor de uitoefening van zijn bedrijf of functie werkzaamheden uit voert in de voetgangerszone.

  • j. eigenparkeergelegenheid: een parkeerplaats op een terrein of in een garage in eigendom bij, uitgegeven in erfpacht of verhuurd aan de aanvrager van de ontheffing.

  • k. periode: de periode, met een minimum van een dag en een maximum van twaalf maanden, gedurende welke de ontheffing van kracht is.

Artikel 2 verlenen ontheffing inrijden/parkeren voetgangerszone

  • 1. Het college kan een ontheffing verlenen voor het inrijden van de voetgangerszone buiten de venstertijden en/of het parkeren in de voetgangerszone.

  • 2. Een ontheffing kan verleend worden aan:

    • a.

      een bedrijf voor het binnenrijden en parkeren (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, die niet zonder motorvoertuig uitgevoerd kunnen worden;

    • b.

      een bewoner voor het binnenrijden (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van het bereiken van eigen parkeergelegenheid;

    • c.

      een bedrijf voor het binnenrijden (van een gedeelte) van de voetgangerszone ten behoeve van het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

    • d.

      een bedrijf of bewoner voor het binnenrijden en parkeren (van een gedeelte) van de voetgangerszone in verband met de uitvoering van een verhuizing.

Artikel 3 verlenen ontheffing parkeerverbod buiten voetgangerszone

Het college kan een ontheffing verlenen aan een bedrijf voor het parkeren bij een parkeerverbod:

  • a.

    indien dat voor de uitvoering van werkzaamheden een motorvoertuig vanwege de daarin aanwezige gereedschappen en/of materialen in de directe nabijheid van het werk noodzakelijk is;

  • b.

    indien dat voor de uitvoering van functie noodzakelijk is.

Artikel 4 Gegevens, voorschriften en beperkingen

  • 1. Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam van de ontheffinghouder;

    • b.

      de periode waarvoor de ontheffing geldt;

    • c.

      de locatie waarvoor de ontheffing geldt;vermelding van de voorschriften;

    • d.

      een omschrijving van de verboden waarvan ontheffing is verleend.

  • 2. Het college kan aan een ontheffing beperkingen verbinden met betrekking tot de periode, het tijdvak, het gebied en de route waarvoor de ontheffing van kracht is.

Artikel 5 lntrekkings- en wijzigingsgronden

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de ontheffinghouder het gebied waarvoor de ontheffing is verleend metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • d.

    wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

  • e.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • f.

    wanneer de ontheffinghouder de voor de voetgangerszone geldende verkeersregels en verkeerstekens meer dan eenmaal heeft overtreden;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 6 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot het aanvragen, het verlenen en het gebruik van

een ontheffing.

Artikel 7 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden/noodsituaties waarin deze regeling niet voorziet kan het college ontheffing verlenen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 augustus 2008. Het vastgestelde beleid is per genoemde datum van toepassing op de reeds uitgegeven (jaar)ontheffingen.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Beleidsregels ter uitvoering van artikel 5, vijfde lid, van de Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen, parkeerabonnementen Zutphen 2003’

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Zutphen,
De burgemeester, de secretaris,