Beleidsregels voor bevelen tot gebiedsontzegging op grond van artikel 2.4.10a APV 2010

Geldend van 11-03-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel voor bevelen tot gebiedsontzegging op grond van artikel 2.4.10a APV 2010

Wettelijk kader

Artikel 2.4.10a APV luidt als volgt:

  • 1.

    De burgemeester kan degene die, hetzij alleen, hetzij in groepsverband, de openbare orde ernstig verstoort door het plegen van strafbare feiten, of anderszins personen lastig valt of schade toebrengt uit het oogpunt van openbare orde het bevel geven zich te verwijderen en zich verwijderd te houden van of uit een door de burgemeester bij bevel gegeven plaats of gebied gedurende de tijd bij het bevel genoemd.

  • 2.

    Het is verboden zich in het gebied te bevinden in strijd met een krachtens het eerste lid gegeven bevel.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde bevel geldt niet voor zover de persoon tot wie het bevel is gericht:

    • a.

      in het gebied blijkens opgave in het persoonsregister van de gemeente woonachtig is, of

    • b.

      aannemelijk maakt dat hij op de plaats of in het gebied werkzaam is, of

    • c.

      anderszins aannemelijk maakt dat hij een zwaarwegend belang heeft zich in dat gebied op te houden.

  • 4.

    De burgemeester bepaalt de plaats of het gebied waarvoor een gebiedsontzegging bij bevel opgelegd kan worden.

Gebiedsontzegging

Een gebiedsontzegging moet worden gezien als een ultimum remedium. Andere (juridische) mogelijkheden moeten eerst worden toegepast alvorens een gebiedsontzegging wordt opgelegd. Voorafgaande aan de gebiedsontzegging moeten strafbare feiten zijn gepleegd, die betrekking hebben op de openbare orde. De gebiedsontzegging wordt opgelegd ter voorkoming van overlast in de toekomst en niet als straf. Het betreft overtredingen van de APV, wetboek van Strafrecht (Sr) en de Wet Wapens en Munitie (WWM). De juridische kaders waarbinnen een gebiedsontzegging mogelijk is, zijn het beginsel van proportionaliteit (de gebiedsontzegging staat in verhouding tot de ernst of mate van verstoring van de openbare orde) en subsidiariteit (de ontzegging is afgewogen tegen andere mogelijke maatregelen).

Aanwijzing gebieden

  • 1.

    Zutphen, centrum (Stationsplein-IJsselkade-Vispoortplein-Martinetsingel-Boompjeswal-Paardenwal-Louisesingel-Isendoornstraat en alle daarbinnen liggende straten)

Zutphen wil handhavend optreden tegen notoire overlastveroorzakers in het uitgaansgebied. Dit zijn personen die met regelmaat strafbare feiten plegen in de openbare ruimte en die veelal ook een collectieve ontzegging uitgereikt hebben gekregen van de horeca. Het gebied dat daarvoor moet gelden is het uitgaansgebied waar de horecagelegenheden zijn gevestigd

  • 2.

    Zutphen, Houtwal

Rond de verslaafdenopvang op de Houtwal doen zich problemen voor met cliënten die door Tactus de toegang worden ontzegd en cliënten die buiten de openingstijden rond de opvang rond hangen. Deze problemen bestaan met name uit vernielingen en de invloed die de gedragingen hebben op de cliënten die de opvang willen bezoeken. Een tijdelijke ontzegging voor notoire overlastveroorzakers kan een instrument zijn om hiertegen op te treden.

Strafbare feiten

Bij de volgende strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen binnen de gemeente grenzen kan een gebiedsontzegging worden gegeven.

Overtreding van:

  • °

    artikel 2.1.1.1. APV: Samenscholing en ongeregeldheden

  • °

    artikelen 2.2.3. en 2.3.1.7. APV: Ordeverstoringen

  • °

    artikel 2.4.7 APV: Hinderlijk gedrag op of aan de weg

  • °

    artikel 2.4.8 APV: Hinderlijk drankgebruik

  • °

    artikel 2.4.9 APV: Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen

  • °

    artikel 2.4.10 APV: Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

  • °

    artikel 2.7.1. APV: Drugshandel op straat

  • °

    artikel 3.2.6. APV: Straatprostitutie

  • °

    artikel 4.4.6. APV: Natuurlijke behoefte doen

  • °

    artikel 2 Opiumwet: verkopen enz. van harddrugs

  • °

    artikel 3 Opiumwet: verkopen enz. van softdrugs

  • °

    artikel 131 Sr: Opruiing

  • °

    artikel 137c Sr: Beledigen van groep mensen

  • °

    artikel 138 Sr: Huisvredebreuk

  • °

    artikel 141 Sr: Openlijke geweldpleging

  • °

    artikel 179 Sr: Ambtsdwang

  • °

    artikel 180 Sr: Wederspannigheid tegen ambtenaar

  • °

    artikel 181 Sr: Ambtsdwang en wederspannigheid met letsel

  • °

    artikel 182 Sr: Ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging

  • °

    artikel 184 Sr: Negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

  • °

    artikel 186 Sr: Samenscholen

  • °

    artikel 239 Sr: Schennis van de eerbaarheid

  • °

    artikel 246 Sr: Feitelijke aanranding van de eerbaarheid

  • °

    artikel 252 Sr: Toedienen bedwelmende drank

  • °

    artikel 266 Sr: Eenvoudige belediging

  • °

    artikel 267 Sr: Belediging ambtenaar in functie

  • °

    artikel 285 Sr: Bedreiging

  • °

    artikel 300 Sr: Eenvoudige mishandeling

  • °

    artikel 301 Sr: Mishandeling met voorbedachten rade

  • °

    artikel 302 Sr: Zware mishandeling

  • °

    artikel 303 Sr: Zware mishandeling met voorbedachten rade

  • °

    artikel 306 Sr: Deelneming aan aanval of vechtpartij

  • °

    artikel 317 Sr: Afpersing

  • °

    artikel 318 Sr: Afdreiging

  • °

    artikel 350 Sr: vernieling

  • °

    artikel 424 Sr: Straatschenderij

  • °

    artikel 426 Sr: Verkeersbelemmeringen in staat van dronkenschap

  • °

    artikel 341 Sr: Rumoer, burengerucht

  • °

    artikel 453 Sr: Openbaar dronkenschap

  • °

    artikel 13 en 27 WWM: Dragen verboden wapens

  • °

    artikel 26 WWM: Verbodsbepaling

Onder overtreding wordt ook poging tot overtreding verstaan indien hierdoor de openbare orde is of kan worden verstoord.

Procedure gebiedsontzegging

Een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt genomen indien een persoon voor de derde keer in een periode van 12 maanden een proces verbaal krijgt uitgereikt vanwege het begaan van één van de in het voorgaande overzicht opgenomen strafbare feiten.

  • 1.

    Na het tweede geconstateerde strafbare feit wordt de persoon schriftelijk gewaarschuwd door middel van aangetekende brief of uitreiking van de brief door de politie.

  • 2.

    De politie levert na twee geconstateerde strafbare feiten de benodigde informatie aan bij de burgemeester.

  • 3.

    Bij het derde geconstateerde strafbare feit levert de politie de benodigde informatie aan bij de burgemeester.

  • 4.

    De betreffende persoon wordt middels aangetekende brief in kennis gesteld van een voornemen tot oplegging van een gebiedsontzegging.

  • 5.

    De betreffende persoon krijgt de gelegenheid om binnen 3 dagen na verzenddatum van de brief een zienswijze in te dienen. Van deze termijn kan in spoedeisende gevallen worden afgeweken. Het voornemen wordt dan telefonisch of in persoon uitgesproken. Daarop kan dan een zienswijze worden gegeven.

  • 6.

    De zienswijze wordt meegenomen in het definitief te nemen besluit.

  • 7.

    Indien de persoon woont, werkt of zwaarwegende belangen heeft om zich in het betreffende gebied op te houden, wordt de ontzegging opgelegd voor een gedeelte van het aangewezen gebied, zodanig dat de persoon een bepaalde aanlooproute krijgt.

  • 8.

    Begaat de persoon die een gebiedsontzegging heeft gekregen binnen 12 maanden na de datum van bekendmaking daarvan wederom een in het voorgaande overzicht opgenomen strafbaar feit, dan wordt zonder voorafgaande waarschuwing direct een gebiedsontzegging opgelegd wegens recidive.

  • 9.

    De gebiedsontzegging is een besluit ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. Daartegen is bezwaar en beroep mogelijk.

Duur gebiedsontzegging

De gebiedsontzegging duurt vier weken.

De gebiedsontzegging duurt zes weken ingeval overtreding van:

  • °

    artikel 137c Sr: Beledigen van mensen

  • °

    artikel 180 Sr: Wederspannigheid tegen ambtenaar

  • °

    artikel 252 Sr: Toedienen bedwelmende drank

  • °

    artikel 267 Sr: Belediging ambtenaar in functie

De gebiedsontzegging duurt acht weken ingeval overtreding van:

  • °

    artikel 2 Opiumwet: verkopen enz. van harddrugs

  • °

    artikel 3 Opiumwet: verkopen enz. van softdrugs

  • °

    artikel 131 Sr: Opruiing

  • °

    artikel 141 Sr: Openlijke geweldpleging

  • °

    artikel 179 Sr: Ambtsdwang

  • °

    artikel 181 Sr: Ambtsdwang en wederspannigheid met letsel

  • °

    artikel 285 Sr: Bedreiging

  • °

    artikel 300 Sr: Eenvoudige mishandeling

  • °

    artikel 301 Sr: Mishandeling met voorbedachten rade

  • °

    artikel 306 Sr: Deelneming aan aanval of vechtpartij

  • °

    artikel 318 Sr: Afdreiging

  • °

    artikel 350 Sr: vernieling

  • °

    artikel 13 en 27 WWM: Dragen verboden wapens

  • °

    artikel 26 WWM: Verbodsbepaling

De gebiedsontzegging duurt twaalf weken ingeval overtreding van:

  • °

    artikel 182 Sr: Ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging

  • °

    artikel 246 Sr: Feitelijke aanranding van de eerbaarheid

  • °

    artikel 302 Sr: Zware mishandeling

  • °

    artikel 303 Sr: Zware mishandeling met voorbedachten rade

  • °

    artikel 317 Sr: Afpersing

De duur van de gebiedsontzegging wordt gerelateerd aan het derde strafbare feit dat gepleegd is.

Indien een gebiedsontzegging wordt gegeven aan notoire overlastveroorzakers tijdens uitgaansavonden (Zutphen, centrum) kan de burgemeester bepalen dat de ontzegging voor de duur van de ontzegging geldt van donderdagavond tot maandagochtend van 21.00 uur tot 05.00 uur. Wanneer in de periode dat de gebiedsontzegging van kracht is grootschalige evenementen plaatsvinden in het aangewezen gebied, kan de burgemeester bepalen dat de ontzegging tevens geldt voor de evenementendagen.

Gebiedsontzeggingen voor het gebied parkeerterrein Houtwal gelden voor de gehele week.

Overtreding Gebiedsontzegging

Wanneer een persoon aan wie een gebiedsontzegging is opgelegd zich hier niet aan houdt is er sprake van een misdrijf in de zin van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (opzettelijk niet voldoen aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar). Hiertegen wordt strafrechtelijk opgetreden.

Artikel 184 Sr is tevens een van de feiten op grond waarvan een gebiedsontzegging kan worden gegeven. Bij overtreding van de gebiedsontzegging is er dus sprake van recidive als bedoeld in stap 8 van de procedure. Op grond van de procedure leidt dit direct, zonder voorwaarschuwing, tot een nieuwe gebiedsontzegging van vier weken. Omdat op het moment van overtreding nog een gebiedsontzegging van kracht is, gaat deze gebiedsontzegging in op het moment dat de andere eindigt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Zutphen op 9 februari 2010.
Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
De burgemeester van Zutphen,