Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod (Beleidsregel ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod gemeente Zutphen 2019)

Geldend van 27-09-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 26-04-2019

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod (Beleidsregel ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod gemeente Zutphen 2019)

Ons kenmerk: 149643

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelet op artikel(en) 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, 149 en 150 van de Wegenverkeerswet 1994, 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en 4, vijfde lid van de Regeling parkeervergunningen, parkeerschijfontheffingen en parkeerabonnementen gemeente Zutphen 2019;

overwegende dat het voor het waarborgen van het verblijfsklimaat in de voetgangerszone van Zutphen wenselijk is om aan eigenaren of houders van voertuigen in bepaalde gevallen een ontheffing te kunnen verlenen van het verbod om de voetgangerszone binnen te rijden dan wel daarin te parkeren;

overwegende dat het voor het waarborgen van het verblijfsklimaat in de binnenstad van Zutphen wenselijk is om aan eigenaren of houders van voertuigen in bepaalde gevallen een ontheffing te kunnen verlenen van het parkeerverbod;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod (Beleidsregel ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod gemeente Zutphen 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een ontheffing aanvraagt;

  • b.

    bedrijf: een onderneming ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, een instelling, een (semi-) overheidsinstelling of vrije beroepsoefenaar die voor de uitoefening van zijn bedrijf of functie werkzaamheden uitvoert in de voetgangerszone en /of parkeerverbodzone;

  • c.

    bewoner: de eigenaar of houder van een motorvoertuig die in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven in het gebied waar een voetgangerszone van kracht is;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    eigen parkeergelegenheid: een parkeerplaats op een terrein of in een garage bestemd of bedoeld om een of meer motorvoertuigen te stallen en waarover de aanvrager beschikt op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins;

  • f.

    laden en lossen: het onmiddellijk, nadat het motorvoertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

  • g.

    motorvoertuig: voertuig als bedoeld in artikel 1, onder z. van het RVV 1990, met een maximale lengte van 10 meter;

  • h.

    ontheffing: een ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990;

  • i.

    ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • j.

    parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac. van het RVV 1990;

  • k.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • l.

    venstertijden: de door het college vastgestelde tijden voor het laden en lossen in de voetgangerszone;

  • m.

    voetgangerszone: het gedeelte van de binnenstad, waarvan de toegang is aangeduid met bord G7 van bijlage I van het RVV 1990.

Artikel 2 Aanvraag

De aanvraag voor een ontheffing moet door middel van een door het college vastgesteld (digitaal) aanvraagformulier worden ingediend.

Artikel 3 Ontheffing inrijden en/ of parkeren voetgangerszone

  • 1.

    Het college kan een ontheffing verlenen voor het inrijden van de voetgangerszone buiten de venstertijden al dan niet gecombineerd met het parkeren in de voetgangerszone.

  • 2.

    Een ontheffing kan worden verleend aan:

    • a.

      een bedrijf voor het binnenrijden van en parkeren in (een gedeelte van) de voetgangerszone voor het uitvoeren van werkzaamheden in de uitoefening van zijn bedrijf of functie, die niet zonder motorvoertuig uitgevoerd kunnen worden;

    • b.

      een bedrijf, dat is ingericht voor gebundeld vervoer, voor het binnenrijden van (een gedeelte van) de voetgangerszone voor het laden of lossen van goederen, mits:

      • 1.

        sprake is van een milieuvriendelijk vervoermiddel, én

      • 2.

        het voertuig door zijn inrichting niet harder kan dan 45 km per uur, én

      • 3.

        het voertuig niet breder is dan 1.60 m;

    • c.

      een bedrijf voor het binnenrijden van (een gedeelte van) de voetgangerszone voor het laden of lossen van goederen, in geval van een calamiteit of storing;

    • d.

      een bedrijf of bewoner voor het binnenrijden van en parkeren in (een gedeelte van) de voetgangerszone in verband met de uitvoering van een verhuizing;

    • e.

      een bedrijf of bewoner als deze is gevestigd of woont in de voetgangerszone voor het binnenrijden van (een gedeelte van) de voetgangerszone om de eigen parkeergelegenheid te kunnen bereiken;

    • f.

      een natuurlijk persoon voor het binnenrijden van (een gedeelte van) de voetgangerszone met een fiets vanwege een aantoonbare loopbeperking.

Artikel 4 Ontheffing parkeerverbod buiten voetgangerszone

Het college kan een ontheffing verlenen aan een bedrijf voor het parkeren op een plaats waar een parkeerverbod geldt, als:

  • a.

    voor de uitvoering van werkzaamheden een motorvoertuig vanwege de daarin aanwezige gereedschappen en/ of materialen in de directe nabijheid van het werk noodzakelijk is;

  • b.

    dat voor de uitvoering van werkzaamheden in de uitoefening van zijn bedrijf of functie noodzakelijk is.

Artikel 5 Gegevens ontheffing, voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de naam en/ of het kenteken van de ontheffinghouder;

    • b.

      de periode waarvoor de ontheffing geldt;

    • c.

      de locatie waarvoor de ontheffing geldt;

    • d.

      een omschrijving van de verboden waarvan ontheffing is verleend.

  • 2.

    Aan een ontheffing worden in ieder geval de volgende algemene voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      de veiligheid van het verkeer moet onder alle omstandigheden worden gewaarborgd;

    • b.

      het verkeer moet zo weinig mogelijk worden gehinderd;

    • c.

      aanwijzingen van het bevoegd gezag moeten stipt worden opgevolgd;

    • d.

      het gebruik van de ontheffing is niet toegestaan op het markt- en/ of evenemententerrein tijdens de weekmarkt en/ of een evenement;

    • e.

      in de voetgangerszone geldt dat stapvoets moet worden gereden.

  • 3.

    Het college kan aan een ontheffing andere bijzondere voorschriften en/ of beperkingen verbinden.

Artikel 6 lntrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1.

    Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer de ontheffinghouder niet meer in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend woont of het aldaar uitgeoefende beroep of bedrijf niet meer uitoefent of beëindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

    • d.

      wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften en/ of beperkingen;

    • e.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • f.

      na overlijden van de ontheffinghouder;

    • g.

      als sprake is van misbruik van de ontheffing.

  • 2.

    Onder misbruik van de ontheffing wordt in elk geval verstaan:

    • a.

      het gebruiken van de ontheffing voor een ander doel dan waarvoor de ontheffing is afgegeven;

    • b.

      het verstrekken van onjuiste en/ of onvolledige gegevens ter verkrijging van de ontheffing;

    • c.

      het niet naleven van de ontheffing en het bepaalde in deze beleidsregel;

    • d.

      het aan een ander dan rechthebbende ter beschikking stellen van de ontheffing of het bijbehorende pasje of sleutel waarmee toegang verkregen kan worden tot het afgesloten voetgangersgebied. Ook het openen van de toegang tot het voetgangersgebied voor een andere dan de ontheffinghouder, wordt als misbruik aangemerkt.

  • 3.

    Als sprake is van geconstateerd misbruik van de ontheffing en de ontheffing als gevolg daarvan is ingetrokken, wordt gedurende het lopende en het daaropvolgende kalenderjaar aan aanvrager geen nieuwe ontheffing verleend.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 25 april 2019.

Artikel 8 Overgangsrecht

Een reeds verleende ontheffing voor de voetgangerszone en/ of het parkeerverbod geldt als ontheffing verleend op grond van deze beleidsregel.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffing inrijden voetgangerszone en parkeerverbod gemeente Zutphen 2019.

Ondertekening

Aldus besloten op 17 september 2019.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

Toelichting

Algemene toelichting

Deze beleidsregel is vastgesteld om duidelijkheid te verstrekken in welke situaties een ontheffing wordt verleend voor het inrijden van de voetgangerszone en voor het parkeren bij een parkeerverbod.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen omschreven.

Deze begrippen behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 2 Aanvraag

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3 Ontheffing inrijden en/ of parkeren voetgangerszone

Het uitgangspunt is dat het inrijden van de voetgangerszone om goederen te laden en te lossen zoveel mogelijk binnen de venstertijden moet plaatsvinden. Het inrijden ten behoeve van het laden en lossen impliceert ook dat parkeren binnen de voetgangerszone niet is toegestaan. Om buiten de venstertijden de voetgangerszone in te kunnen rijden kan een ontheffing worden verleend. In het tweede lid is omschreven in welke situaties een ontheffing verleend kan worden. Daarbij is ook aangegeven in welke situaties de ontheffing voor het inrijden gecombineerd kan worden met een ontheffing voor het parkeren in de voetgangerszone. In die situaties waarin geen ontheffing wordt verstrekt, kan voor het laden en lossen gebruik worden gemaakt van de laad- en losplaatsen die direct buiten het voetgangersgebied zijn gelegen.

Voor hulpverleningsdiensten (brandweer, politie en ambulance) is geen ontheffing nodig. Zij hebben op grond van een ministeriële regeling reeds een vrijstelling.

Bij het uitvoeren van werkzaamheden die niet zonder voertuig uitgevoerd kunnen worden kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een rioolontstoppingsbedrijf of een hoogwerker (tweede lid, onder a). Het voertuig en het materiaal zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Als voor het laden en lossen gebruik wordt gemaakt van een milieuvriendelijk vervoermiddel kan hiervoor een ontheffing verstrekt worden (tweede lid, onder b). Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een fietskoerier of distributie met een elektrisch vervoermiddel. Geen ontheffing wordt verstrekt als het voertuig rijdt op benzine of fossiele brandstof. Door duurzame bevoorrading toe te staan worden geluidshinder en vermindering van de luchtkwaliteit zoveel mogelijk tegengegaan. Door het bundelen van goederen zijn er bovendien minder vervoersbewegingen in het gebied. Hierdoor en ook doordat alleen smallere voertuigen zijn toegestaan, wordt hinder tijdens de winkelperiode zo veel mogelijk voorkomen. Er worden geen hoge aantallen voertuigbewegingen verwacht met dit type voertuigen.

In de situatie vermeld in het tweede lid, onder c kan gedacht worden aan situaties waarbij herstel direct noodzakelijk is. Bijvoorbeeld in geval van een netwerkstoring, herstel van bestrating om gevaarlijke situaties te voorkomen.

Over het algemeen kunnen bewoners en bedrijven in het centrum de eigen parkeergelegenheid bereiken zonder dat zij daarvoor door het voetgangersgebied moeten rijden. Tijdens de markt of een evenement kan het zijn dat de eigen parkeergelegenheid niet via de gebruikelijke route bereikt kan worden, maar alleen via de voetgangerszone. In die situatie kan een ontheffing worden verleend om de voetgangerszone in te mogen rijden (tweede lid, onder e).

In de situatie vermeld in het tweede lid, onder f wordt gedoeld op personen die door een beperking niet in staat zijn om zich over een langere afstand lopend door de voetgangerszone te verplaatsen. Personen mogen met een scootmobiel of een gehandicaptenvoertuig zonder meer het voetgangersgebied inrijden. Dit geldt niet als gebruik wordt gemaakt van een fiets. Om voor een ontheffing in aanmerking te kunnen komen, moet de aanvrager aantonen dat hij beperkt is ten aanzien van lopen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een verklaring van een (huis)arts, of aan de hand van een gehandicaptenparkeerkaart. In deze laatste situatie heeft namelijk al een arts geoordeeld dat de aanvrager niet in staat is over een langere afstand zelfstandig te lopen met hulpmiddelen, zoals krukken of een rollator.

Artikel 4 Ontheffing parkeerverbod buiten voetgangerszone

Een ontheffing kan verleend worden als in het motorvoertuig materialen of gereedschap aanwezig zijn, die in de directe nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een klus- of onderhoudsbedrijf, rioolontstoppingsbedrijf, glaszetter of verhuisbedrijf. Ook kan het parkeren op een plaats waar een parkeerverbod geldt nodig zijn in verband met de uitoefening van de functie, zoals medische hulpverleners (arts, verloskundige, thuiszorgmedewerkers), los uiteraard van medische noodsituaties.

Artikel 5 Gegevens ontheffing, voorschriften en beperkingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6lntrekkings- en wijzigingsgronden

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel vervangt de beleidsregel uit 2008. De beleidsregel uit 2008 was vastgesteld ter uitvoering van artikel 5, vijfde lid van de Regeling inzake het aanvragen en toewijzen van parkeervergunningen en parkeerabonnementen Zutphen 2003. De regeling uit 2003 is op 25 april 2019 ingetrokken, tegelijkertijd met inwerkingtreding van de Regeling parkeervergunningen, parkeerschijfontheffingen en parkeerabonnementen gemeente Zutphen 2019. In de regeling uit 2019 is geen overgangsbepaling opgenomen met betrekking tot de beleidsregel uit 2008, waardoor deze beleidsregel tegelijkertijd met intrekking van de regeling uit 2003 is komen te vervallen.

Door de huidige beleidsregel terug te laten werken tot het moment van inwerkingtreding van de Regeling parkeervergunningen, parkeerschijfontheffingen en parkeerabonnementen gemeente Zutphen 2019, is deze beleidsregel van toepassing op de sindsdien uitgegeven ontheffingen. Dit maakt dat er als het ware geen ‘gat’ zit tussen de beide beleidsregels, maar dat deze naadloos in elkaar over gaan.

Artikel 8 Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.