Regeling vervallen per 01-01-2012

Regeling Burgerparticipatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen

Geldend van 17-02-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Regeling Burgerparticipatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Wmo:

Wet maatschappelijke ondersteuning

Wmo-raad: 

Adviesorgaan van de gemeente Zutphen. De Wmo-raad adviseert over beleid en uitvoering met betrekking tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

College: 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen.

Wethouder:

De wethouder van de gemeente Zutphen die maatschappelijke ondersteuning in zijn portefeuille heeft.

Contactambtenaar:

Contactfunctionaris voor de Wmo-raad.

Vakambtenaar:

Ambtenaar verantwoordelijk voor een beleidsgebied.

Burger:

Inwoner van de gemeente Zutphen.

Belangenbehartiger:

Een lid van een organisatie die belangen behartigt, of mede behartigt, van doelgroep(en) die genoemd worden in de artikel 1 lid G van de Wmo en waarvan de activiteiten aantoonbaar gericht zijn inwoners van de gemeente Zutphen.

Artikel 2 Doel van de Wmo-raad

  • 1. De taak van de Wmo-raad bestaat uit het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over het te voeren beleid en de uitvoering met betrekking tot de Wmo vanuit de positie van de burger.

  • 2. Tot de onder 1 genoemde onderwerpen behoren geen klachten, bezwaarschriften of andere zaken die op individuen betrekking hebben.

Artikel 3 Samenstelling van de Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad bestaat uit minimaal 8 en maximaal 12 leden, waaronder voorzitter en secretaris.

  • 2. Van de leden van de Wmo-raad zijn er 4 met ervaringskennis van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Alle leden gezamenlijk vertegenwoordigen zoveel mogelijk alle participatievelden van de Wmo.

  • 3. De leden van de Wmo-raad voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      Woont in de gemeente Zutphen (ingeschreven in het GBA, met woonadres in Zutphen)

    • b.

      Is geen raadslid of vaste vervanger of ambtenaar van de gemeente Zutphen of werknemer bij een door de gemeente gesubsidieerde organisatie

    • c.

      Is minimaal 18 jaar oud

  • 4. De Wmo-raad benoemt uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 Opvolging adviezen

  • 1. Het college betrekt bij de besluitvorming de adviezen van de Wmo-raad.

  • 2. Het college wijkt alleen schriftelijk gemotiveerd af van een door de Wmo-raad gegeven advies. De Wmo-raad wordt van deze motivatie op de hoogte gebracht.

Artikel 5 Termijnen

  • 1. De Wmo-raad krijgt 30 werkdagen om een advies uit te brengen. In overleg met de voorzitter kan een andere termijn afgesproken worden.

  • 2. De behandelend vakambtenaar of de contactfunctionaris meldt schriftelijk binnen 10 werkdagen na ontvangst per post de afhandelingsprocedure en afhandelingstermijn van het advies.

  • 3. De Wmo-raad ontvangt binnen 15 werkdagen na het besluit van het college een gemotiveerde schriftelijkereactie op het advies. Indien meerdere partijen advies uitbrengen over een onderwerp, wordt volstaan met het toesturen van het inspraakverslag en het besluit van het college.

Artikel 6  Advisering

  • 1. Adviezen worden opgesteld en vastgesteld door de WMO-raad en ondertekend door secretaris en/of voorzitter. Het advies wordt verzonden per e-mail naar de vak- en contactambtenaar en per post naar het college van B&W, ten name van de wethouder.

  • 2. De vakambtenaar kan bij de ontwikkeling van beleid de Wmo-raad consulteren. Hierdoor kan al in een vroeg stadium rekening gehouden worden met opvattingen van de Wmo-raad. Consultatie is geen vervanging van de formele advisering. Bij consultatie zijn artikelen 4 en 5 niet van toepassing.

Artikel 7  Afstemming

  • 1. De Wmo-raad en het college maken jaarlijks afspraken over:

    • a.

      De onderwerpen waarover de Wmo-raad in ieder geval advies gevraagd wordt.

    • b.

      De wijze en het moment waarop de Wmo-raad betrokken wordt in het beleidsvormingsproces.

  • 2. De gemeente wijst een contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-raad. Tussen deze contactambtenaar en de Wmo-raad vindt 10 keer per jaar overleg plaats of zoveel vaker als gewenst.

  • 3. Tussen de wethouder en de Wmo-raad vindt overleg plaats zo vaak als door beide partijen nodig geacht wordt, maar ten minster keer per jaar. Beide partijen kunnen onderwerpen op de agenda plaatsen. Beide partijen kunnen onderwerpen op de agenda plaatsen.

  • 4. Het college verstrekt de Wmo-raad informatie over beleid of activiteiten op de terreinen van de Wmo. De informatie is zodanig dat de Wmo-raad op grond hiervan kan adviseren.

  • 5. De leden van de Wmo-raad houden informatie geheim waarvan zij weten of zouden kunnen weten dat deze informatie niet gedeeld mag worden met derden.

Artikel 8  De wijze van advisering/ besluitvorming in de Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad adviseert het college over beleiden uitvoering voor de uitvoering van de Wmo.

  • 2. De Wmo-raad kan besluiten nemen als de meerderheid van de leden aanwezig is.

  • 3. De besluiten in de Wmo-raad worden met een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden genomen.

  • 4. De adviezen voor het college staan op papier en zijn ondertekend door voorzitter of secretaris.

Artikel 9  Verantwoording

  • 1. De Wmo-raad brengt ieder jaar voor 1 mei een inhoudelijk verslag uit over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar. Dit jaarverslag wordt aangeboden aan het college.

  • 2. De Wmo-raad verstrekt aan het college alle gewenste inlichtingen over zijn werkzaamheden ondermeer in de vorm van een jaarplan. Ook dit jaarplan wordt aangeboden aan het college.

Artikel 10  Benoeming, zittingsduur en ontslag leden van Wmo-raad

  • 1. Het college benoemt en ontslaat de leden van de Wmo-raad.

  • 2. De benoeming van de leden kan op voordracht van de Wmo-raad gebeuren. Het college kan beargumenteerd afwijken van deze voordracht.

  • 3. De leden worden via een open sollicitatieprocedure geworven. Deze selectieprocedure wordt door de gemeente en Wmo-raad gezamenlijk uitgevoerd aan de hand van een van te voren in overleg met de Wmo-raad opgestelde profielschets.

  • 4. De zittingsduur van de leden is maximaal 4 jaar, met de mogelijkheid nogmaals een periode van 4 jaar te worden herbenoemd.

  • 5. Het lidmaatschap eindigt door:

    • a.

      Schriftelijke ontslagneming;

    • b.

      Het verstrijken van de periode waarvoor men is benoemd;

    • c.

      Een schriftelijk ontslag door het college om redenen die kwaliteit van het werk van de Wmo-raad negatief beïnvloeden.

Artikel 11  Presentiegeld

  • 1. De leden ontvangen een onkostenvergoeding gebaseerd op 10 vergaderingen per jaar.

  • 2. De hoogte van de onkostenvergoeding is gebaseerd op de Verordening voorzieningen voor wethouders, raadsleden, vaste vervangers en commissieleden 2008.

  • 3. De voorzitter en secretaris ontvangen een onkostenvergoeding van 100%.

  • 4. de overige leden ontvangen een onkostenvergoeding van 30%.

Artikel 12  Vergaderingen en vergaderorde

  • 1. De Wmo-raad vergadert 10 keer per jaar.

  • 2. De vergaderingen zijn openbaar. De deuren worden gesloten als de voorzitter daartoe besluit of als minimaal de helft van de aanwezige leden dat nodig achten..

  • 3. De agenda wordt een week voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 4. Ieder lid heeft het recht agendapunten aan te leveren bij de secretaris.

  • 5. De Wmo-raad kan deskundigen uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

  • 6. Het verslag van de vergadering en de besluitenlijst worden ter vaststelling aan de Wmo-raad aangeboden in de volgende vergadering.

Artikel 13  Faciliteiten

  • 1. De gemeente stelt kantoor- en vergaderruimte en kantoorfaciliteiten beschikbaar.

  • 2. De gemeente vergoedt de kosten die strekken tot een goede invulling van de taak van de Wmo-raad tot een jaarlijks in de gemeentebegroting vast te stellen maximum budget.

  • 3. De gemeente informeert de Wmo-raad voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar over de toekenning, of wijzigingen op die toekenning, voor het desbetreffende kalenderjaar.

  • 4. Jaarplan, verslagen, agenda en uitnodigingen van de Wmo-raad worden op de gemeentelijke website geplaatst.

Artikel 14  Nadere regels en Huishoudelijk Reglement

  • 1. De WMO-raad kan in een huishoudelijk reglement de vergaderorde en het functioneren nader regelen.

  • 2. De Wmo-raad geeft het college kennis van de inhoud van dit reglement.

Artikel 15  Wijziging of intrekking regeling

Wijziging of intrekking van deze regeling vindt niet plaats dan nadat de Wmo-raad hierover is gehoord. 

Artikel 16  Evaluatie

  • 1. Wethouder en Wmo-raad evalueren jaarlijks de uitvoering van deze regeling.

  • 2. Wethouder en Wmo-raad evalueren tweejaarlijks deze regeling.

Artikel 17  Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling burgerparticipatie maatschappelijke ondersteuning gemeente Zutphen.

Artikel 18  Inwerkingtreding regeling

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.

Toelichting

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) beoogt mede de betrokkenheid van burgers bij het beleid van de gemeente op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. De belangenbehartiging en participatie van burgers in de eigen gemeente wordt steeds belangrijker. De gemeente Zutphen heeft de invoering van de Wmo aangegrepen als een natuurlijk moment om de burgerparticipatie verder vorm te geven.

De vorming van een formele raad is slechts één (betekenisvolle) stap naar burgerparticipatie.

Positie van de Wmo-raad

De Wmo-raad is een adviesorgaan van de gemeente. De Wmo-raad is een belangenbehartiger in de zin dat zij het het beleid van de gemeente weegt vanuit het perspectief van de burger en daarmee kennis toevoegt aan college en ambtenaren. Deze kennis betreft vooral inzicht in de belangen van burgers die geraakt worden door het beleid over de Wmo en de uitvoering er van. College en ambtenaren dienen steeds een afweging te maken tussen het belang van de burger, de beschikbare financiën en capaciteit, politieke ambities en tal van andere zaken. De Wmo-raad laat zich primair leiden door het belang van de burger.

De Wmo-raad

Binnen de Wmo speelt participatie op verschillende manieren een rol. De Wmo is een participatiewet: het gaat om meedoen van iedereen aan de samenleving. Omdat de gemeente daarvoor voorzieningen moet treffen die aansluiten op de behoeften en vraag van haar inwoners, is het raadplegen van burgers van belang. In de Wmo (artikel 11 en 12) is opgenomen dat de gemeente belanghebbenden, burgers en cliënten betrekt bij het ontwikkelen van beleid. Bij burgerparticipatie gaat het om de betrokkenheid van burgers en instellingen bij het beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

 

De Wmo-raad adviseert het college over de Wmo, de verordening Wmo en de daaruit voortvloeiende documenten en uitvoeringspraktijk.

 

De Wmo-raad adviseert ook over het Wmo-beleidsplan, dat de gemeente minimaal eens per vier jaar vast moet stellen. Daarnaast is de Wmo-raad betrokken bij andere beleidsontwikkeling die invloed uitoefent op de werking van de verordening van de Wmo. Dit gaat over de volgende “prestatievelden”[1]:

 

  • 1.

    Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

  • 2.

    Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

  • 3.

    Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning.

  • 4.

    Het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.

  • 5.

    Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.

  • 6.

    het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer

  • 7.

    Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.

  • 8.

    Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen.

  • 9.

    Het bevorderen van verslavingsbeleid.

Bij de samenstelling van de Wmo-raad kan het gaan om mensen (uit organisaties) die kennis hebben van bepaalde doelgroepen, zoals jongeren, ouderen, (lichamelijk en/of verstandelijk) gehandicapten, dak- en thuislozen, GGZ-doelgroep en verslaafden. Ook kan gedacht worden aan vertegenwoordigers vanuit de kerken en vanuit de allochtone groepen, omdat zij vanuit hun vrijwillige inzet vaak een goed beeld hebben van de vraag van burgers naar vormen van maatschappelijke ondersteuning. Naast organisaties krijgen individuele burgers een plek in de Wmo-raad. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om burgers die actief betrokken zijn bij hun dorp, buurt of wijk (al dan niet in georganiseerd verband) en om vrijwilligers en mantelzorgers. Omdat vrijwilligers en mantelzorgers belangrijke actoren zijn van de Wmo is het van belang hen ook expliciet via deelname aan de Wmo-raad bij de beleidsontwikkeling van maatschappelijke ondersteuning te betrekken.

In Nederland en Gelderland zijn veel belangenorganisaties die de belangen voor soms heel specifieke doelgroepen behartigen. In de Wmo-raad wordt gezocht naar een evenwichtige mix van leden die gezamenlijk in staat zijn om de adviesrol vorm te geven. Gewaakt moet worden voor een te smalle of een te eenzijdige basis omdat kennis, ervaring of belangstelling niet verder gaat dan een specifiek probleem. Wij hebben in art. 3 lid 2 een aantal doelgroepen met name genoemd. Hierdoor geven wij aan dat er, indien mogelijk, tenminste één vertegenwoordiger van deze doelgroep vertegenwoordigd dient te zijn. In zijn totaal vormt de Wmo-raad een afspiegeling van de Zutphense bevolking. Het is niet zo dat mensen uit organisaties ook namens die organisaties zitting hebben in de Wmo-raad.

Landelijke en provinciale organisaties nemen geen zitting in de Wmo-raad. Weliswaar oefenen zij op afstand invloed uit op gemeentelijk beleid, maar zij missen het directe contact met onze inwoners. Het ligt daarom voor de hand dat lokale en regionale organisaties de rol van belangenbehartiger vervullen.

Samenwerking en consultatie

Belangenbehartiging is een verfijnd spel van prikkelen en verleiden. Tenslotte wordt steeds beoogd om het gemeentelijke beleid aan te passen aan de wensen van de burgers. Het is daarom nodig dat de leden van de Wmo-raad in staat zijn om over de grenzen van hun eigen belang heen te kijken. Dat geldt vooral voor de voorzitter die ook in staat moet zijn om binnen de Wmo-raad steeds weer naar compromissen te zoeken en het gemeenschappelijke doel, beïnvloeding van Wmo-beleid, vorm te geven.

 

Van de Wmo-raad wordt verwacht dat zij contacten onderhouden met andere doelgroepen en belangenbehartigers in de gemeente. Daarbij kan gedacht worden aan de Cliëntenraad Sociale Zaken, Stichting Samenwerkende Ouderenbonden, Stichting Platform Gehandicapten en Chronisch Zieken en de Raad van Kerken.

 

Omdat niet alle deskundigheid binnen de Wmo-raad vertegenwoordigd is, verwachten wij dat de Wmo-raad actief op zoek gaat naar informatie. Een van de mogelijkheden die zij hebben is, naast het benaderen van groeperingen en burgers, het consulteren van het WWZ-panel. Hiervoor kan de Wmo-raad specifieke vragen formuleren.

 

Taken voorzitter en secretaris en verwachtingen van de leden

De voorzitter en secretaris vervullen een belangrijke taak. Zij dragen zorg voor een goed verloop van de werkzaamheden en vergaderingen van de Wmo-raad. Van de voorzitter en secretaris worden daarom extra vaardigheden gevraagd.

 

1. Tot de taak van de voorzitter behoort:

  • a.

    het vaststellen van de agenda;

  • b.

    het bepalen van dag en uur van de vergadering;

  • c.

    het tijdig uitnodigen van de leden voor de vergadering;

  • d.

    het leiden van de vergadering;

  • e.

    het handhaven van de orde;

  • f.

    het schorsen van de vergadering;

  • g.

    het peilen van meningen en het mededelen van de uitslagen van stemmingen;

  • h.

    het vertegenwoordigen van de Wmo-raad naar buiten.

  • i.

    Afstemmen van werkzaamheden en adviezen met overige adviesraden zoals Cliëntenraad

  • j.

    Maken van een jaarplanning

2. Tot de taak van de secretaris behoort:

  • b.

    het mede opstellen van de agenda;

  • c.

    het tijdig verzenden van de agenda;

  • d.

    het bijwonen van alle vergaderingen en het zorgdragen voor een verslag en besluitenlijst;

  • e.

    er voor zorgdragen dat de presentielijst door de aanwezige leden tijdens de vergadering wordt getekend.

  • f.

    het mede zorgdragen voor de uitvoering van de besluiten;

  • g.

    het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

  • h.

    in zijn algemeenheid zorgdragen voor een goede ondersteuning van de Wmo-raad, zodat deze haar taak op een goede wijze kan uitvoeren. 

  • i.

    Het ondersteunen van de voorzitter bij het maken van een jaarplanning

Van de leden wordt gevraagd dat zij in staat zijn om ook op abstracte wijze mee te denken. Dat zij een goede afweging kunnen maken tussen de belangen van een individu en/of een bepaalde doelgroep ten opzichte van het algemeen belang. Van de leden wordt tevens verwacht dat zij een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de adviezen van de Wmo-raad en dat zij in staat zijn tot samenwerking met de overige leden en andere organisaties en belangengroepen in de verschillende prestatievelden.

Het college benoemd de leden voor 4 jaar. Leden kunnen eenmaal herbenoemd worden. Om nu te voorkomen dat de benoeming van de leden tegelijkertijd afloopt is het raadzaam dat de Wmo-raad een volgorde van aftreden maakt, zodat voorkomen wordt dat in een keer veel kennis en ervaring wegvloeit.

 

De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen. Omdat van de voorzitter en secretaris extra vaardigheden gevraagd worden en zij extra verantwoordelijkheden dragen hebben wij de onkostenvergoeding vastgesteld op 100%. De overige leden ontvangen een vergoeding van 30%. 

Jaarlijks werkbudget

Om de taak goed uit te voeren zal de Wmo-raad kosten maken. Denk hierbij aan het opvragen van een advies van het WWZ-panel, het volgen van een studiedag, training e.d. Jaarlijks is hiervoor een budget beschikbaar.

Geheimhouding

De Wmo-raad krijgt regelmatig stukken toegezonden die nog niet geschikt zijn voor besluitvorming of niet bestemd zijn voor derden. Voor de Wmo-raad is dat van belang zodat tijdig op ontwikkelingen geanticipeerd kan worden. Vaak wordt de Wmo-raad in en vroeg stadium geconsulteerd, zodat bij de beleidsvorming al rekening met de mening van de Wmo-raad gehouden kan worden. Voor de gemeente is het van belang dat zij kan vertrouwen op de geheimhouding door de leden van de Wmo-raad.

[1] Feitelijk zijn de negen genoemde punten geen prestatievelden, maar definities / aandachtsgebieden van maatschappelijke ondersteuning. In de praktijk worden ze prestatievelden genoemd omdat de gemeente op deze aandachtsgebieden beleid moet maken en zich hierover periodiek moet verantwoorden.