Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening

Geldend van 08-07-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • 2.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • 3.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van  de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

  • 5.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 6.

    Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • 7.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd:

  • a.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • b.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    - Per post

    - Per e-mail

    - Telefonisch

    - Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4.

    Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 15 juni 2010.                                              .
 
De griffier,                                                      De voorzitter,