Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Geldend van 19-05-2012 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012

Artikel 1 Aard van heffing en het belastbare feit

Onder de naam begraafplaatsrechten worden voor het gebruik van de gemeentelijke begraaf-plaatsen en voor het aldaar verrichten van diensten, rechten geheven.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Tarieven

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van factuur.

Artikel 5 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de factuur.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van artikel 5, eerste lid van deze verordening moeten de rechten als vermeld onder nummers 7.1, 7.2 en 7.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel met een bedrag kleiner dan of gelijk aan € 4.500,00 worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn hiervan vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het hiervoor genoemde, moeten de aanslagen worden betaald in acht gelijke termijnen indien het bedrag van de aanslag, dan wel het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen groter is dan € 50,00 en kleiner is dan of gelijk is aan € 4.500,00 zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen met een totaalbedrag kleiner dan of gelijk aan € 50,00 worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden 2, 3 en 4 gestelde termijnen.

Artikel 6 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 7 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake de verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van deze rechten, met uitzondering van rechten als vermeld onder de nummers 2, 7.1, 7.2 en 7.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Begraafplaatsrechten 2011", laatstelijk gewijzigd op 14-03-2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.