Regeling vervallen per 01-06-2018

Beleidsregel toegang schulddienstverlening gemeente Zwolle 2012

Geldend van 15-11-2012 t/m 31-05-2018

Intitulé

Beleidsregel toegang schulddienstverlening gemeente Zwolle 2012

Beleidsregel Toegang Schulddienstverlening Gemeente Zwolle 2012

Artikel 1 Begrippen

In de beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Betalingsregeling: maken van een afspraak voor gespreide betaling door een derde met een schuldeiser

  • b.

    Budgetbeheer: het beheren van het inkomen van de aanvrager door het openen van een rekening bij de kredietbank, waarop de inkomsten worden gestort en waarvan uitgaven en reserveringen worden gedaan.

  • c.

    Minnelijk traject: onderdeel van de schulddienstverlening waarbij een schuldregeling wordt getroffen door overeenstemming met alle schuldeisers te krijgen over de schulden, inclusief de doorlooptijd van de minnelijke schuldregeling.

  • d.

    Nazorg: het hebben van een of meerdere contactmomenten met een natuurlijk persoon na afloop van een schuldbemiddeling, saneringskrediet, of budgetbeheer.

  • e.

    Saneringskrediet: Lening naar aanleiding van een schuldregeling die wordt aangewend voor het voldoen van alle schulden, al of niet tegen een percentagevoorstel.

  • f.

    Schuldbemiddeling: maken van betalingsafspraken door een derde naar aanleiding van een schuldregeling waarbij alle schuldeisers instemmen met een gespreide betaling, al of niet tegen een percentagevoorstel.

  • g.

    Schulddienstverlening: samenhangend aanbod van dienstverlening voor preventie en zorg voor uitvallers en beëindigden, met als doel financiële problemen en de oorzaken daarvan op te lossen of hanteerbaar te maken op basis van een eenduidige doelstelling en een eenduidige methodiek.

Artikel 2 Rechthebbende

  • 1. Natuurlijke personen met een hoofdverblijf in de gemeente Zwolle met een problematische schulden situatie komen in aanmerking voor Schulddienstverlening.

  • 2. Alvorens met schulddienstverlening wordt gestart, overtuigt de gemeente zich er van dat er sprake is van een stabiele woon-, leef- en inkomenssituatie van de aanvrager. Wanneer schulddienstverlening niet haalbaar is vanwege de instabiele situatie, zal de aanvrager voor zover mogelijk naar een andere instelling of traject worden begeleid.

Artikel 3 De aanvraag schulddienstverlening

  • 1. Een aanvraag schulddienstverlening kan uitsluitend schriftelijk worden ingediend door de aanvrager bij de gemeente Zwolle. De aanvrager moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • a.

      hij is meerderjarig;

    • b.

      hij dient te beschikken over een vaste woon- en verblijfplaats en ingeschreven te staan in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de gemeente Zwolle;

    • c.

      hij dient zich te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Als geldig legitimatiebewijs gelden de documenten genoemd in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht;

    • d.

      hij dient te beschikken over een inkomen uit loondienst en/of uitkering van minimaal de toepasselijke bijstandsnorm;

    • e.

      hij geen zelfstandige ondernemer is;

    • f.

      hij is niet rechtens zijn vrijheid ontnomen of zal niet binnenkort zijn vrijheid worden ontnomen;

  • 2. Indien een aanvrager binnen een jaar gerekend vanaf de datum van het besluit tot afwijzing van de aanvraag een nieuwe aanvraag indient, wordt deze aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 3. Indien een aanvrager binnen twee jaar na voortijdige beëindiging van een schuldregeling, gerekend vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst voor schuldregeling, een nieuwe aanvraag indient, wordt deze aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4. Indien een aanvrager binnen tien jaar gerekend vanaf de datum van het besluit, na reguliere beëindiging van een schuldregeling, een nieuwe aanvraag voor schuldregeling indient, wordt deze aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 5. Indien de aanvrager een zelfstandige ondernemer is, wordt de aanvraag doorgezonden naar de gemeentelijke afdeling Zelfstandigen voor bijstand of behandeld als een aanvraag om een verklaring ex artikel 285 van de Faillissementswet.

Artikel 4 Voorwaarden en verplichtingen schulddienstverlening

  • 1. Om de schulddienstverlening te doen slagen is de medewerking én de inzet van de aanvrager noodzakelijk. Bij geen of onvoldoende medewerking wordt de aanvraag schulddienstverlening afgewezen of wordt de schulddienstverlening voortijdig beëindigd. Er is sprake van geen of onvoldoende medewerking als de aanvrager:

    • a.

      niet verschijnt op een oproep, nadat één hersteltermijn is gegeven;

    • b.

      geen, foutieve of onvolledige informatie verstrekt;

    • c.

      nieuwe schulden is aangegaan na de aanvraag schulddienstverlening;

    • d.

      zich na de aanvraag schulddienstverlening of gedurende de minnelijke schuldregeling niet houdt aan de opgelegde voorwaarden ;

    • e.

      niet meewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst in het kader van de schulddienstverlening bijvoorbeeld budgetbeheer of het plan van aanpak, of juiste uitvoering van een dergelijke overeenkomst;

    • f.

      niet meewerkt aan de verplichting tot begeleiding door een erkende hulpverleningsinstelling;

    • g.

      zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden voor de schulddienstverlening.

  • 2. De aanvrager is verplicht gedurende de periode van schuldbemiddeling, naar het oordeel van het college, aantoonbare inspanningen te verrichten om zijn inkomsten te vergroten.

  • 3. De aanvrager is verplicht om direct en uit eigen beweging dan wel op verzoek van de gemeente alle gegevens door te geven waarvan het hem duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening.

  • 4. In het kader van de schulddienstverlening is de aanvrager verplicht om de onderstaande verzekeringen af te sluiten, de polis(sen) te overleggen en de verschuldigde premies te betalen van:

    • a.

      zorgverzekering;

    • b.

      wettelijke aansprakelijkheid (WA);

    • c.

      inboedelverzekering;

    • d.

      opstalverzekering bij bewoning van een woning in eigendom;

Artikel 5 Middelen

  • 1. Voor de schulddienstverlening worden de middelen van de aanvrager in aanmerking genomen. Tot de middelen worden alle vermogens- en inkomensbestanddelen gerekend waarover de aanvrager en diens gezinsleden tot 18 jaar, kunnen beschikken dan wel redelijkerwijs kunnen beschikken.

  • 2. a. Onder vermogen wordt verstaan de waarde van de bezittingen waarover de aanvrager en zijn gezinsleden tot 18 jaar kunnen beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken. De waarde van de bezittingen wordt vastgesteld op de waarde in het economische verkeer.

  • b. Niet als vermogen wordt in aanmerking genomen de bezittingen in natura van de aanvrager en zijn gezinsleden tot 18 jaar, die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn of, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk zijn.

  • 3. Onder inkomen wordt verstaan alle inkomende gelden waarover de aanvrager en zijn gezinsleden, kunnen beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken, zoals bijvoorbeeld:

    • a)

      inkomsten uit of in verband met arbeid;

    • b)

      inkomsten uit vroegere arbeid;

    • c)

      sociale zekerheidsuitkeringen;

    • d)

      alimentatie;

    • e)

      inkomsten uit vermogen;

    • f)

      inkomsten uit verhuur, onderverhuur of het hebben van één of meer kostgangers;

    • g)

      de heffingskorting als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    • h)

      vergoedingen zonder bijhorende kosten;

    • i)

      uitgekeerde premies;

    • j)

      voorlopige teruggaaf of teruggave inkomstenbelasting, loonbelasting, premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet;

    • k)

      ontvangsten die naar hun aard met bovengenoemde inkomsten en uitkeringen overeenkomen.

Artikel 6 Toekenning van schulddienstverlening

  • 1. Een aanvrager van schulddienstverlening kan naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders in aanmerking komen voor een of meerdere van de volgende diensten:

  • a. Advies- of informatiegesprek

  • b. Herfinanciering

  • c. Schuldbemiddeling;

  • d. Saneringskrediet;

  • e. Budgetbeheer met of zonder Betalingsregeling;

  • f. Nazorg.

  • 2. Het college van Burgemeester en Wethouders beoordeelt een aanvraag met fraudeschulden, strafrechtelijke boetes of strafrechtelijke schulden op zijn mogelijkheden tot minnelijke schulddienstverlening.

  • 3. Indien de aanvrager van Schulddienstverlening naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet in aanmerking komt voor een dienst op grond van dit artikel, adviseert het college de aanvrager over de mogelijkheid tot een verzoek om toepassing van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of hulpverlening door een andere instelling.

Artikel 7 Beëindiging van de minnelijke schulddienstverlening

  • 1. De minnelijke schulddienstverlening wordt beëindigd in de volgende gevallen:

  • a. na afloop van het minnelijke traject en de schuldenaar weer in staat is om de financiën zelfstandig te beheren;

  • b. als het Wsnp traject van toepassing is of belanghebbende failliet wordt verklaard

  • c. als belanghebbende rechtens zijn vrijheid is ontnomen of zal worden ontnomen;

  • d. als de belanghebbende zelf een oplossing heeft gevonden voor de financiële problemen;

  • e. op schriftelijk verzoek van de belanghebbende;

  • f. bij overlijden van de belanghebbende;

  • g. bij verhuizing uit de gemeente Zwolle of uitschrijving uit de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie;

  • h. als de voorwaarden en/of verplichtingen genoemd in artikel 2 niet zijn of worden nagekomen.

  • 2. Beëindiging van de minnelijke schulddienstverlening vindt niet of gedeeltelijk niet plaats als de gevolgen van de beëindiging niet evenredig zijn aan de reden voor beëindiging.

Artikel 8 Nazorg

Bij beëindiging van de Schulddienstverlening beoordeelt het college van burgemeester en wethouders of de belanghebbende nazorg moet worden aangeboden ter voorkoming van nieuwe schulden.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien de toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel toegang schulddienstverlening gemeente Zwolle 2012”.

Algemene Toelichting

Schulddienstverlening is een wettelijke taak op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In verband met de aanvragen voor schulddienstverlening is het noodzakelijk dat er regels vastgesteld worden voor de toegang tot en de voorwaarden aan de Schulddienstverlening ten behoeve van de rechtszekerheid.

De gemeente Zwolle hanteert als uitgangspunt dat alle inwoners in aanmerking komen voor minnelijke schulddienstverlening. Schulddienstverlening is voor alle Zwollenaren. Schulddienstverlening sluit geen groepen op voorhand van schulddienstverlening uit. We willen dat iedereen kan deelnemen aan het maatschappelijk leven. Drempels die de participatie van mensen in gevaar brengen zullen we wegnemen. Schulden kunnen zo´n drempel vormen. Er zijn uitzonderingen op het uitgangspunt bv recidivisten en mensen die de randvoorwaarden voor dienstverlening niet willen naleven.

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien de toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

De schulddienstverlening wordt uitgevoerd door de afdeling inkomensondersteuning van de eenheid Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De gemeente voert de regie. De psychosociale begeleiding is opgedragen aan andere partners. De gemeente werkt conform de gedragscodes van de Nederlandse vereniging voor volkskrediet (NVVK).

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel 2

Door de definitie van rechthebbende wordt bepaald wie in beginsel in aanmerking komen voor dienstverlening. Belangrijk is een stabiele situatie van de schuldenaar. Consulenten van de gemeente moeten iemand op eenvoudige wijze kunnen bereiken.

Artikel 3

De schuldenaar, die een beroep wil doen op gemeentelijke schulddienstverlening, moet zich wenden tot de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft. Voor daklozen geldt dat de schulddienstverlening wordt verleend door het college van B en W van de gemeente waar de dakloze zich bevindt op het moment dat hij zich tot de gemeente richt. In de praktijk betekent dat de grote gemeenten voor dak- en thuislozen de schulddienstverlening voor deze groep op zich zullen nemen.

De Gemeente Zwolle hanteert een standaardformulier voor het aanvragen van dienstverlening. Na terugontvangst van het formulier wordt een intakegesprek gepland met de aanvrager. Overal waar gesproken wordt van de aanvrager, gelden de voorwaarden e.d. ook voor een eventuele partner en zijn gezin.Voor mensen die recidiveren is een termijn bepaald waar binnen aanvragen niet worden behandeld. De termijn varieert afhankelijk van het voorgaande bereikte resultaat. Voor mensen die uitvallen gedurende de aanvraagprocedure is de termijn bepaald op een jaar (lid 2). Voor mensen die uitvallen gedurende het minnelijk traject is de termijn bepaald op twee jaar (lid 3). Voor mensen die een schone lei hebben gekregen, dus succesvol een minnelijk traject hebben doorlopen, is de termijn voor een nieuwe schuldregeling bepaald op tien jaar (lid 4). De uitsluitingen gelden niet voor het hebben van een advies- of informatiegesprek met een schulddienstverlener.

Ex-ondernemers doorlopen in Zwolle slechts een gedeelte van het minnelijk traject vanwege hun afwijkende omstandigheden. De schulddienstverlener heeft een intakegesprek en maakt een eerste inventarisatie van het schuldenpakket om de regelbaarheid te toetsen. Kan het schuldenpakket van de ex ondernemer vastgesteld worden? Zijn er nog langlopende conflicten? Op basis van deze gegevens wordt besloten of een minnelijk traject zinvol is dan wel de ex ondernemer wordt doorverwezen naar het WSNP-traject.

Artikel 4

Het minnelijk traject is kent veel verplichtingen voor de schuldenaar. Een belangrijke verplichting is het verrichten van inspanningen om het inkomen te vergroten. Met name van de werkloze mag worden verwacht dat hij zich tot het uiterste inspant om werk te vinden. Dat geeft de beste kansen op het slagen van het minnelijk traject en een duurzaam effect van de schuldregeling.

Artikel 5

Een schuldenaar moet al zijn vermogen en inkomsten gedurende het minnelijk traject inzetten voor aflossing. De schuldenaar houdt de beschikking over het vrij te laten bedrag. Het feit later bedrag wordt berekend overeenkomstig de afspraken binnen NVVK-verband. Vermogen dat niet liquide is moet liquide worden gemaakt bv auto of eigen huis.

Artikel 6

De gemeente Zwolle biedt een redelijk volledig pakket aan dienstverlening. Van preventie naar curatie en tot slot nazorg. De gemeente Zwolle streeft naar een duurzaam effect. De gemeente of haar partners verleent soms hulp zonder dat dit direct leidt tot een oplossing van de problematische schulden. Bijvoorbeeld bij een verslaafde zonder controle over de verslaving. De gemeente Zwolle richt zich dan op het stabiliseren van de schulden om zeker stellen dat de vaste lasten worden voldaan. We willen huisuitzetting of afsluiting van energie en water voorkomen. Ook willen we voorkomen dat de omvang van de schulden toeneemt maar dat is niet altijd realiseerbaar.