Inspraakverordening

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Inspraakverordening

INSPRAAKVERORDENING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven en belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de raad, of burgemeester en wethouders of de burgemeester

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • c.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • d.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.

    • e.

      wanneer besluiten ten aanzien van de fysieke leefomgeving worden voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals bedoeld in afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan inwoners, bedrijven en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      b.een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2005.