Uitvoeringsbesluit Marktverordening gemeente Zwolle

Artikel 2 De inrichting van de markten en de branche-indeling

• 1. Voor de dinsdagmarkt als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder a. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 26;

  • b.

    op deze markt mogen de in bijlage I aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • c.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage I genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage I onder aantal kooplieden.

• 2. Voor de woensdagmarkt als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 43;

  • b.

    op deze markt mogen maximaal 2 standplaatsen, ieder met een lengte van maximaal 3 meter en een diepte van maximaal 2 meter, worden ingenomen door standwerkers ten behoeve van verkoop van goederen op de voor een standwerker gebruikelijke wijze;

  • c.

    op deze markt mogen de in bijlage II aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • d.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage II genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage II onder aantal kooplieden.

• 3. Voor de donderdagmarkt als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder c. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 35;

  • b.

    op deze markt mogen maximaal 2 standplaatsen, ieder met een lengte van maximaal 3 meter en een diepte van maximaal 2 meter, worden ingenomen door standwerkers ten behoeve van verkoop van goederen op de voor een standwerker gebruikelijke wijze;

  • c.

    op deze markt mogen de in bijlage Vll aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • d.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage Vll genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage Vll onder aantal kooplieden.

• 4. Voor de vrijdagmarkt als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder d. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 185;

  • b.

    op deze markt mogen maximaal 8 standplaatsen, ieder met een lengte van maximaal 3 meter en een diepte van maximaal 2 meter, worden ingenomen door standwerkers ten behoeve van verkoop van goederen op de voor een standwerker gebruikelijke wijze;

  • c.

    op deze markt mogen de in bijlage III aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • d.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage III genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage III onder aantal kooplieden.

• 5. Voor de vrijdagmarkt als bedoeld in artikel 1 onder d. aangeduid als de boerenmarkt, geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 8;

  • b.

    op deze markt mogen de in bijlage IV aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • c.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage IV genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage IV onder aantal kooplieden.

• 6. Voor de vrijdagmiddagmarkt als bedoeld in artikel 1 onder e. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 7;

  • b.

    op deze markt mogen de in bijlage V aangegeven artikelen(groepen) worden verhandeld;

  • c.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage V genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage V onder aantal kooplieden.

• 6. Voor de zaterdagmarkt als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder f. geldt:

  • a.

    het aantal standplaatsen op deze markt bedraagt maximaal 75;

  • b.

    op deze markt mogen maximaal 5 standplaatsen, ieder met een lengte van maximaal 3 meter en een diepte van maximaal 2 meter, worden ingenomen door standwerkers ten behoeve van verkoop van goederen op de voor een standwerker gebruikelijke wijze;

  • c.

    op deze markt mogen de in bijlage VI aangegeven artikelen(groepen) mogen worden verhandeld;

  • d.

    op deze markt kunnen voor elke van de in de bijlage VI genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan aangegeven in bijlage VI onder aantal kooplieden.

Artikel 4 Inschrijving sollicitantenlijst

• 1. In geval een aanvrager van een vergunning wordt ingeschreven op de sollicitantenlijst verstrekt het college deze aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de sollicitantenlijst waarop in ieder geval is vermeld:

  • a.

    de naam en voorletter(s), de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

  • b.

    de datum waarop de aanvraag voor een vergunning is ontvangen;

  • c.

    de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

  • d.

    de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

• 2. De inschrijving op de sollicitantenlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de aanvrager voor 31 januari schriftelijk wordt verlengd.

• 3. De aanvrager die artikelen wil verkopen van branches die niet op de markt vertegenwoordigd zijn, wordt een hogere positie op de sollicitantenlijst toegekend dan degenen die al op de sollicitantenlijst staan ingeschreven en die artikelen willen verkopen van branches die al vertegenwoordigd zijn op de markt.

Artikel 5 Doorhalen van inschrijving op de sollicitantenlijst

• 1. De inschrijving op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de sollicitant zijn inschrijving niet jaarlijks voor 31 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de sollicitant;

  • c.

    bij overlijden van de sollicitant;

  • d.

    wanneer het voornemen bestaat aan de sollicitant een vergunning voor een vaste plaats te verlenen en de sollicitant aangeeft deze plaats niet in te willen nemen.

  • e.

    indien niet meer aan het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de marktverordening wordt voldaan.

• 2. De inschrijving op de sollicitantenlijst, kan voorts worden doorgehaald:

  • a.

    indien een sollicitant niet reageert op een oproep om deel te nemen aan een sollicitatie die ervoor bedoeld is om in aanmerking te kunnen komen voor een vaste plaats;

  • b.

    indien is gebleken dat de sollicitant het algemeen belang en/of openbare orde, veiligheid en zedelijkheid van de markt schaadt;

  • c.

    indien ter zake van de inschrijving of de ontheffing, zoals bedoeld in artikel 11, of anderszins onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Artikel 6 Overschrijving vaste plaats

• 1. In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor het innemen van een vaste plaats worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

• 2. Van een vergunninghouder die zich heeft laten vervangen kan de vaste plaats niet worden overgeschreven op de vervanger.

• 3. Indien de vaste plaats niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, dan kan een vaste plaats worden overgeschreven op

  • a.

    één kind van de vergunninghouder dat, direct daaraan voorafgaand, gedurende een aaneengesloten periode van 4 jaar op de standplaats heeft meegewerkt;

  • b.

    een broer, zuster of medewerk(st)er van de vergunninghouder die, direct daaraan voorafgaand, gedurende een aaneengesloten periode van 4 jaar op de standplaats heeft meegewerkt.

• 4. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen 12 weken na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 7 Intrekking vergunning

• 1. De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    bij overlijden van de vergunninghouder;

  • c.

    indien degene, op wie een vergunning ingevolge artikel 6 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt;

  • d.

    indien een vergunninghouder een vergunning is verleend om zich te laten waarnemen;

  • e.

    bij arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, die geen vervanging heeft geregeld, 2 jaar na de dag waarop de periode is begonnen die verband houdt met de arbeidsongeschiktheid;

  • f.

    indien een vergunninghouder zich voor een periode van (meer dan) 2 jaar heeft laten vervangen (ziekteregeling);

• 2. Indien het bepaalde in het eerste lid toepassing vindt, wordt de inschrijving op de anciënniteitlijst doorgehaald.

Artikel 8 Aantal keren innemen standplaats door een vergunninghouder van een vaste Plaats

• 1. De vergunninghouder van een vaste plaats dient er voor te zorgen dat deze plaats tenminste 11 keer per 13 dertien weken wordt ingenomen.

• 2. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9 Aantal keren innemen standplaats door een sollicitant

• 1. De sollicitant neemt ten minste éénmaal per 3 weken een dagplaats op de markt in of moet ten minste éénmaal per 3 weken getracht hebben een dagplaats te verkrijgen.

• 2. Indien de sollicitant niet kan voldoen aan het bepaalde in het eerste lid dan moet hij ten minste 17 keer per kalenderjaar een dagplaats op de markt hebben ingenomen c.q. hebben getracht een plaats op de markt te verkrijgen.

• 3. Van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan een ontheffing worden verleend door het college voor de duur van één jaar.

Artikel 10 Vervanging van de vergunninghouder van een vaste plaats wegens ziekte, bijzondere omstandigheden of vakantie

• 1. De vergunninghouder van een vaste plaats die plotseling is verhinderd zijn vaste plaats in te (laten) nemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden deelt dit voorafgaand aan de betreffende marktdag mondeling mee aan de marktmeester. De vergunninghouder bevestigt deze mededeling schriftelijk aan het college.

• 2. Indien een vergunninghouder langer dan twee weken zijn vaste plaats niet kan innemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden, dient hij een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, in. Bij de aanvraag dient hij aan te geven hoe zijn vervanging zal worden geregeld.

• 3. Het college verleent de ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, voor een termijn van maximaal dertien weken.

• 4. De ontheffing kan op aanvraag worden verlengd met telkens een termijn van maximaal 13 weken, tot een totale termijn van maximaal 2 jaar.

• 5. Bij vakantie meldt de vergunninghouder vooraf hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie afwezig te zijn voor een periode van maximaal 4 aaneengesloten weken per kalenderjaar.

• 6. Aan een vergunninghouder kan tevens vervanging voor 1 marktdag worden toegestaan na mondelinge toestemming van de marktmeester, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van het college. Dit is maximaal 4 marktdagen per jaar mogelijk.

Artikel 11 Afwezigheid van de sollicitant wegens ziekte, bijzondere omstandigheden of vakantie

• 1. De sollicitant die plotseling verhinderd is een plaats in te nemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden deelt dit voorafgaand aan de betreffende marktdag mondeling mee aan de marktmeester. De sollicitant bevestigt deze mededeling schriftelijk aan het college.

• 2. Indien een sollicitant wegens ziekte langer dan 3 weken geen standplaats kan innemen wegens ziekte of bijzondere omstandigheden, dient hij een aanvraag tot ontheffing in, als bedoeld in artikel 9, derde lid.

• 3. Het college verleent de ontheffing als bedoeld in artikel 9, derde lid voor een termijn van maximaal 13 weken.

• 4. De ontheffing kan op aanvraag worden verlengd met telkens een termijn van maximaal 13 weken, tot een totale termijn van maximaal een jaar.

• 5. Bij vakantie meldt de sollicitant vooraf hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie afwezig te zijn voor een periode van maximaal 4 aaneengesloten weken per kalenderjaar.

Artikel 12 Overschrijving naar de waarnemingslijst

• 1. Indien een vergunninghouder van een vaste plaats een vergunning voor een waarnemingsplaats heeft verkregen wordt de vergunninghouder onmiddellijk overgeschreven van de anciënniteitlijst naar de waarnemingslijst.

• 2. De volgorde op de waarnemingslijst wordt bepaald door de reeds opgebouwde anciënniteit door de vergunninghouder op de anciënniteitlijst

• 3. Een vergunninghouder die naar de waarnemingslijst wordt overgeschreven, bouwt in de periode dat hij op waarnemingslijst staat ingeschreven, geen anciënniteit op voor de anciënniteitlijst en wordt op het moment van overschrijving naar de waarnemingslijst op de anciënniteitlijst doorgehaald.

• 4. Een inschrijving op de waarnemingslijst wordt doorgehaald indien de vergunninghouder van een vaste plaats aangeeft geen gebruik meer te willen maken van deze vergunning

Artikel 14 Het tijdstip van het innemen van de standplaats en de aan- en afvoer van goederen

• 1. Het is vergunninghouders verboden op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

• 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

• 3. Indien de vergunninghouder van een vaste plaats niet uiterlijk een half uur voor de openingstijd van de markt, als bedoeld in artikel 1, deze heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt. Vergunninghouders van dagplaatsen moeten aan deze verplichting een half uur na openingstijd van de markt hebben voldaan.

• 4. Het bepaalde in het derde lid, is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

• 5. Voertuigen moeten een half uur na de openingstijd als bedoeld in artikel 1 van het marktterrein zijn verwijderd.

• 6. Voertuigen mogen niet eerder dan na de sluitingstijd als bedoeld in artikel 1 het marktterrein oprijden.

• 7. Van het bepaalde in de leden vijf en zes kan ontheffing worden verleend door de marktmeester.

Artikel 15 Parkeren voertuigen

• 1. Het college kan om logistieke redenen ontheffing verlenen voor het plaatsen van auto’s op het marktterrein ten behoeve van de markthandel.

• 2. Voor de warenmarkt in de Aa-landen wordt ontheffing verleend voor het plaatsen van auto’s op het marktterrein.

• 3. Voor de warenmarkt in Zwolle-zuid wordt beperkt ontheffing verleend voor het plaatsen van auto’s op het marktterrein waar dit markttechnisch mogelijk is, zulks ter beoordeling van het college.

• 4. Voor de warenmarkt in Zwolle-centrum wordt ontheffing verleend voor het plaatsen van auto’s op het marktterrein waar dit om logistieke reden noodzakelijk mocht zijn, zulks ter beoordeling van het college.

• 5. Voor bovenstaande ontheffingen, waarbij de auto onderdeel van de verkoopruimte is, wordt de auto per m2 ingemeten als standplaats.

• 6. Voor bovenstaande ontheffingen waarbij de geplaatste auto geen onderdeel van de verkoopruimte is wordt per markt een vergoeding berekend conform de tarievenlijst warenmarkt .

Artikel 16 Volgorde toewijzing standplaatsen

• 1. De volgorde van toewijzing van standplaatsen geschiedt op de volgende wijze:

  • a.

    Indien een vaste plaats vrijkomt, worden eerst de vergunninghouders van een vaste plaats (middels een “nieuwsbrief”) in de gelegenheid gesteld om op deze vacante plaats te reageren. Bij meerdere reacties op eenzelfde plaats wordt in volgorde van de anciënniteitslijst de vrijgekomen vaste plaats toegekend;

  • b.

    indien een vrijgekomen vaste plaats niet wordt ingenomen door een vergunninghouder van een vaste plaats, worden de sollicitanten benaderd om deze plaats in te nemen. De sollicitanten worden in volgorde van de sollicitantenlijst hiertoe uitgenodigd;

  • c.

    indien een sollicitant een vacante plaats weigert, wordt de inschrijvingsdatum op de sollicitantenlijst van deze sollicitant gewijzigd in de datum waarop het aanbod voor een vaste plaats wordt gedaan;

  • d.

    Indien de aanvrager voor plaatsing op de sollicitantenlijst, artikelen wil verkopen van branches die niet op de markt vertegenwoordigd zijn, wordt deze een hogere positie op de sollicitantenlijst toegekend dan degenen die al op de sollicitantenlijst staan ingeschreven en artikelen willen verkopen van branches die al vertegenwoordigd zijn op de markt;

  • e.

    Indien een vrijgekomen vaste plaats niet wordt ingenomen door een vergunninghouder van een vaste plaats of een sollicitant, dan kan deze plaats ingenomen worden door een waarnemer. Bij meerdere reacties op eenzelfde plaats wordt in volgorde van de waarnemingslijst de vrijgekomen vaste plaats toegekend;

  • f.

    indien een vaste plaats vrijkomt geldt dat, na de volgorde van inschrijving op de anciënniteitslijst, de sollicitantenlijst of de waarnemingslijst, plaatsverbetering voor plaatsuitbreiding gaat;

• 2. indien een vaste plaats door tijdelijke afwezigheid vrijkomt, kan deze plaats ingenomen worden door een sollicitant. Deze plaatsen worden verdeeld in volgorde van inschrijving op de sollicitantenlijst. Binnen de sollicitantenlijst wordt onderscheid gemaakt tussen sollicitanten die actief solliciteren en sollicitanten die niet actief solliciteren;

• 3. Artikel 16, eerste lid, is schematisch weergegeven in Bijlage VIII Volgorde van toewijzing standplaatsen op de Zwolse markt.

Artikel 17 Algemene veiligheidsnormen

• 1. In het kader van brandpreventie gelden voor alle standplaatsen de volgende regels:

  • a.

    elektrische gloeilampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

  • b.

    losse kabels moeten zich op een hoogte van tenminste 2,5 meter boven de grond bevinden of kabels, die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

  • c.

    bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van tenminste 4 kg. of een poederblusser met een vulling van tenminste 6 kg.), alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn;

  • d.

    een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal, dat de warmte slecht geleidt;

  • e.

    een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden;

  • f.

    lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld;

  • g.

    emballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

  • h.

    ballons, met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn;

  • i.

    het gebruik van LPG anders dan brandstof voor motorvoertuigen is niet toegestaan.

Artikel 20 Gebruik van geluidsapparatuur

• 1. Het gebruik van geluidsapparatuur is alleen toegestaan indien hiervoor in de vergunning voor het innemen van een standplaats een voorschrift is opgenomen

• 2. Standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur geen enkele hinder ondervinden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 21 Uitstallingen

• 1. Uitstallingen zijn alleen toegestaan indien hiervoor in de vergunning voor het innemen van een standplaats een voorschrift is opgenomen.

• 2. Toestemming voor uitstallingen kan alleen worden verleend indien er sprake is van een vrije doorgang van 3 meter breed en 2 meter hoog.

• 3. Op de aanrijroute van hulpverlening kan alleen toestemming worden verleend voor uitstallingen indien er sprake is van een vrije doorgang van 4 meter breed en 4,5 meter hoog.

• 4. Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, moeten onmiddellijk worden verwijderd.