Regeling vervallen per 01-12-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018

Geldend van 02-02-2018 t/m 30-11-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018

De Raad van de gemeente Zwolle

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle van 9 januari 2018 besluit:

De verordening rechtspositie wethouders-, raads- en commissieleden 2018 vast te stellen en de verordening rechtspositie wethouders-, raads- en commissieleden 2010 in te trekken.

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening bevat de financiële voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Zwolle, zoals deze lokaal zijn vastgesteld in aanvulling op de geldende en dwingende regels in de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders, de Regeling Rechtspositie wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, Ten aanzien van het gebruik van de ter beschikking gestelde voorzieningen houden de Raadsleden en de wethouders zich aan de voor hen geldende gedragscodes, te weten de Gedragscode bestuurders (19 juni 2006, gb 1-2006.090) en de Gedragscode integriteit gemeenteraad Zwolle (16 juli 2015, gb 2015-06.29).

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet.

  • b.

    Burgerleden: de door de fracties aangewezen leden, niet zijnde raadsleden, die het woord mogen voeren namens de fractie. tijdens de informatie- en debatronde van het Raadsplein.

  • c.

    Fractievoorzitter: voorzitter van een fractie in de gemeenteraad zoals omschreven in artikel 12 van het Reglement van Orde van het Raadsplein.

  • d.

    Presidium: Alle Fractievoorzitters, zie art. 7 Reglement van Orde van het Raadsplein.

HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

  • a.

    Voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

  • b.

    Voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 3 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslist het Presidium.

Artikel 4 Computer inclusief internetverbinding

  • 1.

    Aan het raadslid wordt gedurende zijn/haar raadslidmaatschap ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een vergoeding verstrekt voor aanschaf en/of gebruik van een eigen computer (laptop, tablet) bijbehorende apparatuur en software. Deze tegemoetkoming wordt eens in de twee jaar uitbetaald en bedraagt € 1000,- (dit is een onbelaste vergoeding).

  • 2.

    De in lid 1 genoemde tegemoetkoming is tevens bedoeld ter vergoeding van de aanleg en abonnementskosten voor een internetverbinding voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raadslidmaatschap.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS

Artikel 6 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders. Daarvoor gelden tevens de regels voor dienstreizen, zoals opgenomen in de Gedragscode integriteit college gemeente Zwolle.

Artikel 7 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    De voorwaarden in de Gedragscode integriteit college gemeente Zwolle, zoals vastgesteld op 29 juni 2015, zijn van toepassing. Dit betekent onder meer dat het college na bespreking bepaalt of een buitenlandse reis functioneel in het belang is van de gemeente en of een uitnodiging kan worden aanvaard.

Artikel 8 Scholing, cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan scholing als bedoeld in artikel 28b van het Rechtspositiebesluit wethouders dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het college. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname naar het oordeel van het college van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Aan de wethouder wordt gedurende zijn/haar ambtsperiode ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt op aanvraag een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf en/of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze tegemoetkoming wordt jaarlijks uitgekeerd en bedraagt € 700,- (dit is een onbelaste vergoeding)

  • 2.

    Naast de tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid, wordt op aanvraag een vergoeding verstrekt voor de aansluit- en abonnementskosten ten behoeve van aansluiting op internet. Deze vergoeding bedraagt € 300,-- per jaar (deze vergoeding is ook onbelast).

  • 3.

    De wethouder houdt zich met betrekking tot het gebruik van de computer voor zijn ambt aan de door de gemeente opgestelde integriteitregels.

Artikel 10 Communicatie-apparatuur

  • 1.

    Aan de wethouder (en zijn plaatsvervanger) wordt gedurende zijn/haar ambtsperiode uitsluitend voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. De ter beschikking gestelde apparatuur blijft eigendom van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder tekent hiervoor een bruikleenovereenkomst en draagt zorg voor een zorgvuldig en professioneel gebruik ervan. Bij beëindiging van het ambt zonder aansluitende herbenoeming is de wethouder verplicht de apparatuur binnen 14 dagen aan de gemeente te retourneren. Hij/zij is niet aansprakelijk voor schade aan de apparatuur, tenzij in geval van grove schuld of opzet. De wethouder houdt zich verder aan de door de gemeente opgestelde integriteitsregels, waaronder de vuistregel betreffende functioneel gebruik van bedrijfsmiddelen.

Artikel 11 Fietsregeling

  • 1.

    De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 12 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13 Functionele consumpties, lunches en diners

Functionele consumpties, lunches en diners komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 14 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

HOOFDSTUK IV VOORZIENINGEN VOOR LEDEN VAN EEN COMMISSIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1 ONDER A VAN DEZE VERORDENING, VOOR ZOVER NIET IS VOORZIEN IN EEN SPECIFIEKE AFWIJKENDE REGELING.

Artikel 15 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de commissievergaderingen een vergoeding ter grootte van het (maximum)bedrag, vermeld in de bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden behorende en voor hen geldende tabel (IV) voor de gemeenteklasse van de gemeente Zwolle, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2.

    Het eerste lid heeft betrekking op leden van de:

    • Commissie Cultuur en Kwaliteit;

    • Commissie Naamgeving;

    • Belanghebbendenraad Kranenburg;

    • Rekenkamercommissie, voor zover deze geen raadslid zijn (zie lid 4, onder a);

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt. Concreet geldt dit voor de burgerleden als bedoeld in artikel 1 onder b, die deelnemen aan het Raadsplein. Zij ontvangen de maximale vaste onbelaste vergoeding conform de door de fiscus gehanteerde vrijwilligersregeling.

  • 4.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of wethouder; Dit geldt concreet voor de leden van de Werkgeverscommissie Raadsgriffie en voor een deel van de leden van Rekenkamercommissie.

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid, dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangen:

    • a.

      de leden van de commissie Cultuur en Kwaliteit een vergoeding op basis van artikel 5, lid 6 Verordening commissie Cultuur en Kwaliteit.

    • b.

      de leden van de Participatieraad een vergoeding op basis van artikel 10 Verordening participatieraad gemeente Zwolle.

    • c.

      de leden van het Programmabeleid bepalend orgaan ZOO geen vergoeding.

    • d.

      De leden van de Adviescommissie planschade een vergoeding op basis van een overeengekomen uurtarief.

    • e.

      De leden van de Marktcommissie geen vergoeding.

  • 6.

    Wegens bijzondere beroepsmatige deskundigheid en de zwaarte en omvang van hun taak als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid:

    • a.

      de leden van de Adviescommissie bezwaarschriften een vergoeding ten bedrage van 140 % en de (vice-)voorzitter een vergoeding van 180 % van het (maximum)bedrag, vermeld in de bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden behorende tabel (IV) voor de gemeenteklasse van de gemeente Zwolle, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

    • b.

      de leden van de Commissie Beeldende Kunst een vergoeding ten bedrage van 100 % en de voorzitter een vergoeding van 150 % van het (maximum)bedrag, vermeld in de bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden behorende tabel (IV) voor de gemeenteklasse van de gemeente Zwolle, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 16 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      Voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      Voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 ontvangen de leden van het Programmabeleid bepalend orgaan ZOO en de burgerleden die deelnemen aan het Raadsplein geen aparte reiskostenvergoeding.

  • 3.

    Burgerleden-deelnemers aan het Raadsplein zijn uitgesloten van vergoeding van eventuele verblijfskosten of enige andere vergoeding bovenop hun vaste onbelaste vergoeding, gezien de regels voor de fiscale vrijwilligersregeling.

HOOFDSTUK V DE PROCEDURE VAN DECLARATIE

Artikel 17 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 18 Betaling van kosten

  • 1.

    Betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door betaling uit gemeentelijke middelen, bij voorkeur op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur;

  • 2.

    Als betaling via de wijze bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is, worden de kosten voldaan met de gemeentelijke creditcard.

  • 3.

    Alleen in uitzonderingssituaties worden de kosten uit eigen middelen vooruit betaald en gedeclareerd.

Artikel 19 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten voor cursussen, congressen, seminars of symposia , dienstreizen, alsmede de reis- , pension- en verhuiskosten van een benoemde wethouder van buiten de gemeente kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient de voor akkoord ondertekende factuur binnen twee weken na afloop van de maand waarin de factuur bij de gemeente is binnengekomen in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar. Na accordering wordt de factuur zo spoedig mogelijk betaald.

Artikel 20 Gebruik creditcard

  • 1.

    Een gemeentelijke creditcard wordt aan de wethouder in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van zakelijke uitgaven die in verband met de uitoefening van de functie noodzakelijk zijn en die conform de binnen de gemeente gemaakte afspraken en de Gedragscode bestuurders voor vergoeding ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen twee weken na afloop van de maand waarin de factuur bij de gemeente is binnengekomen na parafering door de gemeentesecretaris ingediend bij de afdeling Financiën.

  • 4.

    Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard door de betrokkene onverwijld ingeleverd.

Artikel 21 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten wegens dienstreizen, alsmede de reis- , pension- en verhuiskosten van een benoemde wethouder van buiten de gemeente wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen twee weken na afloop van de maand waarop de declaratie betrekking heeft in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Na accordering wordt de declaratie zo spoedig mogelijk aan de indiener betaald.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 januari 2018

drs. H.J. Meijer, voorzitter

drs. A. ten Have, griffier