Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR420655
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR420655/1
Regeling vervallen per 06-10-2022
Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Alkmaar houdende regels voor verblijfsontzegging Beleidsregel verblijfsontzegging Alkmaar
Geldend van 27-10-2016 t/m 16-08-2017
Intitulé
Beleidsregel verblijfsontzegging AlkmaarDe burgemeester van Alkmaar,
overwegende;
dat in de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar (Apv) de grondslag voor het opleggen van een verblijfsontzegging aan personen in verband met het verstoren van de openbare orde of veiligheid is opgenomen;
dat overlast in de openbare ruimte voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door personen wiens gedrag zich als volgt laat kenschetsen: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, gebruiken van de wijk als afwerkplek, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastigvallen van bewoners en passanten. Dit gedrag brengt bij bewoners en passanten reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg en laat zich naar blijkt niet veranderen door middel van politieoptreden op basis van strafrechtelijke bepalingen dan wel de Apv;
dat daarom in artikel 2:2, eerste lid, van de Apv is bepaald dat de burgemeester bevoegd is om, in het belang van de openbare orde of veiligheid, aan personen die de openbare orde of veiligheid verstoren een verbod op te leggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen (verblijfsontzegging);
dat in deze beleidsregel de burgemeester bepaalt op welke wijze hij of de door of namens hem gemandateerde ambtenaren van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, van de Apv gebruik maken;
dat het driehoeksoverleg als bedoeld in 13 van de Politiewet 2012 op 3 augustus 2016 heeft ingestemd met de wijze waarop de bevoegdheid tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt uitgeoefend en met de omschrijvingen van overtredingen die tot een verblijfsontzegging kunnen leiden;
dat het opleggen van een verblijfsontzegging niet inhoudt dat er geen strafrechtelijke vervolging door de officier van justitie plaatsvindt tegen de gepleegde strafbare feiten;
gelet op het bepaalde in artikel 2:2, vierde lid, van de Apv;
b e s l u i t :
Vast te stellen de navolgende beleidsregel verblijfsontzegging Alkmaar;
Beleidsregel verblijfsontzegging Alkmaar
Artikel 1 Verblijfsontzegging
-
1. De gedragingen waarvoor een verblijfsontzegging kan worden opgelegd, zijn opgenomen in artikel 8.
-
2. Voordat een verblijfsontzegging wordt opgelegd, ontvangt de betrokkene die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging als genoemd in artikel 8, een schriftelijke waarschuwing. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van de verblijfsontzegging uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt uitsluitend voor de aangewezen gebieden binnen de gemeente Alkmaar. De bekendmaking van de waarschuwing wordt door de politie vastgelegd in hun registratiesysteem.
-
3. Indien ten aanzien van de betrokkene voor de tweede maal een gedraging als bedoeld in artikel 8 wordt geconstateerd, wordt een verbod als bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening opgelegd. Bij overtreding van het verbod wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2:2, tweede lid, in samenhang gelezen met artikel 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening opgemaakt.
-
4. De betrokkene die zich binnen zes maanden na het opleggen van een verblijfsontzegging in het zelfde gebied voor een volgende maal schuldig maakt aan een gedraging als genoemd in artikel 8 wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, een verbod als bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening opgelegd. Bij overtreding van het verbod wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2:2, tweede lid, in samenhang gelezen met artikel 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening opgemaakt.
Artikel 2 Duur van de verblijfsontzegging
-
1. In de onderstaande tabel is de duur van de op te leggen verblijfsontzegging opgenomen:
Constatering
Tijdvak
tweede constatering
twee weken
derde constatering
vier weken
vierde constatering
acht weken
vijfde constatering en volgende constateringen
twaalf weken
-
2. Afhankelijk van de ernst van de in artikel 8 opgenomen feiten of de combinatie daarvan kan van het bepaalde in het eerste lid worden afgeweken.
-
3. Als een verblijfsontzegging wordt bekendgemaakt terwijl er al een verblijfsontzegging geldt, gaat de termijn van de nieuwe verblijfsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde verblijfsontzegging.
Artikel 3 Waarschuwing en verblijfsontzegging tot en met twee weken
Tot het maken en bekendmaken van de schriftelijke waarschuwing alsmede het opleggen en bekendmaken van een verblijfsontzegging voor de duur van maximaal twee weken namens de burgemeester – één en ander in overeenstemming met het Mandaatbesluit verblijfsontzegging Alkmaar – zijn bevoegd de ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid en onder c, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
Artikel 4 Verblijfsontzegging vanaf vier weken
Een verblijfsontzegging met een duur van vier, acht of twaalf weken, wordt door de burgemeester opgelegd.
Artikel 5 Zienswijze
-
1. De betrokkene aan wie een voornemen tot een verblijfsontzegging wordt opgelegd, kan binnen drie dagen na bekendmaking daarvan zijn zienswijze indienen bij de burgemeester.
-
2. De betrokkene aan wie een voornemen tot een verblijfsontzegging in persoon wordt uitgereikt, wordt door de ambtenaar van politie die het voornemen uitreikt direct gewezen op de mogelijkheid om mondeling zijn zienswijze kenbaar te maken. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt de zienswijze door de ambtenaar van politie schriftelijk vastgelegd.
Artikel 6 Zwaarwegende belangen
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, wordt in de verblijfsontzegging een looproute opgenomen. Het is degene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.
Artikel 7 Informatieplicht
-
1. De burgemeester informeert de driehoek als bedoeld in artikel 13 van de Politiewet 2012 door middel van een jaarrapportage over het aantal uitgereikte verblijfsontzeggingen.
-
2. De burgemeester informeert het openbaar ministerie en de politie over ingestelde rechtsmiddelen en de beslissing daarop.
Artikel 8 Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen
Bij constatering van de volgende openbare orde verstorende handelingen en/of strafbare feiten kan in het belang van de openbare orde en veiligheid een verblijfsontzegging worden opgelegd:
artikel 2:1 Algemene plaatselijke verordening (Apv) |
samenscholing en ongeregeldheden |
artikel 2:22 Apv |
ordeverstoring |
artikel 2:38 Apv |
betreden gesloten woning of lokaal |
artikel 2:43 Apv |
hinderlijk gedrag op openbare plaatsen |
artikel 2:45 Apv |
verboden gebruik van drank |
artikel 2:46 Apv |
slapen op of aan de weg |
artikel 2:47 Apv |
hinderlijk gedrag bij of in gebouwen en voor publiek toegankelijke ruimten |
artikel 2:52 Apv |
bedelarij |
artikel 2:59 Apv |
drugshandel |
artikel 3:15 Apv |
straatprostitutie |
artikel 4:6 Apv |
natuurlijke behoefte doen |
artikel 4:9 Apv |
recreatief nachtverblijf buiten kampeerterrein |
artikel 5:11 Apv |
ventverbod |
artikel 2 Opiumwet¹ |
verkopen enz. van harddrugs |
artikel 3 Opiumwet¹ |
verkopen enz. van softdrugs |
artikel 131 Wetboek van Strafrecht |
opruiing |
artikel 137c Wetboek van Strafrecht |
belediging van groep mensen |
artikel 138 Wetboek van Strafrecht |
huisvredebreuk |
artikel 141 Wetboek van Strafrecht |
openlijke geweldpleging |
artikel 180 Wetboek van Strafrecht |
wederspannigheid tegen een ambtenaar |
artikel 182 Wetboek van Strafrecht |
ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging |
artikel 184 Wetboek van Strafrecht |
negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel |
artikel 239 Wetboek van Strafrecht |
schennis van de eerbaarheid |
artikel 246 Wetboek van Strafrecht |
feitelijke aanranding van de eerbaarheid |
artikel 267 Wetboek van Strafrecht |
belediging van ambtenaar in functie |
artikel 285 Wetboek van Strafrecht |
bedreiging |
artikel 300 Wetboek van Strafrecht |
eenvoudige mishandeling |
artikel 301 Wetboek van Strafrecht |
mishandeling met voorbedachten rade |
artikel 302 Wetboek van Strafrecht |
zware mishandeling |
artikel 303 Wetboek van Strafrecht |
zware mishandeling met voordachten rade |
artikel 306 Wetboek van Strafrecht |
deelneming aan aanval of vechtpartij |
artikel 317 Wetboek van Strafrecht |
afpersing |
artikel 318 Wetboek van Strafrecht |
bedreiging |
artikel 350 Wetboek van Strafrecht |
vernieling |
artikel 424 Wetboek van Strafrecht |
straatschenderij |
artikel 426 Wetboek van Strafrecht |
verkeersbelemmering in staat van dronkenschap |
artikel 431 Wetboek van Strafrecht |
rumoer/burengerucht |
artikel 453 Wetboek van Strafrecht |
openbare dronkenschap |
artikel 461 Wetboek van Strafrecht |
verboden toegang onbevoegdheden |
artikel 13, 26 of 27 Wet wapens en munitie |
vervaardigen, voorhanden hebben of dragen verboden wapens |
¹ In geval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet kan slechts een verblijfsontzegging worden opgelegd indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.
Artikel 9 Overgangsrecht
Indien binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze beleidsregel een of meerdere verblijfsontzeggingen aan een persoon zijn opgelegd, dan is de duur van de volgende verblijfsontzeggingen afhankelijk van de langstdurende opgelegde verblijfsontzegging binnen die zes maanden.
Artikel 10 Slotbepalingen
-
1. De Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013, zoals vastgesteld bij besluit van 26 februari 2013, wordt ingetrokken.
-
2. Deze beleidsregel treedt gelijktijdig in werking op het tijdstip waarop de Algemene plaatselijke verordening in werking treedt.
-
3. Deze beleidsregel worden aangehaald als: Beleidsregel verblijfsontzegging Alkmaar.
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 28 september 2016
de burgemeester van Alkmaar,
P.M. Bruinooge,
burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl