Regeling vervallen per 01-04-2015

Marktverordening gemeente Almelo 2006

Geldend van 13-10-2006 t/m 31-03-2015

Intitulé

Marktverordening gemeente Almelo 2006

Marktverordening gemeente Almelo 2006

jaargang:

regelingnummer: 2282

Nr. 16

Raadsbesluit van 3 oktober 2006, gewijzigd bij raadsbesluit op 20 april 2010, houdende vaststelling van de Marktverordening gemeente Almelo 2006.

Besluit van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2006 houdende vaststelling van de Nadere regels behorende bij de Marktverordening gemeente Almelo 2006, gewijzigd bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 12 juni 2007, 10 maart 2009, 19 januari 2010 en 23 februari 2010.

gelet op de artikelen 147, eerste lid, 149, 154 en 156 van de Gemeentewet en gelet op de Algemene wet bestuursrecht, overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de bijbehorende nadere regels wordt verstaan onder:

a.aanvrager:

een natuurlijke persoon, niet zijnde een rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

b.anciënniteitlijst:

de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

c.branche-indeling:

de indeling in artikelengroepen conform de aan de nadere regels gehechte tekening;

d.college:

het college van burgemeester en wethouders van Almelo;

e.dagplaats:

de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

f.levenspartner:

de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert. Dit moet blijken uit een huwelijksakte als bedoeld in artikel 1:78, van het Burgerlijk Wetboek, een akte van registratie van partnerschap als bedoeld in artikel 1:80a, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract opgemaakt bij notariële akte;

g.lotingslijst:

lijst waarop aanvragers voor een standwerkerplaats geplaatst worden en op basis waarvan de standwerkerplaatsen door middel van loting worden toegewezen c.q. verdeeld;

h.markt:

de door het college ingestelde warenmarkt;

i.marktmeester:

de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;

j.marktterrein:

de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of volgens artikel 2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

k.permissie:

tijdelijke ontheffing van de verplichting tot het persoonlijk innemen van de standplaats;

l.seizoensplaats:

de standplaats die voor een bepaalde termijn gedurende een seizoen per jaar beschikbaar wordt gesteld;

m.sollicitant:

een natuurlijke persoon die bij het college kenbaar heeft gemaakt in aanmerking te willen komen voor een (vaste) standplaats;

n.sollicitantenlijst:

de lijst van aanvragers van een (vaste) standplaats;

o.standplaats:

de ruimte die voor de duur van de markt ter beschikking wordt gesteld voor het uitoefenen van de markthandel;

p.standwerker:

een marktkoopman die door welsprekendheid kopers tracht te lokken;

q.standwerkerplaats:

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

r.uitstalling:

goederen van de vergunninghouder die geplaatst worden buiten de toegewezen ruimte die is aangegeven in de standplaatsvergunning;

s.vaste standplaats:

de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder;

t.vergunninghouder:

degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

u.vervanger:

een natuurlijke persoon die een vergunninghouder incidenteel vervangt en namens deze optreedt;

v.vrije plaats (los-vastplaats):

een vrijgekomen standplaats die niet op de betreffende marktdag als vaste standplaats beschikbaar is gesteld dan wel is ingenomen;

w.waarnemer:

een natuurlijke persoon die op basis van een vergunning structureel een standplaats inneemt van een vergunninghouder van een vaste standplaats;

x.waarnemingslijst:

de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats aan wie vergunning is verleend om de standplaats op de markt te laten waarnemen;

y.waarnemingsplaats:

een vaste standplaats die is omgezet in een waarnemingsplaats omdat aan de vergunninghouder van een vaste standplaats vergunning is verleend om zijn standplaats op de markt te laten waarnemen.

Artikel 2 Instellen, afschaffen of veranderen van markten

  • 1. Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

  • 2. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, op een andere tijd en/of op een andere plaats.

  • 3. Het college is bevoegd te besluiten dat de markt niet zal plaats vinden indien het daartoe dringende redenen aanwezig acht.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen voor de volgende onderwerpen:

  • 1.

    dag, tijdstip en plaats van de markten;

  • 2.

    de inrichting van de markten en de branche-indeling.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een bij of volgens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie volgens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

  • 1. Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, dagplaats, standwerkerplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats.

Artikel 7 De vergunningaanvraag

  • 1. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijke persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan de publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie en die een legale verblijfsstatus heeft.

  • 2. Aan een persoon, zoals genoemd in het eerste lid, kan slechts vergunning worden verleend om één standplaats op de markt in te nemen.

  • 3. Een persoon die zich in de periode van een jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag om een vergunning aantoonbaar schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog op de markt komt niet in aanmerking voor een vergunning.

Artikel 8 Intrekking van een vergunning

  • 1. Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 10 van de nadere regels de vergunning wordt overgeschreven;

    • c.

      indien aan een vergunninghouder toestemming is verleend om zijn vaste standplaats op de markt te laten waarnemen;

    • d.

      bij arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, 24 maanden na de dag waarop de periode is begonnen die verband houdt met de arbeidsongeschiktheid, tenzij op grond van artikel 10 van de nadere regels de vergunning wordt overgeschreven;

    • e.

      indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats voor een periode van 24 maanden of meer heeft laten vervangen in het kader van de ziekteregeling;

    • f.

      indien de vergunninghouder een aanvraag indient om artikelen te mogen verhandelen van een andere branche of voor gebruik van ander verkoopmateriaal waardoor het niet meer mogelijk is zijn huidige standplaats te blijven bezetten.

  • 2. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats intrekken indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder of waarnemer niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten.

Artikel 9 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen voor de volgende onderwerpen:

  • 1.

    de inhoud van de volgens deze verordening verleende vergunningen en ontheffingen;

  • 2.

    toewijzing van een vaste standplaats;

  • 3.

    inschrijving op de anciënniteitlijst;

  • 4.

    doorhaling van inschrijving op de anciënniteitlijst;

  • 5.

    inschrijving op de sollicitantenlijst;

  • 6.

    doorhaling van inschrijving op de sollicitantenlijst;

  • 7.

    overschrijving van een vaste standplaatsvergunning;

  • 8.

    inschrijving voor een dag- of standwerkerplaats;

  • 9.

    toewijzing van een dagplaats;

  • 10.

    toewijzing van een standwerkerplaats;

  • 11.

    toewijzing van een waarnemingsplaats;

  • 12.

    inschrijving op de waarnemingslijst;

  • 13.

    doorhaling van inschrijving op de waarnemingslijst;

  • 14.

    toewijzing van een vrije plaats;

  • 15.

    toewijzing van een seizoensplaats.

Hoofdstuk 3 Het gebruik van de standplaats

Artikel 10 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven tenzij hem daarvan ontheffing is verleend door het college.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. Bij plotselinge verhindering kan toestemming worden verkregen van de marktmeester om zich te laten vervangen.

Artikel 11 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op verzoek van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is of in de plaats van de vergunninghouder is getreden.

Artikel 12 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen voor de volgende onderwerpen:

  • 1.

    het aantal keren innemen van een standplaats door een vergunninghouder van een vaste standplaats of zijn waarnemer;

  • 2.

    het aantal keren dat een sollicitant een standplaats moet innemen op de markt;

  • 3.

    afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden;

  • 4.

    afwezigheid van de sollicitant wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden;

  • 5.

    beoordeling van het standwerken;

  • 6.

    het tijdstip van innemen van een standplaats en de aan- en afvoer van goederen;

  • 7.

    verzorging van de standplaats;

  • 8.

    de algemene veiligheidsnormen;

  • 9.

    het gebruik van elektra;

  • 10.

    het gebruik van geluidsapparatuur;

  • 11.

    uitstallingen.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Strafbepaling

Overtreding van het bij of volgens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een vervangende hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 14 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen voor de volgende onderwerpen:

  • 1.

    intrekking en schorsing vergunning vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats;

  • 2.

    uitsluiting vergunninghouder dagplaats of standwerkerplaats;

  • 3.

    onmiddellijke verwijdering van de markt;

  • 4.

    bestuurlijke sancties.

Artikel 15 Afwijkingsbevoegdheid

Het college is bevoegd op grond van bijzondere omstandigheden af te wijken van deze verordening en de volgens deze verordening vastgestelde nadere regels.

Artikel 16 Beslissingsbevoegdheid

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of volgens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De verordening op de warenmarkten voor de gemeente Almelo 2000, vastgesteld 1 maart 2001, wordt ingetrokken.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn volgens de verordening op de warenmarkten voor de gemeente Almelo 2000 gelden als besluiten genomen volgens deze verordening.

  • 2. De bestaande anciënniteit- en sollicitantenlijsten worden geacht anciënniteit- en sollicitantenlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op de warenmarkten voor de gemeente Almelo 2000 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van 8 dagen na de datum van uitgifte van Almelo’s Weekblad waarin zij is geplaatst.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "marktverordening gemeente Almelo 2006”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 oktober 2006

De voorzitter, de griffier,

Nadere regels marktverordening 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo,

overwegende dat zij het noodzakelijk vinden nadere regels vast te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

gelet op de marktverordening gemeente Almelo 2006, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Besluiten:

vast te stellen

nadere regels behorend bij de marktverordening gemeente Almelo 2006

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de begripsomschrijvingen wordt verwezen naar artikel 1 van de marktverordening 2006.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markten

(uitwerking artikel 2 en artikel 3, lid 1 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De markten vinden plaats:

    • a.

      op donderdag op het Centrumplein en zonodig op aangrenzende pleinen en straten van 08.00 tot 14.00 uur en

    • b.

      op zaterdag op het Centrumplein en zonodig op aangrenzende pleinen en straten van 08.00 tot 17.00 uur.

  • 2.

    Een dringende reden als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de verordening is in ieder geval de jaarlijkse kermis die in de maand september op het Centrumplein wordt gehouden.

  • 3.

    Het college is bevoegd te besluiten dat de markt tijdelijk zal plaats vinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

  • 4.

    Dringende redenen waarom de markt niet zal plaats vinden kunnen zijn bestratings- en rioleringswerkzaamheden, calamiteiten, evenementen, enzovoort.

  • 5.

    Het college is bevoegd ten behoeve van gelegenheden en/of activiteiten dan wel maatschappelijke ontwikkelingen, extra markten te organiseren. Deze markten worden gehouden op nader door het college aan te wijzen terreinen.

Artikel 3 Inrichting van de markten en de branche-indeling

(uitwerking artikel 3, lid 2 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De inrichting van de markten op donderdag en zaterdag is overeenkomstig de door het college vastgestelde tekening die gehecht is aan deze regels.

  • 2.

    De inrichting van markten ten behoeve van gelegenheden en/of activiteiten dan wel maatschappelijke ontwikkelingen is overeenkomstig een dan door het college vast te stellen tekening.

  • 3.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches en

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 4 Inhoud van de vergunning

(uitwerking artikel 5. en artikel 9, lid 1 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een vergunning voor een vaste standplaats, dagplaats, standwerkerplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder en van de eventuele waarnemer;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan en aangeduid op daarbij behorende tekening;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      de soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort.

  • 2.

    Een vergunning voor een vaste standplaats vermeldt daarnaast de datum waarop aan de vergunninghouder vergunning is verleend.

  • 3.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 5 Toewijzing van een vaste standplaats

(uitwerking artikel 6 en artikel 9, lid 2 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Voor toewijzing van een vaste standplaats komt allereerst in aanmerking de vergunninghouder van een vaste standplaats die schriftelijk te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 2.

    Daarna komt in aanmerking degene die zich op de sollicitantenlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 3.

    Tot slot komt in aanmerking degene die naar de waarnemingslijst is overgeschreven in volgorde van plaatsing op deze lijst en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 4.

    Een vaste standplaats kan niet toegewezen worden als de aard van de te verhandelen artikelen of het gebruikte verkoopmateriaal van een gegadigde niet inpasbaar is in de vrijgekomen ruimte in verband met de van toepassing zijnde veiligheids- c.q. milieueisen.

  • 5.

    Indien niemand, nadat de hiervoor bepaalde leden in acht zijn genomen, te kennen heeft gegeven in aanmerking te willen komen voor een vaste standplaats zal de standplaats via werving aan een gegadigde worden toegewezen.

  • 6.

    De procedure van werving is als volgt:

    • a.

      er wordt een oproep geplaatst in de gemeentelijke advertentie en in één van de vakbladen of

    • b.

      er wordt acquisitie gedaan onder de gegadigden.

  • 7.

    De toewijzing van een vaste standplaats met behulp van de wervingsprocedure geschiedt, met inachtneming van de vereisten in artikel 7 van de verordening, in volgorde van aanmelding en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 8.

    Van de volgorde van toewijzing kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

Artikel 6 Inschrijving op de anciënniteitlijst

(uitwerking artikel 9, lid 3 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats wordt, met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hem voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen, op de anciënniteitlijst ingeschreven.

  • 2.

    Bij inschrijving op de anciënniteitlijst wordt vermeld in welke branche de vergunninghouder werkzaam is.

  • 3.

    Het college verstrekt de vergunninghouder een schriftelijk bewijs van inschrijving op de anciënniteitlijst.

  • 4.

    Als de vergunninghouder voldoet aan de aanwezigheidseis, zoals bepaald is in artikel 19, lid 1 van de nadere regels, dan wordt hem een hogere anciënniteit toegekend.

Artikel 7 Doorhaling van inschrijving op de anciënniteitlijst

(uitwerking artikel 9, lid 4 marktverordening gemeente Almelo 2006)

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien aan de vergunninghouder van een vaste standplaats vergunning wordt verleend om zich te laten waarnemen of

  • b.

    indien de vergunning van een vergunninghouder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inschrijving op de sollicitantenlijst

(uitwerking artikel 9, lid 5 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een sollicitant wordt op de sollicitantenlijst ingeschreven indien:

    • a.

      hij voldoet aan de vereisten in artikel 7 van de verordening, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen en

    • b.

      hij heeft kenbaar gemaakt dat hij op de sollicitantenlijst wil worden ingeschreven.

  • 2.

    De sollicitant ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de sollicitantenlijst.

  • 3.

    De inschrijving op de sollicitantenlijst blijft gehandhaafd indien de sollicitant daar jaarlijks voor 1 december schriftelijk om verzoekt.

  • 4.

    Aan een sollicitant die artikelen wil verkopen uit een branche die niet op de markt is vertegenwoordigd kan een hogere positie worden toegekend dan aan degene die al op de sollicitantenlijst staat.

Artikel 9 Doorhaling van inschrijving op de sollicitantenlijst

(uitwerking artikel 9, lid 6 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De inschrijving op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald:

    • a.

      wanneer aan de sollicitant een vaste standplaats wordt toegewezen;

    • b.

      wanneer de sollicitant een aangeboden vaste standplaats weigert, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

    • c.

      indien de sollicitant niet voor 1 december schriftelijk om verlenging van de inschrijving heeft verzocht;

    • d.

      op schriftelijk verzoek van de sollicitant;

    • e.

      bij overlijden van de sollicitant;

    • f.

      indien niet de benodigde leges voor plaatsing op de sollicitantenlijst zijn betaald;

    • g.

      indien de sollicitant niet ten minste één keer per drie weken een standplaats op de markt heeft ingenomen c.q. heeft getracht te verkrijgen;

    • h.

      indien de sollicitant niet ten minste zeventien keer per kalenderjaar een standplaats op de markt heeft ingenomen c.q. heeft getracht te verkrijgen;

    • i.

      indien niet meer aan de vereisten in artikel 7 van de verordening wordt voldaan.

  • 2.

    De inschrijving op de sollicitantenlijst kan worden doorgehaald indien:

    • a.

      naar het oordeel van het college het risico bestaat dat de sollicitant het algemeen belang en/of de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid van de markt kan schaden;

    • b.

      terzake van de inschrijving of anderszins onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Artikel 10 Overschrijving van een vaste standplaatsvergunning

(uitwerking artikel 9, lid 7 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder of bij (gedeeltelijke) beëindiging van de detailhandelsactiviteiten op de markt kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de (achterblijvende) levenspartner of een andere (achterblijvende) persoon met wie hij duurzaam samenwoont c.q. samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op degene genoemd in het eerste lid, kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op een bloedverwant in de rechte lijn of in de zijlijn van de vergunninghouder.

  • 3.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op degene genoemd in het eerste of tweede lid dan kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder die zich heeft laten inschrijven op de sollicitantenlijst, met inachtneming van het bepaalde in artikel 20, lid 3.

  • 4.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend, binnen drie maanden na het overlijden van de vergunninghouder of binnen drie maanden nadat de termijn in artikel 8, lid 1, sub d, van de verordening is verstreken.

  • 5.

    Degene op wiens naam de vaste standplaatsvergunning wordt overgeschreven dient te voldoen aan de vereisten in artikel 7 van de verordening.

  • 6.

    Bij overschrijving van een vaste standplaatsvergunning vervalt de opgebouwde anciënniteit.

  • 7.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 11 Inschrijving voor een dag- of standwerkerplaats

(uitwerking artikel 9, lid 8 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een aanvrager van een vergunning voor een dag- of standwerkerplaats moet zich op donderdag en op zaterdag een half uur na de openingstijd van de markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 2.

    De aanvrager als bedoeld in het eerste lid dient aan te geven of hij voor een dagplaats of een standwerkerplaats voor die betreffende marktdag in aanmerking willen komen.

  • 3.

    De aanvrager voor een standwerkerplaats wordt op de lotingslijst geplaatst nadat hij de voorwaarden voor het standwerken in ontvangst heeft genomen.

Artikel 12 Toewijzing van een dagplaats

(uitwerking artikel 9, lid 9 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een vaste standplaats die niet wordt ingenomen kan als dagplaats worden aangewezen.

  • 2.

    De toewijzing van een dagplaats geschiedt op donderdag en op zaterdag een half uur na de openingstijd van de markt en in volgorde inschrijving op de sollicitantenlijst en daarna in volgorde van aanmelding.

Artikel 13 Toewijzing van een standwerkerplaats

(uitwerking artikel 9, lid 10 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Het is uitsluitend op daartoe door het college vastgestelde standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2.

    De vergunning voor een standwerkerplaats is slechts op de betreffende marktdag geldig.

  • 3.

    De toewijzing van de standwerkerplaats c.q. de verdeling van de standwerkerplaatsen geschiedt door loting. Loting wordt toegepast ter bepaling van de volgorde waarin standwerkers een plaats kiezen, met inachtneming van de werkwijze van de standwerker.

  • 4.

    Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkerplaats kan slechts de standwerker worden toegelaten die voldaan heeft aan de vereisten genoemd in artikel 11 en aan de vereisten genoemd in artikel 7 van de verordening.

  • 5.

    Bij de loting vermeldt de standwerker de te verhandelen artikelen. De standwerker is verplicht uitsluitend het artikel te voeren dat door hem bij de loting is opgegeven.

  • 6.

    Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, met een maximum van twee personen, moeten dat voor de loting kenbaar maken. Zij kunnen ieder voor een vergunning voor een standwerkerplaats loten maar mogen gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ter verkoop aanbieden. Indien één van beiden wordt ingeloot is de ander vanaf dat moment uitgesloten van de loting.

  • 7.

    Een standwerker die niet voorafgaand aan de loting kenbaar heeft gemaakt dat hij gezamenlijk met iemand wil optreden mag de hem toegewezen plaats later niet alsnog samen met een ander benutten. Hieronder wordt mede verstaan dat het niet is toegestaan dat een standwerker zich laat aflossen door een ander.

  • 8.

    Per artikelgroep worden niet meer dan twee standwerkers gelijktijdig toegelaten.

  • 9.

    Een standwerker kan op de dag dat hij heeft deelgenomen aan de loting niet in aanmerking komen voor een andere plaats dan een standwerkerplaats.

Artikel 14 Toewijzing van een waarnemingsplaats

(uitwerking artikel 9, lid 11 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een vergunninghouder van een vaste standplaats kan een vergunning aanvragen bij het college om zijn vaste standplaats te laten waarnemen door een met name genoemde persoon.

  • 2.

    De waarnemer moet een handelingsbekwaam natuurlijke persoon zijn die voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 7 van de verordening.

  • 3.

    Na verleende toestemming wordt aan de vergunninghouder van een vaste standplaats een waarnemingsvergunning verleend.

  • 4.

    Een vergunninghouder die zijn vaste standplaats laat waarnemen blijft hoofdelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor de inrichting van de standplaats en voor de naleving van de verordening en de nadere regels door de waarnemer.

  • 5.

    Het bepaalde in artikel 6, lid 4 is van toepassing op de vergunninghouder die zijn vaste standplaats laat waarnemen.

  • 6.

    Jaarlijks dient de vergunninghouder zijn vergunning, om zijn vaste standplaats te laten waarnemen, te verlengen.

Artikel 15 Inschrijving op de waarnemingslijst

(uitwerking artikel 9, lid 12 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een vergunninghouder van een vaste standplaats aan wie een vergunning is verleend om zijn plaats te laten waarnemen wordt, met behoud van zijn opgebouwde anciënniteit, overgeschreven van de anciënniteitlijst naar de waarnemingslijst.

  • 2.

    De volgorde op de waarnemingslijst wordt bepaald door de anciënniteit die door de vergunninghouder van een vaste standplaats op de anciënniteitlijst is opgebouwd.

  • 3.

    Bij inschrijving op de waarnemingslijst wordt vermeld in welke branche de vergunninghouder werkzaam is.

  • 4.

    Het college verstrekt de vergunninghouder een schriftelijk bewijs van inschrijving op de waarnemingslijst.

Artikel 16 Doorhaling van inschrijving op de waarnemingslijst

(uitwerking artikel 9, lid 13 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Een inschrijving op de waarnemingslijst wordt doorgehaald indien het bepaalde in artikel 8, lid 1 sub a, b en e van de verordening toepassing vindt.

  • 2.

    Een inschrijving op de waarnemingslijst kan worden doorgehaald indien het bepaalde in artikel 8, tweede lid van de verordening toepassing vindt.

Artikel 17 Toewijzing van een vrije plaats (los-vastplaats)

(uitwerking artikel 9, lid 14 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Bij het aanbieden van een vrije plaats komen allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste standplaatsen (anciënniteitkooplieden) in volgorde waarin zij overeenkomstig artikel 6 op de anciënniteitlijst zijn ingeschreven en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 2.

    Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de sollicitantenlijst hebben laten inschrijven, in volgorde van hun inschrijving overeenkomstig artikel 8 en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 3.

    Vervolgens komen in aanmerking degenen die op de waarnemingslijst zijn ingeschreven, als bedoeld in artikel 15 en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 4.

    Het college behoudt zich het recht voor om een vrije plaats voorlopig niet toe te wijzen.

Artikel 18 Toewijzing van een seizoensplaats

(uitwerking artikel 9, lid 15 marktverordening gemeente Almelo 2006)

Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de toewijzing van een seizoensplaats.

Hoofdstuk 3 Het gebruik van de standplaats

Artikel 19 Het aantal keren innemen van een vaste standplaats

(uitwerking artikel 12, lid 1 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste vierenveertig weken per jaar zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 21.

  • 2.

    In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem permissie verlenen van de verplichting als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    Indien een vergunninghouder permissie is verleend als bedoeld in het vorige lid, dan heeft hij de mogelijkheid zich te laten vervangen.

  • 4.

    Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor de vergunninghouder van een seizoensplaats.

Artikel 20 Het aantal keren dat een sollicitant een standplaats moet innemen op de markt

(uitwerking artikel 12, lid 2 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De sollicitant neemt ten minste één keer per drie weken een standplaats op de markt in of moet ten minste één maal per drie weken getracht hebben een standplaats te verkrijgen.

  • 2.

    Van het bepaalde in het vorige lid kan door het college ontheffing worden verleend voor de duur van één jaar.

Artikel 21 Afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats

(uitwerking artikel 12, lid 3 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit voor aanvang van de markt mee aan de marktmeester.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte langer dan één week deelt de vergunninghouder dit schriftelijk mee aan de marktmeester.

  • 3.

    Bij vakantie geeft de vergunninghouder vooraf aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie voor een periode van maximaal vier weken per kalenderjaar afwezig te zijn.

  • 4.

    Een vergunninghouder kan verlof opnemen voor een marktdag na mondelinge accordering door de marktmeester. Het opnemen van verlof is maximaal vier marktdagen per jaar mogelijk.

Artikel 22 Afwezigheid van de sollicitant

(uitwerking artikel 12, lid 4 marktverordening gemeente Almelo 2006)

Artikel 21, lid 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing op afwezigheid van de sollicitant wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden.

Artikel 23 Beoordeling van het standwerken

(uitwerking artikel 12, lid 5 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Beoordeling van het standwerken geschiedt door de marktmeester.

  • 2.

    Het standwerken wordt beoordeeld op de volgende criteria:

    • a.

      verkoopkunde van de standwerker (hiermee wordt niet bedoeld de behaalde omzet);

    • b.

      presentatie;

    • c.

      werklust;

    • d.

      welsprekendheid;

    • e.

      humor tot vermaak van het publiek.

  • 3.

    Het standwerken kan gedurende een marktdag drie keer worden beoordeeld.

  • 4.

    Een beoordeling gaat als volgt:

    • a.

      voor elk onderdeel, als bedoeld in het tweede lid, wordt aangegeven of de standwerker hiervoor voldoende of onvoldoende scoort;

    • b.

      indien voor drie of meer van de onderdelen als bedoeld in het tweede lid, voldoende wordt gescoord wordt de beoordeling als voldoende bestempeld; is dit niet het geval dan wordt de beoordeling als onvoldoende aangemerkt.

  • 5.

    Indien ten minste twee van de drie beoordelingen als voldoende zijn aangemerkt, krijgt de standwerker voor die marktdag een positieve beoordeling. Is dit niet het geval dan krijgt hij een negatieve beoordeling.

  • 6.

    Een standwerker die een negatieve beoordeling heeft gekregen wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt voor de periode van één jaar uitgesloten van deelname aan de loting. Hij kan in deze periode wel in aanmerking komen voor een dagplaats.

  • 7.

    In het geval dat een standwerker bij een beoordeling voor alle onderdelen, als bedoeld in het tweede lid, onvoldoende scoort dan wordt dit direct als een negatieve beoordeling bestempeld en wordt de standwerker onmiddellijk van de markt verwijderd. Ook wordt hij voor een periode van één jaar uitgesloten van deelname aan de loting. Hij kan in deze periode wel in aanmerking komen voor een dagplaats.

  • 8.

    Indien bij een gezamenlijk optreden van twee standwerkers, als bedoeld in artikel 13, lid 6, op een van beiden het hiervoor bepaalde in het zesde of zevende lid van toepassing is, worden beide standwerkers voor een periode van één jaar uitgesloten voor deelname aan de loting voor een standwerkerplaats.

Artikel 24 Het tijdstip van innemen van een standplaats en aan- en afvoer van goederen

(uitwerking artikel 12, lid 6 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Het is vergunninghouder verboden meer dan drie uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren op het marktterrein.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen en zijn waren volledig uitgestald te hebben. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder van een vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor de openingstijd van de markt zijn standplaats heeft ingenomen wordt de betreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt. Vergunninghouders van dagplaatsen moeten binnen een uur na toewijzing hun standplaats hebben ingenomen.

  • 4.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de standplaats vrij te houden.

  • 5.

    Voertuigen van vaste standplaatshouders, standwerkers en dagplaatshouders moeten anderhalf uur na de openingstijd van het marktterrein zijn verwijderd.

  • 6.

    Voertuigen mogen niet eerder dan na de sluitingstijd het marktterrein oprijden.

  • 7.

    Van het bepaalde in de leden 5 en 6 kan ontheffing worden verleend door de marktmeester.

Artikel 25 Verzorging van de standplaats

(uitwerking artikel 12, lid 7 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    De vergunninghouder dient:

    • a.

      er voor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

    • b.

      tijdens en na de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en na afloop van de markt af te voeren;

    • c.

      voordat hij het marktterrein verlaat, de ondergrond en de onmiddellijke omgeving van zijn standplaats veegschoon achter te laten en zulks ter goedkeuring aan de marktmeester voor te leggen.

  • 2.

    De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester.

  • 3.

    De vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester.

Artikel 26 Algemene veiligheidsnormen

(uitwerking artikel 12, lid 8 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels:

    • a.

      elektrische verlichting dient zo te worden gemonteerd dat deze niet in aanraking kan komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

    • b.

      losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de grond bevinden of kabels, die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;

    • c.

      bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat, alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van ten minste 4 kg of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kg); de aanwezige brandblussers dienen goedgekeurd te zijn door een erkend keuringsbedrijf en voorzien te zijn van een geldige keuringssticker;

    • d.

      een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt;

    • e.

      een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor bestemde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden;

    • f.

      gasflessen moeten voorzien zijn van een door de Dienst Stoomwezen erkend geldig keurmerk. De verbinding tussen de gasfles(sen) en het gaskomfoor dient te bestaan uit een metalen leiding of een goedgekeurde GIVEG-slang met een maximale lengte van 10 meter; de slang dient met deugdelijke slangklemmen verbonden te zijn met de gasfles(sen);

    • g.

      gasflessen mogen slechts in dagvoorraad aanwezig zijn;

    • h.

      lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld; in gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld;

    • i.

      emballage en verpakkingsmateriaal mogen niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

    • j.

      ballons met brandbaar gas gevuld mogen niet aanwezig zijn;

    • k.

      het gebruik van LPG, anders dan als brandstof voor motorvoertuigen, is niet toegestaan;

    • l.

      ondergrondse brandkranen dienen vrij gehouden te worden.

  • 2.

    Het is vergunninghouder verboden kook- en bakinstallaties en verwarmingsapparatuur te gebruiken.

  • 3.

    Het college kan van het in het vorige lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder het stellen van voorwaarden.

Artikel 27 Het gebruik van elektra

(uitwerking artikel 12, lid 9 marktverordening gemeente Almelo 2006)

Zonder toestemming van de marktmeester is het de vergunninghouder niet toegestaan

  • a.

    voor de verlichting van zijn standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektrische stroom van een ander te betrekken dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen;

  • c.

    zelf te voorzien in zijn elektriciteitsvoorziening.

Artikel 28 Het gebruik van geluidsapparatuur

(uitwerking artikel 12, lid 10 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Het op de standplaats gebruik maken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende schriftelijke toestemming van de marktmeester.

  • 2.

    Bezoekers van de markt of andere vergunninghouders mogen van het gebruik van de in het vorige lid genoemde geluidsapparatuur geen hinder ontvangen, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 29 Uitstallingen

(uitwerking artikel 12, lid 11 marktverordening gemeente Almelo 2006)

  • 1.

    Uitstallingen zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktmeester. Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend moeten onmiddellijk worden verwijderd.

  • 2.

    Als een uitstalling na aanzegging niet onmiddellijk wordt verwijderd dan wordt deze door of in opdracht van de marktmeester verwijderd.

  • 3.

    Toestemming voor uitstallingen kan alleen worden verleend indien er sprake is van een vrije doorgang onder obstakels van 3 meter breed en 2.10 meter hoog.

  • 4.

    Op de aanrijroute voor hulpverleningsvoertuigen mogen geen uitstallingen worden geplaatst.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30 Intrekking en schorsing vergunning vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats

(uitwerking artikel 8, lid 2 en 14, lid 1 marktverordening gemeente Almelo 2006)

Indien de vergunninghouder van een vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats, onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de verordening,

  • a.

    het bij of volgens de verordening of deze regels bepaalde of de voorschriften van de vergunning overtreedt of

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet of

  • d.

    ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt of

  • e.

    het algemeen belang en/of de openbare orde en veiligheid van de markt schaadt

dan kan het college hem voor ten hoogste vier achtereen volgende marktdagen schorsen of zijn vergunning, al dan niet voorwaardelijk, intrekken.

Artikel 31 Uitsluiting vergunninghouder dagplaats of standwerkerplaats

(uitwerking artikel 14, lid 2 marktverordening gemeente Almelo 2006)

1.Indien de vergunninghouder van een dagplaats

  • a.

    het bepaalde bij of volgens de verordening, deze regels of de voorschriften in de vergunning overtreedt of

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet

dan kan het college hem voor ten hoogste vier marktdagen uitsluiten van de toewijzing van een dagplaats.

2.Indien de vergunninghouder van een standwerkerplaats

  • a.

    het bepaalde bij of volgens de verordening, deze regels of de voorschriften in de vergunning overtreedt of

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet

dan kan het college hem voor ten hoogste 1 jaar uitsluiten van de toewijzing van een standwerkerplaats.

Artikel 32 Onmiddellijke verwijdering van de markt

(uitwerking artikel 14, lid 3 marktverordening gemeente Almelo 2006)

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of volgens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt of

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog of

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem beschikbaar gestelde standwerkerplaats of

  • d.

    de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen belemmert in de uitoefening van hun taken of

  • e.

    de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt of

  • f.

    het algemeen belang en/of de openbare orde en veiligheid van de markt schaadt.

Artikel 33 Bestuurlijke sancties

(uitwerking artikel 14, lid 4 marktverordening gemeente Almelo 2006)

De bestuurlijke sancties zijn opgenomen in een bijlage bij de verordening en nadere regels en vormen een onverbrekelijk onderdeel daarvan.

Artikel 33a Lex silencio positivo

Op het bepaalde in de artikelen 5, 10, 20, 24, 26 en 28 van deze nadere regels is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 13 oktober 2006.

Artikel 35 Citeertitel

Deze regels kunnen worden aangehaald als ‘nadere regels marktverordening gemeente Almelo 2006’.

Burgemeester en Wethouders van Almelo,

de burgemeester, de secretaris,

Sanctietabel

Handhaving marktverordening gemeente Almelo 2006: sanctietabel volgens artikel 14, onder 4 van de marktverordening gemeente Almelo 2006 en volgens artikel 33 van de nadere regels marktverordening gemeente Almelo 2006

Overtreding *

mogelijke actie en/of sancties; afhankelijk van overtreding

Algemeen

overtreding van de verordening of nadere regels (art. 13 verordening en art. 30, sub a, 31, sub a, 32, sub a)

·schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties (bestuursdwang of dwangsom)

·schorsing of uitsluiting voor maximaal 4 marktdagen****

·uitsluiting voor maximaal 1 jaar

·intrekking vergunning al dan niet voorwaardelijk

·onmiddellijke verwijdering

·geldboete van de tweede categorie of vervangende hechtenis

Overtreding

11 e actie

sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

specifiek

standplaats innemen zonder vergunning (art. 5 verordening)

verwijderen van de markt

niet persoonlijk innemen standplaats (art. 10, lid 1 verordening)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

dwangsom**:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

voeren ander artikel dan opgegeven bij loting (art. 13, lid 5)

onmiddellijke verwijdering artikel en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar*****

gezamenlijk gebruiken standwerkerplaats zonder vergunning (art. 13, lid 7)

onmiddellijke verwijdering en

schriftelijke waarschuwing vergunninghouder incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar*****

te weinig keren innemen standplaats (art. 19, lid 1)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

te weinig keren innemen standplaats sollicitant (20, lid 1 en 2)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

doorhaling inschrijving op sollicitantenlijst

niet als standwerker actief op standwerkerplaats (art. 23, lid 6, art. 32, sub c)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar*****

te vroeg en/of te laat goederen aan en/of af te voeren op het marktterrein

(art. 24, lid 1)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

te vroeg verlaten en/of te laat innemen standplaats (art. 24, lid 2 en 3)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

Overtreding

(vervolg)

11 e actie

sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

voertuig niet tijdig verwijderd van en/of voor sluitingstijd op marktterrein (art. 24, lid 5 en 6)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur voertuig verwijderd) en aankondiging spoed-bestuursdwang dat overtreding op kosten overtreder wordt beëindigd***

uitoefening bestuursdwang (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel ******intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

onverzorgd aanzien standplaats (art. 25, lid 1 onder a)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

geen afvoer afval e.d. (art. 25, lid 1 onder b)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur afval afgevoerd) en aankondiging spoedbestuursdwang dat overtreding op kosten overtreder wordt beëindigd***

uitoefening bestuursdwang (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

niet veegschoon achterlaten standplaats (art. 25, lid 1 onder c)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur plaats schoon) en aankondiging spoedbestuursdwang dat overtreding op kosten overtreder wordt beëindigd***

uitoefening bestuursdwang (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

ontbreken (voldoende) afvalbakken standplaats (art. 25, lid 2)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur afvalbak geplaatst en aankondiging spoedbestuursdwang dat overtreding op kosten vergunninghouder wordt beëindigd***

uitoefening bestuursdwang (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

geen maatregelen getroffen tegen vervuiling (art. 25, lid 3)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur maatregelen getroffen) en aankondiging spoedbestuursdwang dat overtreding op kosten overtreder wordt beëindigd***

uitoefening bestuursdwang (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

niet nakomen regels brandpreventie (art. 26, lid 1 en 2)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur nakoming regels en aankondiging spoedbestuursdwang

bij spoedeisendheid stopzetten verkoop in overleg met brandweer (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

Overtreding

(vervolg)

11 e actie

sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

volgende sanctie

gebruik andere elektra e.d. zonder toestemming (art. 27)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur maatregelen getroffen) en aankondiging spoedbestuursdwang

staken elektriciteits-voorziening (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

gebruik geluidsapparatuur zonder toestemming (art. 27)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur maatregelen getroffen) en aankondiging spoedbestuursdwang

onmiddellijke verwijdering geluidsapparatuur (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

uitstallingen zonder toestemming (art. 29, lid 1)

aanwijzing geven aan vergunninghouder (binnen ½ uur maatregelen getroffen) en aankondiging spoedbestuursdwang

onmiddellijke verwijdering uitstalling (z.s.m. op schrift stellen)

eventueel intrekken bestuursdwang en opleggen dwangsom:

1e dag € 100

2e dag € 250

3e dag € 500

4e dag € 1.000

schorsing voor maximaal 4 marktdagen

intrekking vergunning

wangedrag/bedrog (art. 30, sub b, art. 31, lid 1, sub b, art. 32, sub b)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

schorsing voor maximaal 4 marktdagen of

intrekking vergunning al dan niet voorwaardelijk

wangedrag door vergunninghouder standwerkerplaats (art. 31, lid 2, sub b, art. 32, sub b)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar

niet of niet tijdig voldoen marktgeld (art. 30, sub c, art. 31, lid 1, sub c)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

schorsing voor maximaal 4 marktdagen of

intrekking vergunning al dan niet voorwaardelijk

niet of niet tijdig voldoen marktgeld door vergunninghouder standwerkerplaats (art. 31, lid 2, sub c)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar

verstrekking onjuiste/onvolledige gegevens (art. 30, sub d)

schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

schorsing voor maximaal 4 marktdagen of

intrekking vergunning al dan niet voorwaardelijk

schaden algemeen belang en/of openbare orde en veiligheid van de markt (art. 30, sub e, art. 32, sub f)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar of

schorsing/uitsluiting overige vergunninghouders voor maximaal 4 marktdagen of

intrekking vergunning al dan niet voorwaarde-lijk

hinderen marktmeester e.a. in uitoefening taken (art. 32, sub d)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar of

schorsing/uitsluiting overige vergunninghouders voor maximaal 4 marktdagen ****

intrekking vergunning****

niet opvolgen aanwijzingen marktmeester (art. 32, sub e)

onmiddellijke verwijdering en schriftelijke waarschuwing incl. oproep horen en aankondiging sancties

uitsluiting toewijzing standwerkerplaats voor maximaal 1 jaar of

schorsing/uitsluiting overige vergunninghouders voor maximaal 4 marktdagen****

intrekking vergunning****

* Artikelnummer verwijst naar nadere regels tenzij is aangegeven dat naar verordening wordt verwezen

** Voor elke dwangsom geldt dat deze wordt opgelegd bij recidive binnen 1 jaar na eerste overtreding

*** Geldt voor elke keer dat de overtreding plaatsvindt

**** Uitsluiting is van toepassing op dagplaats- en standplaatshouders, schorsing en intrekking vergunning is van toepassing op overige vergunninghouders

***** Standwerker komt ongeveer 5 keer per jaar; daarom geen uitsluiting voor 4 marktdagen of opbouw in sancties; uitsluiting voor 1 jaar voor standwerker komt in de praktijk overeen met 4 marktdagen voor overige vergunninghouders

****** Indien bestuursdwang niet het gewenste resultaat (beëindiging van de overtreding) oplevert dan kan, na intrekking ervan, een dwangsom worden opgelegd; overigens is een omgekeerde volgorde ook mogelijk

Toelichting op de verordening op de warenmarkten voor de gemeente Almelo 2006

Algemene toelichting

Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 zijn in de gemeente de bevoegdheden van de raad en het college ontvlecht. In het kader hiervan zijn de bestuursbevoegdheden van de Gemeentewet geconcentreerd bij het college en zijn de kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad versterkt.

Artikel 160 van de Gemeentewet regelt de overheveling van de wettelijke bestuursbevoegdheden aan het college. Hieronder valt de bevoegdheid om markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

Op grond van bovengenoemde gewijzigde wetgeving, maar ook naar aanleiding van andere actuele wetgeving (b.v. Vreemdelingenwet), maatschappelijke ontwikkelingen en jurisprudentie is het noodzakelijk de huidige marktverordening aan te passen.

Tegelijkertijd is de opbouw van de verordening en de daarbij behorende nadere regels enigszins veranderd en zijn onderwerpen meer gegroepeerd zodat een overzichtelijker geheel is ontstaan. Er is, nog meer dan in 2000, weer gekozen voor een marktverordening op hoofdlijnen, die door de raad wordt vastgesteld, en een uitwerking in nadere regels, die door het college worden vastgesteld.

Nieuw is de bij de verordening behorende sanctietabel, waarin schematisch de verschillende overtredingen en de daarbij behorende sancties worden weergegeven. Ook nieuw is de artikelsgewijze toelichting.

In het proces om te komen tot aanpassing van de marktverordening en nadere regels is rekening gehouden met de model-marktverordening van de VNG, met actuele wetgeving, jurisprudentie, maar ook met de wensen van de ondernemers op de markt.

Het doel van de marktverordening is de gemeentelijke belangen te beschermen, zoals de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Maar ook is een belangrijk uitgangspunt een volle markt met veel diversiteit, zodat deze aantrekkelijk is voor zowel de inwoners van Almelo en omgeving als voor de marktkooplieden.

Er is geprobeerd al die belangen te betrekken bij de opstelling van de verordening, nadere regels en sanctietabel.

Nieuwe elementen of opvallende zaken in de marktverordening of de nadere regels zijn:

  • ·

    zaken zoals instellen, afschaffen en veranderen markt zijn overgeheveld van de verordening naar de nadere regels omdat dit een bevoegdheid is geworden van het college,

  • ·

    de markten op het Vincent van Goghplein en bij het winkelcentrum De Schelfhorst zijn uit de verordening gelaten omdat deze inmiddels zijn afgeschaft;

  • ·

    in de verordening is onder het hoofdstuk vergunningen een artikel opgenomen over de intrekking ervan; daarnaast is een zinsnede toegevoegd dat de aanvrager van een vergunning een legale verblijfsstatus dient te hebben;

  • ·

    voor het eerst is in de nadere regels een artikel opgenomen over overschrijving van een vaste standplaatsvergunning;

  • ·

    ook nieuw zijn in de nadere regels de artikelen over het aantal keren dat een vergunninghouder zijn vaste standplaats moet innemen, zijn afwezigheid, het aantal keren dat een sollicitant een standplaats moet innemen op de markt en zijn afwezigheid en over toewijzing van een seizoensplaats;

  • ·

    in deze verordening is voor het eerst gekozen voor een beloningssysteem voor vergunninghouders die voldoen aan de aanwezigheidseisen;

  • ·

    het onderwerp waarneming is uitgebreider omschreven en opgenomen in de nadere regels;

  • ·

    in de verordening zijn de overgangsbepalingen gecomprimeerd en daardoor beter leesbaar;

  • ·

    in de nadere regels worden alle bepalingen die in de verordening worden genoemd uitgewerkt;

  • ·

    het artikel over de verzorging van de standplaats is iets uitgebreid en duidelijker omschreven dan voorheen;

  • ·

    de algemene veiligheidsnormen zijn besproken met de brandweer en naar aanleiding daarvan uitgebreid; ditzelfde geldt voor het artikel over uitstallingen;

  • ·

    het artikel over onmiddellijke verwijdering van de markt is uitgebreid met twee leden;

  • ·

    er is een sanctietabel gemaakt waarin alle ‘overtredingen’ en de daarbij behorende sancties zijn opgenomen;

  • ·

    een inhoudsopgave is toegevoegd waardoor de verordening en nadere regels gebruiksvriendelijker zijn geworden.

Ten slotte is de systematiek van de Almelose verordeningen aangehouden, wat de uniformiteit ten goede komt.

Artikelsgewijze toelichting verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden verschillende begrippen die in de verordening en nadere regels worden gehanteerd, gedefinieerd.

Onder j. wordt het begrip marktterrein omschreven. Aanwijzing van het marktterrein is van belang in het kader van deze verordening maar ook in het kader van de APV. Daarin staat dat op markt- en evenemententerreinen geen fietsen mogen worden geplaatst of aan de hand mogen worden meegevoerd.

Onder r. is het begrip vaste standplaats opgenomen. In de marktverordening 2000 werd het algemenere begrip vaste plaats gehanteerd.

Toegevoegd zijn definities van de begrippen lotingslijst, permissie en uitstalling en is de omschrijving van vrije plaats aangevuld met de term los-vastplaats, omdat deze term in de praktijk veel gebruikt wordt.

Artikel 2 Instellen, afschaffen of veranderen van markten

Op grond van artikel 160, eerste lid onder h van de Gemeentewet is het college bevoegd tot het instellen, afschaffen of veranderen van de gewone markten.

Artikel 3 Nadere regels

In deze marktverordening zijn de hoofdlijnen uitgezet die in de nadere regels uitvoerig worden uitgewerkt. Nadere regels worden opgevat als algemeen verbindende voorschriften. Op grond van de Awb is bezwaar en beroep hiertegen uitgesloten. De nadere regels vormen een onverbrekelijk geheel met de verordening. De onderwerpen die door het college kunnen worden geregeld staan telkens aan het eind van elk hoofdstuk opgesomd in de verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De genoemde belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet nakoming van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

1.De vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De

vergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden

(artikel 4). De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.

De verkoop van waren op een markt mag uitsluitend geschieden door degenen aan wie door het

college een standplaatsvergunning is verleend. Iedere andere wijze van verkopen op markten,

anders dan met een vergunning, is verboden. Een uitzondering op deze regel kan worden

gemaakt voor degenen die de marktondernemers van koffie en dergelijke voorzien.

2.Er is reden om af te zien van een lex silencio positivo. Er zijn hier rechtmatige belangen van

derden in het geding, zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid van de Dienstenrichtlijn. Daarbij kan

worden gedacht aan andere sollicitanten die voor het innemen van een standplaats in

aanmerking zouden kunnen komen.

Artikel 6 Toewijzing standplaatsen

Hier worden de verschillende soorten standplaatsen opgesomd. In de nadere regels wordt uitgewerkt op welke wijze de toewijzing van de verschillende standplaatsen plaats vindt.

Artikel 7 De vergunningaanvraag

In dit artikel wordt dwingend vastgelegd dat alleen natuurlijke personen tot de markt worden toegelaten. Hiermee wordt voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van alle marktplaatsen bereikt. Als de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon dan wordt de natuurlijke persoon aangemerkt als vergunninghouder.

De genoemde publiekrechtelijke verplichtingen zijn de vestigingsvergunning op grond van de Vestigingswet (alleen voor bepaalde branches van toepassing, bijvoorbeeld vis en poeliersproducten), eventuele inschrijving in het handelsregister en de CRK-kaart (registratiekaart van het Centraal Registratiekantoor bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel). Indien de aanvrager niet voldoet aan de genoemde eisen, kan dit reden zijn de vergunning te weigeren (of in te trekken op grond van artikel 8, lid 2 onder b, want ook gedurende het uitoefenen van de markthandel, nadat de vergunning eenmaal is verleend, moet aan de verplichtingen worden blijven voldaan).

Het Vreemdelingenbesluit bepaalt dat de vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 geen aanspraak kan maken op toekenning van vergunningen en ontheffingen door bestuursorganen (…) voorzover die vergunningen of ontheffingen betrekking hebben op standplaatsen, markten, venten, collecteren of evenementen.

Op grond van de Vreemdelingenwet 2000 is een verificatieplicht voor bestuursorganen opgenomen met betrekking tot verblijfsdocumenten van vreemdelingen. Aanvragers die niet in het bezit zijn van een geldig verblijfsdocument komen niet in aanmerking voor een standplaatsvergunning. Desgevraagd dient bij aanvraag van een vergunning een document te worden overgelegd waaruit rechtmatig verblijf blijkt.

Artikel 8 Intrekking van een vergunning

In het eerste lid wordt dwingend vastgelegd op welke gronden tot intrekking van de vergunning wordt overgegaan. In het tweede lid worden de mogelijke redenen voor intrekking van de vergunning genoemd.

Bij dagplaatsen en standwerkerplaatsen ligt intrekking van de vergunning minder voor de hand. Daarom is deze bepaling beperkt tot de vaste standplaatsvergunning, de waarnemingsplaats en seizoensplaats.

Ten aanzien van dagplaatsen en standwerkerplaatsen wordt verwezen naar de artikelen 31 en 32 van de nadere regels.

Intrekking bij overlijden zal pas na afloop van drie maanden na het overlijden plaatsvinden. Dit in verband met de mogelijkheid dat binnen die periode een verzoek tot overschrijving van de vergunning als bedoeld in artikel 10 van de nadere regels wordt ingediend. Hetzelfde geldt ingeval van blijvende arbeidsongeschiktheid. Intrekking zal in dit geval pas na 27 maanden na het begin van de arbeidsongeschiktheidsperiode plaatshebben, uitsluitend voorzover in die periode geen verzoek tot overschrijving van de vergunning is ingediend.

Artikel 9 Nadere regels

Zie toelichting bij artikel 3.

Hoofdstuk 3 Het gebruik van de standplaats

Artikel 10 Persoonlijk innemen standplaats

In artikel 10 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Aangezien in artikel 7 is bepaald dat de vergunninghouder een natuurlijke persoon moet zijn, betekent dit dat de standplaats niet door bijvoorbeeld een medevennoot van de vergunninghouder kan worden ingenomen.

De vergunninghouder kan in bijzondere gevallen toestemming verkrijgen om zich te laten vervangen of zijn plaats te laten waarnemen.

Artikel 11 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Naast het feit dat een standplaatshouder moet kunnen aantonen dat hij de vergunninghouder is dient een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt op eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in artikel 8a van de Politiewet, een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden. Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder, in dit geval de marktmeester. De marktmeester is slechts gerechtigd degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen te vragen om een identiteitsbewijs.

Los van het bovenstaande is gebleken dat de kopers op de markt er behoefte aan hebben te weten bij wie zij hun inkopen hebben gedaan. In de praktijk wordt hier echter nauwelijks de hand aan gehouden. Het moet ook door iedere bonafide marktondernemer van belang worden geacht. Het vormen van een vaste klantenkring kan hierdoor tevens worden bevorderd. Vermelding van adres en woonplaats wordt in verband met gevaar van inbraak bij de marktondernemer, die tijdens de markt immers van huis is, niet wenselijk geacht.

Artikel 12 Nadere regels

Zie toelichting bij artikel 3.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Strafbepaling

Op grond van artikel 154 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad op overtreding van zijn verordeningen straf bepalen. Deze straf mag niet zwaarder zijn dan hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. In artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) zijn de maxima van de zes boetecategorieën opgenomen. Het maximum van een boete van de eerste categorie bedraagt € 225,-- en van de tweede categorie € 2.250,--.

Het is overigens uiteindelijk de strafrechter die de soort en de maat van de straf in een concreet geval bepaalt, tot de grens van de door de gemeenteraad gekozen boetecategorie.

Artikel 14 Nadere regels

Zie toelichting bij artikel 3.

Artikel 15 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken als dat zou leiden tot onbillijke en niet beoogde uitkomsten. Toepassing is aan de orde in die gevallen waarin de marktverordening geen voorziening geeft dan wel in het geval dat strikte toepassing van het gestelde leidt tot een onredelijke en/of onevenwichtige rechtstoepassing.

Een voorbeeld hiervan is het besluit van het college om voorlopig geen vaste standplaatsen meer uit te geven in verband met de ontwikkelingen in het kader van het Masterplan. Ook heeft het college in verband hiermee besloten gedurende de tijd dat voor de markt een gewijzigde indeling of andere locatie wordt gehanteerd sollicitanten vrijstelling te verlenen van betaling van leges voor het jaarlijks verlengen van de inschrijving op de sollicitantenlijst en voor verlenging van ontheffing van de meldplicht.

Artikel 16 Beslissingsbevoegdheid

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 17 Toezichthouders

In artikel 5:11 van de Awb wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die is aangewezen als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De datum waarop de verordening in werking treedt is de datum waarop de oude regeling vervalt.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling zoals hier is opgenomen, wordt noodzakelijk geacht voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het is van belang oude rechten te eerbiedigen. Onder de ruime formulering ‘besluiten’ van het eerste lid vallen vergunningen, ontheffingen, voorschriften en beperkingen. In het tweede lid is overgangsrecht opgenomen voor bestaande anciënniteit- en sollicitantenlijsten. In het derde lid is bepaald dat aanvragen om vergunning die nog niet definitief zijn afgehandeld direct onder de nieuwe verordening komen te vallen. Hiermee wordt voorkomen dat nog lange tijd met de oude verordening moet worden gewerkt. Voor lopende aanvragen en in behandeling zijnde bezwaarschriften geldt dus de nieuwe verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding

De verordening en nadere regels treden gelijktijdig in werking na vaststelling en publicatie.

Artikel 21 Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.

Artikelsgewijze toelichting nadere regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markten

Het college bepaalt op welke dagen en op welke locatie de markten plaats vinden. Dit was eerder een bevoegdheid van de raad.

Dringende redenen kunnen, naast de genoemde in de nadere regels, bijvoorbeeld zijn extreme weersomstandigheden. Het is overigens niet de bedoeling dat het begrip ‘dringende redenen’ zo ruim wordt opgevat dat de markten veelvuldig wordt verplaatst.

Artikel 3 Inrichting van de markten en de branche-indeling

De inrichting van de markten is er vooral op gericht de markt aantrekkelijk te maken voor consumenten. Het aantal branches is in principe onbeperkt, wel worden de standplaatsen in een bepaalde branche zoveel mogelijk geclusterd. Het college stelt tekeningen vast waarop de standplaatsen en het aantal standwerkerplaatsen voor de verschillende markten wordt aangegeven. Tevens wordt hierop aangegeven waar koelwagens kunnen worden geparkeerd. Ook staan op deze tekeningen de aanrijroutes voor hulpverleningsvoertuigen aangegeven.

Het derde lid schept de mogelijkheid een beperkt aantal kooplieden per branche toe te laten. Hierdoor wordt bereikt dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veel kooplieden van één branche op de markt optreden. 

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 4 Inhoud van de vergunning

In het eerste lid van dit artikel is uitgebreid omschreven wat in de vergunning dient te staan. Het lid is van toepassing op alle vergunningen.

De uitgebreide omschrijving verschaft de vergunninghouder de nodige rechtszekerheid. Daarnaast vergemakkelijkt omschrijving van naam en voornamen in de vergunning de identificatie van de vergunninghouder.

In het tweede lid gaat het om een vergunning voor een vaste standplaats, waarbij de datum van belang is voor de anciënniteit. De vergunning wordt in principe voor onbepaalde tijd verleend.

Het derde lid geldt weer voor alle vergunningen en houdt in dat de vergunninghouder verzocht kan worden twee pasfoto’s in te leveren die dienen ter identificatie; een op de vergunning en een voor het archief.

Artikel 5 Toewijzing van een vaste standplaats

In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het redelijk dat in eerste aanleg aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid wordt geboden een naar hun oordeel betere standplaats te verkrijgen. Na hen kunnen de ingeschrevenen op de sollicitantenlijst in de gelegenheid worden gesteld een keuze te doen uit de dan nog beschikbare standplaatsen. De volgorde van inschrijving op de sollicitantenlijst is hierbij bepalend.

Tot slot komen degenen in aanmerking die zijn overgeschreven naar de waarnemingslijst.

Bij de toewijzing van vaste standplaatsen kan rekening worden gehouden met de vastgestelde branche-indeling. Dreigt een branche op de markt te verdwijnen, dan wordt de desbetreffende branche eerst opgevuld voordat een nieuwe branche op de markt wordt toegelaten. Deze opvulling vindt uiteraard slechts plaats indien een gegadigde zich met die verdwenen branche op de sollicitantenlijst heeft geplaatst.

Voor de vergunninghouders aan wie vergunning is verleend om op de standplaats eet- of drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, kan worden bepaald dat deze vergunninghouders worden geconcentreerd op een bepaalde plaats op het marktterrein wanneer dit in het belang van het schoonhouden van het marktterrein of in het belang van het milieu noodzakelijk wordt geacht.

Bijzondere gevallen onder lid 8. zijn in dit verband herindeling van het marktterrein of herinrichting van de binnenstad in het kader van het Masterplan, enzovoort. Ingeval van bijzondere omstandigheden kan, na overleg met de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH), afdeling Almelo, worden afgeweken van de in het artikel genoemde volgorde.

Artikel 6 Inschrijving op de anciënniteitlijst

De lijst is van belang in verband met de in artikel 5 opgenomen mogelijkheid om te zijner tijd in aanmerking te komen voor een andere of betere plaats op de markt. Aan inschrijving op deze lijst zijn legeskosten verbonden.

Omdat de gemeente belang heeft bij een volle markt is een beloningssysteem ingevoerd. Dit houdt in dat een vergunninghouder een hogere anciënniteit krijgt als hij ten minste vierenveertig weken per jaar zijn plaats op de markt inneemt.

Aan het eind van elk jaar stelt de marktmeester samen met de vergunninghouder het aantal keren dat de vergunninghouder zijn plaats heeft ingenomen vast. Aan de hand hiervan kan aan hem een hogere anciënniteit worden toegekend. In de praktijk betekent dit dat één jaar aan zijn anciënniteit wordt toegevoegd.

Artikel 7 Doorhaling van inschrijving op de anciënniteitlijst

in dit artikel worden twee dwingende redenen genoemd waarom een vergunninghouder van de anciënniteitlijst dient te worden gehaald. De vergunninghouder wordt met behoud van anciënniteit overgeschreven van de anciënniteitlijst naar de waarnemingslijst. De vergunninghouder behoudt overigens zijn standplaats.

Artikel 8 Inschrijving op de sollicitantenlijst

Voor het goed functioneren van de markt is een goede registratie van de marktondernemers noodzakelijk. De sollicitantenlijst is een overzicht van personen die een vaste standplaats op de markt willen verwerven, maar aan wie op het moment van aanvraag geen standplaats kan worden toegewezen. Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, is het gewenst dat hij van zijn inschrijving als gegadigde voor een vaste standplaats een schriftelijk bewijs krijgt.

Uit het derde lid blijkt dat de aanvrager op eigen initiatief zijn inschrijving dient te verlengen. Voor elke inschrijving op de sollicitantenlijst en elke verlenging daarvan worden leges geheven.

Door opneming van het vierde lid wordt de mogelijkheid gecreëerd om marktkooplieden die een branche vertegenwoordigen die nog niet op de markt aanwezig is hoger op de sollicitantenlijst te plaatsen.

Artikel 9 Doorhaling van inschrijving op de sollicitantenlijst

In dit artikel worden onder het eerste lid de dwingende redenen genoemd waarom een gegadigde voor een vaste standplaats van de sollicitantenlijst dient te worden gehaald. Als bijzondere omstandigheid, zoals genoemd bij het eerste lid onder b, kan worden aangemerkt dat sollicitant i.v.m. zijn branche, afmetingen van zijn verkoopmateriaal, e.d. gegronde redenen heeft niet op de betreffende standplaats te willen staan.

Artikel 10 Overschrijving van een vaste standplaatsvergunning

Komt een vergunninghouder te overlijden of wordt hij blijvend arbeidsongeschikt, dan is het op sociale overwegingen gerechtvaardigd dat zijn vergunning voor een vaste standplaats op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner (als bedoeld in artikel 1:80a van het Burgerlijk Wetboek) of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, kan worden overgeschreven.

In het eerste lid is vastgelegd dat de echtgenoot en de daarmee gelijkgestelde partner recht heeft op de vaste standplaats van de vergunninghouder.

Een kind of broer of zus van de vergunninghouder heeft op basis van het tweede lid recht op de vaste standplaats op de markt. Ter informatie: bij personen van wie de een van de ander afstamt is sprake van bloedverwantschap in rechte lijn (een kind of een (groot)ouder). Zij die een gemeenschappelijke stamvader hebben zijn bloedverwanten in de zijlijn (broers en zussen).

Zijn er geen opvolgende kinderen of broers of zussen die aan de voorwaarden voldoen, dan bestaat de mogelijkheid dat de werknemer, die aan de in het derde lid gestelde eisen voldoet, een vaste standplaats op de markt toekomt. Deze werknemer moet dan wel op de sollicitantenlijst zijn ingeschreven. Hij zal jaarlijks bij het college ontheffing van de aanwezigheidseisen (artikel 20, lid 3) moeten aanvragen omdat hij in dienst is van de vergunninghouder en hij daarom niet aan de verplichtingen voor een sollicitant kan voldoen. In het zevende lid is een hardheidsclausule opgenomen; de bijzondere omstandigheden in dit artikel zijn vaak van emotionele en subjectieve aard. Per situatie bepaalt het college samen met de CVAH, afdeling Almelo, of afgeweken wordt van het bepaalde in dit artikel.

Tot slot: de nieuwe vergunninghouder krijgt als anciënniteit de datum van overschrijving van de vergunning.

Artikel 11 Inschrijving voor een dag- of standwerkerplaats

Wanneer standwerkerplaatsen worden toegewezen, is het gewenst dat dit zo objectief mogelijk gebeurt om de bekende en de minder bekende standwerkers een gelijke kans te geven. Daarom is in het derde lid bepaald dat aanvragers op een lotingslijst worden geplaatst. De voorwaarden die de aanvragers voor een standwerkerplaats overhandigd krijgen staan grotendeels vermeld in artikel 23.

Artikel 12 Toewijzing van een dagplaats

De toewijzing van een dagplaats vindt mondeling plaats; nadien wordt een schriftelijke vergunning toegezonden. Bij toewijzing dient, naast volgorde van inschrijving op de sollicitantenlijst en volgorde van aanmelding ook rekening gehouden te worden met de branche-indeling.

Artikel 13 Toewijzing van een standwerkerplaats

Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkerplaatsen, zowel bij de marktbeheerders als bij de marktgebruikers, in het bijzonder bij de standwerkers zelf. Om die reden is in dit artikel uitgebreid omschreven hoe toewijzing van een standwerkerplaats in zijn werk gaat.

Belangrijk is voorts de in het zesde lid opgenomen mogelijkheid om als koppel of duo een standwerkerplaats te kunnen betrekken. Uitdrukkelijk is hierbij echter de voorwaarde gesteld dat een duo zich van tevoren als zodanig bij de marktmeester moet melden en dat een duo als één loteling wordt aangemerkt.

Bij overtreding van deze bepaling wordt degene die geen vergunning heeft onmiddellijk verwijderd van de markt en uitgesloten van toewijzing van een standplaats voor maximaal 4 marktdagen.

Artikel 14 Toewijzing van een waarnemingsplaats

De aanvraag om een waarnemingsvergunning kan door de vergunninghouder pas gedaan worden wanneer hij minimaal een jaar zelf vergunninghouder is geweest.

De vergunninghouder wordt, op het moment van inschrijving op de waarnemingslijst, op de anciënniteitlijst doorgehaald.

Artikel 15 Inschrijving op de waarnemingslijst

De consequentie van inschrijving op de waarnemingslijst is dat de vergunninghouder geschrapt wordt van de anciënniteitlijst. Dit betekent dat bij het toewijzen van een standplaats een waarnemer pas aan de beurt is nadat de vergunninghouders op de anciënniteitlijst en degenen op de sollicitantenlijst in aanmerking zijn gekomen voor de vrije plaats. Aan inschrijving op de waarnemingslijst zijn leges verbonden.

Er wordt minimaal een keer per drie jaar met de vergunninghouder een evaluatiegesprek gehouden over alle zaken die betrekking hebben op de waarneming.

Artikel 16 Doorhaling van inschrijving op de waarnemingslijst

In dit artikel worden de gronden genoemd waarop een inschrijving op de waarnemingslijst wordt doorgehaald of kan worden doorgehaald.

Artikel 17 Toewijzing van een vrije plaats (los-vastplaats)

Voor toewijzing van vrije plaatsen geldt dezelfde volgorde als voor toewijzing van vaste standplaatsen. Dit bevordert de consistentie in regelgeving.

Artikel 18 Toewijzing van een seizoensplaats

Voor het toewijzen van een seizoensplaats gelden dezelfde voorwaarden als voor het toewijzen van een vaste standplaats, met dien verstande dat het hierbij gaat om seizoensgebonden artikelen. Voor toelichting bij dit artikel wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 5.

Hoofdstuk 3 Het gebruik van de standplaats

Artikel 19 Het aantal keren innemen van een vaste standplaats

Deze bepaling is opgenomen als plicht voor de vergunninghouder om de standplaats het minimum aantal vastgestelde keren in te nemen. Dit is noodzakelijk om de continuïteit in de bezetting te waarborgen en past in het uitgangspunt van de gemeente dat een volle markt aantrekkelijk is.

Over het tweede lid het volgende. Door de Nederlandse Vereniging van Marktbeheerders wordt aanbevolen de ontheffing aan een maximum van twee jaar te binden voor wat betreft ziekte. Indien de ziekte langer dan twee jaar duurt, is veelal sprake van blijvende arbeidsongeschiktheid.

In het derde lid wordt aangegeven dat, in geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden, het college de vergunninghouder van een vaste standplaats kan toestaan zijn standplaats te laten innemen door een waarnemer. De waarnemer dient te voldoen aan de vereisten in genoemd artikel 14. Daarnaast kan de vergunninghouder zich tijdelijk laten vervangen.

Artikel 20 Het aantal keren dat een sollicitant een standplaats moet innemen op de markt

Het is van belang te weten dat de sollicitant een serieuze gegadigde is voor een plaats op de markt. Om die reden moet hij regelmatig een standplaats op de markt (trachten) in (te) nemen. Als de sollicitant geen blijk geeft van serieuze belangstelling is dat een reden om zijn inschrijving op de sollicitantenlijst door te halen.

Door eisen te stellen aan aanwezigheid van de sollicitant op de markt kan de sollicitantenlijst actueel gehouden worden.

Om ontheffing te verkrijgen zoals is genoemd in het tweede lid van dit artikel is de sollicitant leges verschuldigd.

Artikel 21 Afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats

In dit artikel worden de uitzonderingen genoemd op de bepaling dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het is noodzakelijk dat de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld.

Van bijzondere omstandigheden, als bedoeld in het eerste lid, kan o.a. worden gesproken in de volgende situaties:

  • ·

    voor de uitoefening van kiesrecht, voor zover dit niet buiten de markttijden kan geschieden;

  • ·

    voor het voldoen aan een wettelijke verplichting;

  • ·

    in verband met huwelijk van de vergunninghouder dan wel van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad;

  • ·

    bij ernstige ziekte van echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aanbehuwkinderen;

  • ·

    bij overlijden van echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aanbehuwkinderen en bloed- en aanverwanten tot de vierde graad;

  • ·

    bij bevalling van de echtgenote dan wel de levenspartner van de vergunninghouder;

  • ·

    in verband met het vieren van het 25-, 40-, of 50-jarig huwelijksjubileum van de vergunninghouder dan wel zijn ouders, pleegouders, stief- of schoonouders;

  • ·

    voor het bijwonen van (algemene) vergaderingen van verenigingen van marktkooplieden;

  • ·

    voor de uitoefening van taken van (publieke) besturen, die het algemeen belang dienen

  • ·

    indien een vergunninghouder een plaats wil innemen op een markt in een andere gemeente.

Een goede registratie van de aan- en afwezigheid van vergunninghouder is van belang voor de bepaling van een eventuele hogere anciënniteit.

Artikel 22 Afwezigheid van de sollicitant

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 23 Beoordeling van het standwerken

De criteria waarop het standwerken wordt getoetst worden voor inschrijving op de lotinglijst aan de standwerker overhandigd zodat hij weet wat er van hem verwacht wordt. Belangrijk is dat een standwerker ook als zodanig werkt omdat deze groep kooplieden de levendigheid van de markt verhogen en daardoor aantrekkelijker maken voor het publiek. Om dit te waarborgen wordt drie keer per marktdag het standwerken beoordeeld.

Verder worden in dit artikel de gevolgen van een negatieve beoordeling omschreven.

Artikel 24 Het tijdstip van innemen van een standplaats en de aan- en afvoer van goederen

Het eerste lid spreekt voor zich en is voor een ordelijk verloop van de markt onmisbaar.

Het tweede lid maakt duidelijk dat het in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten. Het college kan ontheffing verlenen en zal dat bijvoorbeeld doen ingeval van persoonlijke omstandigheden.

Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere marktondernemer, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats een half uur voor openingstijd van de markt ingenomen moet zijn. Als bekend is dat de vergunninghouder later op de markt verschijnt, zal de standplaats uiteraard open moeten blijven. Dit is opgenomen in het vierde lid.

Onder voertuigen, genoemd in het vijfde en zesde lid, worden ook koelwagens verstaan. In het vijfde lid is onderscheid gemaakt tussen de tijdstippen waarop voertuigen van standwerkers en dagplaatshouders en de voertuigen van de overige vergunninghouders moeten zijn verwijderd. De reden hiervoor hangt samen met het tijdstip waarop standwerkers en dagplaatshouders hun standplaats krijgen toegewezen. Indien een voertuig niet tijdig is verwijderd kan de gemeente, met toepassing van bestuursdwang, het voertuig laten wegslepen en in bewaring nemen op kosten van de vergunninghouder.

Artikel 25 Verzorging van de standplaats

Ten behoeve van de aantrekkelijkheid van de markt is het gewenst dat de markt een nette en overzichtelijke aanblik heeft.

De kraam dient daarom aan de voorzijde onder het verkoopblad te zijn afgesloten, zodat waren of goederen die mogelijk onder het verkoopblad of achter de kraam zijn opgeslagen, niet voor het publiek zichtbaar zijn. Daarnaast wordt deze eis vanuit hygiënisch oogpunt gesteld. Door de afgesloten voorzijde wordt voorkomen dat afval onder de kramen terechtkomt, waar vaak waren liggen opgeslagen.

Voorkomen dient te worden dat afval op straat wordt gegooid. Na afloop van de markt blijft de verantwoordelijkheid voor het afval bij de vergunninghouder. Van belang is dat het door de vergunninghouder verzamelde afval ook daadwerkelijk legaal wordt afgevoerd en bijvoorbeeld niet in de gemeentelijke containers in de binnenstad verdwijnt, waarvoor de inwoners van de binnenstad afvalstoffenheffing betalen.

Als de vergunninghouder er niet zeker van is dat zijn standplaats en omgeving veegschoon zijn dan dient hij dit onmiddellijk aan de marktmeester voor te leggen. Als de vergunninghouder zijn standplaats niet veegschoon oplevert dan zal de gemeente, met toepassing van bestuursdwang, de standplaats schoon laten maken en de kosten daarvan verhalen op de vergunninghouder.

Artikel 26 Algemene veiligheidsnormen

De in dit artikel genoemde preventieve maatregelen zijn vooral van belang in verband met de brandveiligheid. Daarom is in het tweede lid dan ook een verbod opgenomen voor de genoemde installaties. In spoedgevallen kan, in overleg met de brandweer, wordt besloten het met toepassing van bestuursdwang doen stopzetten van de verkoop.

Om hier toch enige ruimte te bieden is in het derde lid een ontheffingsclausule opgenomen.

Artikel 27 Het gebruik van elektra

Uit veiligheidsoverwegingen en omdat de gemeente speciale elektriciteitskasten ten behoeve van de markt heeft aangebracht is bepaald dat de elektrische stroom alleen van die kasten mag worden betrokken. De Stichting Weekmarkten Almelo (SWA) treedt namens de gemeente op als intermediair tussen vergunninghouder en de leverancier van elektriciteit. De elektriciteitsvoorziening wordt verzorgd door een erkende installateur.

De elektrische installatie van vergunninghouder moet voldoen aan de normen NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties) en NEN 3140 (laagspanningsinstallaties; bepalingen voor veilige werkzaamheden, inspectie en onderhoud). Mocht een vergunninghouder niet aan deze normen voldoen dan is de SWA gerechtigd de elektriciteitsvoorziening te staken.

Artikel 28 Het gebruik van geluidsapparatuur

Dit artikel is opgenomen ter voorkoming en beperking van geluidsoverlast. Ij overtreding kan met toepassing van bestuursdwang worden overgegaan tot inbeslagname van de geluidsapparatuur. Overigens dient de marktmeester bij het verlenen van toestemming ook rekening te houden met hetgeen hierover geregeld is in de apv.

Artikel 29 Uitstallingen

In verband met de (brand)veiligheid dienen uitstallingen bekend te zijn bij de marktmeester. Daarom moet hij hier toestemming voor verlenen. Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend worden met toepassing van bestuursdwang onmiddellijk verwijderd.

De maten voor de vrije doorgang die in het derde lid worden genoemd zijn in overleg met de brandweer tot stand gekomen.

De hulpverleningsroutes die in het vierde lid worden genoemd zijn aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekeningen.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30 Intrekking en schorsing vergunning vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats

In dit artikel worden de gronden genoemd waarop een vergunning voor een vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats kan worden ingetrokken of geschorst. De zinsnede ‘onverminderd artikel 8 van de verordening’ is toegevoegd om aan te geven dat ook de intrekking op grond van dit artikel een punitieve sanctie is. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. In de bijgevoegde sanctietabel wordt aangegeven in welke gevallen de vergunning wordt geschorst dan wel ingetrokken. Zie hiervoor ook toelichting bij artikel 33.

Onderdeel c gaat ervan uit dat het niet-betalen van marktgeld een grond kan zijn voor intrekking of schorsing van een standplaatsvergunning voor de markt. Deze intrekkings- of schorsingsgrond mag niet lichtvaardig worden gebruikt. Het kan wel een oplossing bieden voor (notoire) ‘wanbetalers’. Dit onderdeel is gebaseerd op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 juli 1999.

Het spreekt voor zich dat schorsing doorwerkt in het aantal keren dat de vergunninghouder zijn plaats op de markt kan innemen.

Artikel 31 Uitsluiting vergunninghouder dagplaats of standwerkerplaats

In artikel 30 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaats, waarnemingsplaats of seizoensplaats geregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vaste standplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 32) ook een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkerplaats langduriger van de markt te kunnen verwijderen.

In dit artikel is in het eerste lid daarom de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen de vergunninghouder voor maximaal vier marktdagen uit te sluiten van de toewijzing van een dagplaats. In tegenstelling tot de vorige verordening is niet meer de beperking van een periode van twee jaar opgenomen, omdat dit niet zo zinvol is gebleken. In de beschikking tot uitsluiting moet immers worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke concrete dagen.

Er wordt in het tweede lid afzonderlijk aandacht besteed aan de vergunninghouder van een standwerkerplaats. Een maximale uitsluiting voor vier marktdagen is voor een vergunninghouder van een standwerkerplaats geen geschikte sanctie omdat een standwerker maar een keer of vijf per jaar naar de markt komt. Om die reden is voor de standwerker gekozen voor uitsluiting van maximaal 1 jaar, omdat dat in de praktijk overeen komt met de sanctie van 4 marktdagen voor de overige vergunninghouders.

Het bij beide leden onder c genoemde is opgenomen ter bestraffing van niet-betalende dagplaatshouders of standwerkers. Zie verder de toelichting onder artikel 30, onder c. Voor de toepassing zie ook toelichting bij artikel 33 en bijbehorende sanctietabel.

Artikel 32 Onmiddellijke verwijdering van de markt

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:36 van de Awb worden regels over de besluitvorming omtrent de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in dit artikel geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, vijfde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld (artikel 5:24, zesde lid Awb). Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt. Overigens is in artikel 5:23 van de Awb geregeld dat de bepalingen over bestuursdwang niet van toepassing zijn indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Op grond van artikel 4:7 van de Awb dienen belanghebbenden bij toepassing van dit artikel in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Artikel 4:11 Awb bepaalt dat dit horen niet nodig is in spoedeisende situaties.

Onderdeel c is gewijd aan de niet-actieve standwerker. Vanuit het Centraal Overleg Marktaangelegenheden kwam de wens naar voren om dergelijke ‘verkapte stille kramers’ aan te kunnen pakken.

Artikel 33 Bestuurlijke sancties

In verband met de transparantie zijn de overtredingen en bijbehorende sancties in een tabel vastgelegd. Hierdoor is voor iedereen onmiddellijk duidelijk welke sancties worden opgelegd ingeval van overtreding van een bepaald artikel uit de marktverordening of nadere regels. Verondersteld wordt dat er van het hanteren van een dwangsom een preventieve werking uit gaat.

Artikel 33a

: Lex silencio positivo

Er zijn dwingende redenen om af te zien van een lex silencio positivo. Een lex silencio positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, met name de bescherming van de openbare orde en openbare veiligheid (waaronder de verkeersveiligheid).

Artikel 34 Inwerkingtreding

De nadere regels treden gelijktijdig met de verordening in werking na vaststelling en publicatie.

De datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de verordening en nadere regels in werking treden.

Artikel 35 Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.