Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst

Geldend van 18-03-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van 21 december 2021;

besproken in de commissievergadering van 13 februari 2022;

gelet op de bepalingen in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

Besluit:

De Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder

    • a.

      Bestuursorgaan: het orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, zijnde de raad, het college van burgemeesters en wethouders dan wel de burgemeester.

    • b.

      Commissie: een bij deze verordening ingestelde commissie zoals bedoeld in artikel 7:3 van de wet.

    • c.

      Wet: de Algemene wet bestuursrecht.

    • d.

      Secretaris: een medewerker die het college aan een commissie ter beschikking stelt als ambtelijk ondersteuner ter uitvoering van de taken en bevoegdheden van een commissie die voortvloeien uit de wet en de verordening waaronder begrepen de aanwezigheid bij de behandeling (hoorzitting en beraadslaging) van bezwaarschriften.

    • e.

      Ambtelijk horen: het door of namens het bestuursorgaan horen van belanghebbende als bedoeld in artikel 7:5 van de wet.

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester.

  • 2. De commissie adviseert ook over de verzoeken om kostenvergoeding als bedoeld in artikel 7:15 van de wet in verband met de in het eerste lid genoemde bezwaarschriften.

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

    • b.

      die personele aangelegenheden betreffen.

    • c.

      die belastingen en retributies betreffen.

    • d.

      op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst, die betrekking hebben op de maatwerkvoorziening beschermd wonen.

    • e.

      Voorts is de commissie niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zich lenen voor ambtelijk horen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college kan plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar en kunnen ten hoogste eenmaal, telkens voor een periode van 4 jaar worden herbenoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan mededeling aan het college.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Het college kan de voorzitter en commissieleden in geval van zwaarwegende redenen ontslaan.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen medewerker.

  • 2. Het college wijst meerdere plaatsvervangers aan.

  • 3. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de cornmissie.

  • 4. De secretaris is verantwoordelijk voor:

    • a.

      het vanuit juridische expertise ondersteunen van de commissie, waaronder het inhoudelijk voorbereiden van de hoorzitting, de verslaglegging van de hoorzitting en het opstellen van conceptadviezen;

    • b.

      het systematisch bijhouden van de procesgang van stukken die bij de commissie voor behandeling zijn binnengekomen;

    • c.

      het voeren van regie op de bezwaarprocedure.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt door of namens het bestuursorgaan tot wie het bezwaarschrift is gericht de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Indien het bestuursorgaan het bezwaarschrift in handen van de commissie stelt, ontvangt de commissie het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie of namens hem door de secretaris:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid, het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde;

  • b.

    artikel 6:6, de indiener stellen van een termijn voor het herstel van verzuimen;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken aan een gemachtigde betreft tijdens de behandeling van een zaak door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid, het gedurende ten minste een week voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage leggen van de stukken voor belanghebbenden;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid, het achterwege laten van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen van belanghebbenden voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter van de commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 en artikel 7:6 tweede en derde lid van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter van de commissie op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, nodigt de belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Horen van jeugdigen

  • 1. Het horen van jeugdigen als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet die belanghebbende zijn bij een procedure die voortvloeit uit de Jeugdwet of een procedure op grond van de Wet tijdelijk huisverbod gebeurt door een deskundige. Dit kan een persoon zijn die geen lid is van de commissie bezwaarschriften.

  • 2. De deskundige brengt een schriftelijk verslag uit aan de commissie bezwaarschriften.

  • 3. De deskundige heeft een specifieke opleiding gevolgd voor het horen van jeugdigen.

  • 4. Bij het horen is geen ander persoon aanwezig dan degene die hoort en de jeugdige die gehoord wordt; de jeugdige kan zich laten bijstaan.

  • 5. Het horen gebeurt nadat de jeugdige op correcte wijze is geïnformeerd over de procedure en zoveel mogelijk op zijn of haar gemak is gesteld.

  • 6. De deskundige brengt een verslag uit aan de commissie. Het verslag van het horen is primair bestemd voor de voorzitter en de leden van de commissie bezwaarschriften.

  • 7. De jeugdige bepaalt of het verslag dat van het horen wordt gemaakt naar de ouders/verzorgers of andere instanties gaat of niet. De jeugdige krijgt voldoende tijd om het verslag te bestuderen.

  • 8. Artikel 12 (quorum) van deze verordening is op het horen van jeugdigen niet van toepassing.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en een lid aanwezig zijn.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. Hoorzittingen over bezwaarschriften op het terrein van sociale wetgeving vinden achter gesloten deuren plaats.

  • 3. Hoorzittingen over andere bezwaarschriften vinden achter gesloten deuren plaats, indien naar het oordeel van de commissie gewichtige redenen zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten.

Artikel 15 Verslag

  • 1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname.

  • 2. De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer een belanghebbende hierom verzoekt, het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger)beroep.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beraadslaagt, met een voorzitter en twee leden; onder hen degenen die bij de hoorzitting aanwezig waren.

  • 3. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 4. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 5. Van een minderheidsstandpunt maakt het advies melding indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 18 Advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift beslist.

  • 2. Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezige en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 3. Indien op grond van artikel 7:3 van de wet is afgezien van horen van belanghebbende wordt dat gemotiveerd vermeld in het advies van de commissie.

  • 4. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

  • 5. Indien ter zitting nog nadere stukken overgelegd zijn wordt dit in het advies vermeld. Voor over de voorzitter dat nodig oordeelt, worden deze stukken als bijlage bij het advies gevoegd.

  • 6. Het advies is gemotiveerd, omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst 2016 vastgesteld op 29 september 2016 wordt ingetrokken op het moment dat de verordening commissie bezwaarschriften 2022 in werking treedt.

  • 2. De verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Bronckhorst.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 24 februari 2022,

de griffier,

M. Veenbergen

de voorzitter,

M. Besselink

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst op 21 december 2021,

de secretaris,

B. Drewes

de burgemeester,

M. Besselink

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Bronckhorst op de burgemeester 21 december 2021,

de burgemeester,

M. Besselink