Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Telefoon- en internetfaciliteiten gemeente Brummen

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling Telefoon- en internetfaciliteiten gemeente Brummen

Telefoon- en internetfaciliteiten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    CAR: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten;

  • b

    UWO: de landelijk overeengekomen uitwerkingsovereenkomst van de CAR;

  • c

    werkgever:de gemeente Brummen

  • d

    medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a, van de CAR die in het kader van een goede bedrijfsvoering thuis dient te beschikken over een snelle internetverbinding dan wel per mobiele telefoon bereikbaar dient te zijn;

  • e

    internetfaciliteiten: bijdrage van de werkgever in de kosten van een voor het werk noodzakelijke snelle internetverbinding.

  • f

    telefoonfaciliteiten: een telefoonabonnement op naam van de werkgever voor de eigen mobiele telefoon van de medewerker (eventueel in combinatie met een carkit) dan wel de door of namens de werkgever aan de medewerker ter beschikking gestelde mobiele telefoon met prépaid beltegoed of abonnement op naam van de werkgever (eventueel in combinatie met een carkit).

  • g

    zakelijk gebruik: gebruik ten behoeve van de uitoefening van de functie van de medewerker bij de werkgever.

Artikel 2 Internetfaciliteiten

De manager die van oordeel is dat een medewerker voor zijn werkzaamheden thuis dient te beschikken over een snelle internetverbinding, doet een voorstel aan de gemeentesecretaris om de betrokken medewerker een bijdrage van € 10,-- netto per maand te verlenen als bijdrage in de kosten van die internetverbinding.

Artikel 3 Telefoonfaciliteiten

De manager die van oordeel is dat een medewerker uit het oogpunt van een goede bedrijfsvoering per mobiele telefoon bereikbaar moet zijn, doet een voorstel aan de gemeentesecretaris om de betrokken medewerker in aanmerking te laten komen voor telefoonfaciliteiten.

Telefoonfaciliteiten worden beschikbaar gesteld aan medewerkers die functies vervullen:

  • a

    waarbij het noodzakelijk is dat de medewerker 24 uur per dag bereikbaar is ten behoeve van de openbare orde en veiligheid;

  • b

    waarbij het noodzakelijk is dat de medewerker zowel binnen als buiten werktijd bereikbaar is voor de eigen organisatie en/of de klanten van de werkgever;

  • c

    waarbij het om redenen van veiligheid bij het werk noodzakelijk is dat de medewerker kan beschikken over een mobiele telefoon.

Carkits worden beschikbaar gesteld aan medewerkers, met functies als bedoeld in het tweede lid, die bij de uitoefening van de werkzaamheden veelvuldig met de eigen auto onderweg zijn.

Artikel 4 Gebruik telefoonfaciliteiten

Medewerkers gebruiken de telefoonfaciliteiten uitsluitend zakelijk.

Onder zakelijk gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  • -

    het voeren van zakelijke gesprekken naar alle doorkiesnummers en mobiele nummers (van medewerkers) van de gemeentelijke organisatie.

  • -

    het voeren van gesprekken met bedrijven, instellingen of burgers die diensten leveren aan of afnemen van de gemeentelijke organisatie, wanneer op dat moment geen gebruik gemaakt kan worden van vaste telefonie.

  • -

    het voeren van (korte) gesprekken naar het huisadres, wanneer op dat moment geen gebruik gemaakt kan worden van vaste telefonie.

De medewerker gebruikt de telefoonfaciliteiten in principe alleen buiten de normale werktijden en als hij binnen de normale werktijden geen gebruik kan maken van vaste telefonie.

Medewerkers zullen bij het gebruik van de telefoonfaciliteiten de nodige zorgvuldigheid betrachten en de integriteit en goede naam van de werkgever waarborgen.

Als de medewerker de telefoonfaciliteiten alleen nodig heeft binnen de normale werktijden voor momenten dat hij niet werkzaam is op de eigen werkplek, zorgt hij er voor dat de mobiele telefoon aan het einde van de werkdag terug is op de eigen werkplek, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt tussen de medewerker en zijn manager.

De kosten van de (eventuele) aanschaf en (eventuele) vervanging van de mobiele telefoon alsmede de kosten van het abonnement en de (zakelijke) gebruikskosten komen voor rekening van de werkgever.

De werkgever blijft eigenaar van de beschikbaar gestelde fysieke faciliteiten.

De medewerker heeft de inspanningsverplichting om het gebruik van de mobiele telefoon te beperken tot de situaties als bedoeld in dit artikel en zoveel mogelijk gebruik te maken van vaste telefonie op de eigen werkplek.

Aan de medewerker bedoeld in artikel 3, lid 3, biedt de werkgever, mede uit veiligheidsoverwegingen, de mogelijkheid om een carkit te laten plaatsen in zijn privé-auto.

ls de medewerker gebruikt maakt van de mogelijkheid tot plaatsing van een carkit is het volgende van toepassing:

  • -

    inbouw van de carkit in de privé-auto van de medewerker vindt plaats op kosten van de werkgever door een door de werkgever geselecteerd gecertificeerd bedrijf.

  • -

    inbouw op kosten van de werkgever vindt in principe éénmalig plaats tenzij vervanging van de mobiele telefoon ook vervanging van de carkit noodzakelijk maakt. In dat laatste geval komen de kosten opnieuw voor rekening van de werkgever.

  • -

    bij vervanging van de privé-auto komen de kosten van het eventueel overzetten van de carkit dan wel het aanbrengen van een nieuwe carkit in de nieuwe privé auto slechts éénmaal voor rekening van de werkgever.

De medewerker is verplicht zich te houden aan wet- en regelgeving rond het gebruik van de mobiele telefoon in een auto. Eventuele gevolgen van het niet nakomen van deze verplichting zijn altijd voor rekening van de medewerker.

Bij beëindiging van het dienstverband of bij wijziging van functie, waardoor geen noodzaak meer aanwezig is voor het beschikbaar stellen van faciliteiten, worden deze stopgezet en levert de medewerker de beschikbaar gestelde fysieke faciliteiten in bij zijn manager. Ten aanzien van de carkit heeft de medewerker de keuze om:

  • -

    de carkit op kosten van de werkgever te laten verwijderen uit zijn privé-auto of

  • -

    de carkit tegen een alsdan te bepalen redelijke vergoeding in eigendom over te nemen van de werkgever.

De medewerker aan wie de werkgever fysieke faciliteiten beschikbaar stelt, tekent hiervoor een bruikleenverklaring. De bruikleenverklaring maakt als bijlage onderdeel uit van deze regeling en bevat bepalingen met betrekking tot gebruik, onderhoud, vervanging en aansprakelijkheid bij verlies van of schade aan de beschikbaar gestelde faciliteiten.

Artikel 5 Slotbepalingen

Deze regeling is in principe voor onbepaalde tijd geldig tenzij fiscale of andere wettelijke maatregelen uitvoering van de regeling beperken dan wel onmogelijk maken.

Burgemeester en wethouders beslissen in gevallen waarin deze regeling niet voorziet.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009 en kan worden aangehaald als “Regeling telefoon- en internetfaciliteiten 2008”.

Deze regeling komt in plaats van alle eerdere afspraken/besluiten/regelingen over genoemde onderwerpen.

Bruikleenverklaring

Bruikleenverklaring