Marktverordening gemeente Brummen 1994

Geldend van 29-12-1994 t/m heden

Intitulé

Marktverordeningen gemeente Brummen 1994

De raad van de gemeente Brummen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 1994;

gelet op het advies van de Commissie Grondgebiedzaken van 6 december 1994;

gelet op het advies van de Marktcommissie van 7 september 1994;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende gewijzigde "Marktverordening gemeente Brummen 1994".

Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    markt: de wekelijkse warenmarkt welke te Eerbeek op dinsdag gehouden wordt van 12.30 uur tot 17.00 uur gedurende de periode van 1 april tot 1 oktober en van 12.30 uur tot 16.30 uur gedurende de periode van 1 oktober tot 1 april;

  • 2.

    markterrein: het terrein gelegen op het Oranje Nassauplein te Eerbeek;

  • 3.

    standplaats: de op en voor de duur van een marktdag door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • 4.

    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • 5.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag door de marktmeester beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • 6.

    standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken geboden is;

  • 7.

    vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats te bezetten;

  • 8.

    marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

Artikel 2

  • 1. Er is een marktcommissie bestaande uit:

    a. een lid van het college van burgemeester en wethouders, aan te wijzen door het college, welk lid tevens voorzitter is;

    b.twee marktkooplieden met een vaste standplaats op de markt, die op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze worden aangewezen door de gezamenlijke standplaatshouders;

    c.een door het hoofdbestuur van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel uit zijn midden aan te wijzen lid;

    d. een gevestigde ondernemer uit de kern Eerbeek, aan te wijzen door de plaatselijke middenstandsvereniging;

    e. een ambtenaar, aan te wijzen door de gemeentesecretaris, die tevens het secretariaat van de commissie vervult.

  • 2. De marktmeester en de verhuurder van de marktkramen worden als adviserende leden aan de marktcommissie toegevoegd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen het advies van de marktcommissie inwinnen; de marktcommissie kan tevens ongevraagd advies aan burgemeester en wethouders uitbrengen.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub b. van de Winkelsluitingswet 1976 (Stb. 294), een andere marktdag vaststellen.

  • 2. Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt van dit besluit openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering van deze verordening op te dragen aan de marktmeester.

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welk gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten artikelengroepen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door hen tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 6

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2. Vergunning voor het gebruikmaken van verkoopwagens zal slechts worden verleend indien gehandeld wordt in waren welke aan bederf onderhevig zijn.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 7

  • 1. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van dit verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 8

  • 1.

    Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Toewijzing en bezetting van standplaatsen

Artikel 9

  • 1. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 10

  • 1. De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

Artikel 11

Een ieder, die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen. Voorts dient hij in bezit te zijn van een registratiekaart afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detail-Ambacht namens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Artikel 12

  • 1. Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 5, lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2. Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 13, lid 1, sub a. en c. vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan een wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.

  • 4. De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zolang de aanspraken als bedoeld in artikel 15, lid 3, bestaan.

  • 5. Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

  • 6. Het is een ingeschrevene als bedoeld in lid 1 of lid 3 niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

Artikel 13

  • 1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen, is vereist, dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    a. dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    b. dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

    c. dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b. en c, in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1, sub c., heeft afgesloten.

  • 4. Aanvrager behoort bovendien tenminste drie maanden op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 14

  • 1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

    a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats en adres;

    b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

    c. de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de door hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

  • 2. Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder c., vermeld

Artikel 15

  • 1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.

  • 2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst.

  • 3. Degene die op grond van artikel 12, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, ingeschreven op de in artikel 15, lid 2 bedoelde lijst.

  • 4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden voor het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 16

  • 1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel;

    c. wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 13, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3;

    d. indien de vergunninghouder niet ten minste eenmaal per twee weken en ten minste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22, 23 en 24.

  • 2. De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

  • 3. Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrijving op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.

  • 4. Bij overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de daartoe overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen een maand na het overlijden dan wel na het verstrijken van de in lid 2 vermelde termijn na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

    Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 14, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

  • 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 17

  • 1. Met de verkoop van goederen mag worden begonnen om 12.30 uur.

  • 2. Degene, aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats uiterlijk om 13.00 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt

  • 3. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder burgemeester en wethouders voor dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 18

  • 1. Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 17, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.

  • 2. Degene die op grond van het bepaalde in artikel 12, lid 3, op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven kan geen dagplaats worden toegewezen zolang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 3. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 19

De inschrijving op de in artikel 12, lid 1 bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:

a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

b. bij overlijden van de ingeschrevene;

c. wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, bedoeld in artikel 12, lid 2 of lid 3;

d. indien de ingeschrevene niet ten minste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 18, lid 2, 22, 23, 24 van toepassing is;

e. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden;

f. wanneer de ingeschrevene zijn inschrijving jaarlijks (bij de opschoning van de in artikel 12, lid 1 bedoelde lijst) niet verlengt.

Artikel 20

  • 1. Het is uitsluitend op de daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden; de standwerkers melden zich persoonlijk bij de marktmeester.

  • 2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3. De toewijzing van standwerkersplaatsen door de marktmeester geschiedt per marktdag om 13:00 uur. De toewijzing geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken. De marktmeester bepaalt op welke wijze de loting zal geschieden. Indien standwerkers zich aanmelden voor dezelfde artikelen-groep, wordt de keuze in voorkomende gevallen overgelaten aan de marktmeester.

  • 4. Tot de loting voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 13, lid 1, sub. a. en c., gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

    a. door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

    dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten: b. andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker

  • 5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts een soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks voor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag aflossen.

    Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 7. Een standwerker die heeft deelgenomen aan de loting als bedoeld in lid 4, wordt op de dag dat hij heeft deelgenomen aan de loting, niet ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 13, lid 1. Hij kan op deze dag dan ook geen andere plaats bezetten dan een standwerkersplaats.

Artikel 21

  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 22

  • 1. Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig voor de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de marktmeester mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd. Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

Artikel 23

  • 1. Degenen, bedoeld in de artikelen 12 en 14, lid 2, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De in artikel 16, lid 1, onder d. vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats, teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, alsmede de in artikel 19, onder d. vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst gehandhaafd te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het onder lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan wel als op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.

  • 4. De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen, dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.

Artikel 24

  • 1. In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 14 lid 2, bedoelde lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagplaats.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 22 of in artikel 23, kunnen burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

Overige maatregelen van orde

Artikel 25

Het is verboden vroeger dan 10.30 uur goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd om 13.00 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk een uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 26

  • 1. Het is verboden om ten tijde van het opstellen van de markt auto's te parkeren op het marktterrein.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de marktmeester de bevoegdheid verlenen om op kosten van de overtreder de auto's te laten wegslepen.

Artikel 27

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 28

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 29

Het is de standplaatshouder verboden:

a. zich behoudens toestemming van de marktmeester langer dan dertig minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag de houder zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

c. meer ruimte in te nemen dan de houder is toegestaan;

d. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

f. zich behoudens toestemming van de marktmeester aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor toestemming is verleend.h. op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

Artikel 30

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen, dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de marktmeester, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2. Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 3. Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 4. Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf mee te nemen.

Artikel 31

  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het is verboden achtergrondmuziek op hinderlijke wijze ten gehore te brengen, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 32

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 33

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 34

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ter verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 35

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ter verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 36

De vergunninghouder, aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 37

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 38

Behoudens het bepaalde in artikel 28, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

Artikel 39

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ter verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 40

  • 1. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

  • 2. Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

Financiële bepalingen

Artikel 41

  • 1. De marktgelden worden vastgesteld door burgemeester en wethouders.

  • 2. Betaling van de marktgelden dient te geschieden op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze. Hierbij kunnen kortingen worden gegeven bij betalingen over termijnen.

  • 3. Marktkooplieden dienen de kraamhuur te voldoen aan de kramenverhuurder.

Straf- en slotbepalingen

Artikel 42

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 43

Degene, die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van de marktmeester, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 44 en 45, door de marktmeester gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 44

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:

a. de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

b. van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

c. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

d. de rechthebbende niet of niet tijdig het marktgeld voldoet.

Artikel 45

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6, 8, 25, 28, 31 lid 1, 38, 39 en 40 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 46

Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordening gemeente Brummen 1994".

Artikel 47

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.