Regeling vervallen per 01-04-2017

Nadere regels voor de indeling en uitgifte van graven, asbezorging en grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats

Geldend van 01-07-2001 t/m 31-03-2017

Intitulé

Nadere regels voor de indeling en uitgifte van graven, asbezorging en grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats

Artikel 1 - Indeling

  • 1. Voor de indeling van de graven wordt verwezen naar de bij deze nadere regels behorende tekening "Indeling gemeentelijke begraafplaats", nummer 10070, d.d. 21 mei 2001.

  • 2. De uitgifte van de graven geschiedt in de door de beheerder aangegeven volgorde.

Artikel 2 - Algemene graven

  • 1. In de algemene graven wordt gelegenheid gegeven om lijken te begraven voor de tijd welke overeenkomt met de wettelijke minimum grafrusttermijn. Deze bedraagt tien jaren.

  • 2. De algemene graven hebben een lengte van 2,00 meter en een breedte van 0,90 meter met een onderlinge tussenruimte van 0,30 meter.

  • 3. In de algemene graven wordt een, twee en drie diep begraven.

  • 4. Voor een gedenkteken op een algemeen graf gelden de volgende eisen:

    • a.

      Toegestaan is alleen een liggende steen of lessenaarmodel met afmetingen lengte x breedte =

      60 x 40 en hoogte maximaal 20 cm.

    • b.

      Volgorde van plaatsing op het graf is van achter naar voren.

Artikel 3 - Eigen graven

  • 1. De eigen graven worden uitgegeven voor onbepaalde tijd of voor de tijd van dertig jaren met de mogelijkheid van verlenging voor telkens tien jaren.

  • 2. De eigen graven hebben een lengte van 2,00 meter en een breedte van 0,90 meter met een onderlinge tussenruimte van 0,30 meter.

  • 3. De eigen graven die zijn aangewezen voor het daarin doen aanbrengen van grafkelders hebben een lengte van 2,45 meter, een breedte van 1,00 meter met een onderlinge tussenruimte van 0,30 meter.

  • 4. De eigen graven zijn bestemd voor het begraven van ten hoogste drie lijken en het bezorgen van de as van ten hoogste vier overledenen.

  • 5. De bezorging van as in een eigen graf kan plaatsvinden door middel van plaatsing van de asbus met of zonder urn in het graf, plaatsing van de asbus met urn op het graf, dan wel verstrooiing van de as in het graf.

  • 6. Voor een gedenkteken op een eigen graf gelden de volgende eisen:

    • a.

      Afmetingen lengte x breedte bedragen maximaal 2,00 x 0,90 meter.

    • b.

      Het staande element mag niet hoger zijn dan 1,20 meter en niet breder dan 0,90 meter. De hoogte van kettingen en hekwerken mag maximaal 0,50 meter bedragen.

    • c.

      Fundatie van de liggende steen is van gewapend beton maximaal 2,00 x 0,90 meter en met een dikte van minimaal 5 cm.

Artikel 4 - Eigen urnengraven

  • 1. De eigen urnengraven worden uitgegeven voor de tijd van twintig jaren met de mogelijkheid van verlenging voor telkens tien jaren.

  • 2. De eigen urnengraven hebben een lengte van 0,50 meter en een breedte van 0,50 meter en een diepte van 0,40 meter en worden standaard voorzien van een urnkeldertje.

  • 3. De eigen urnengraven zijn bestemd voor het plaatsen van ten hoogste vier asbussen met of zonder urnen.

  • 4. Voor een gedenkteken op een urnengraf gelden de volgende eisen:

    • a.

      Liggende steen of lessenaarmodel: maximale afmetingen lengte x breedte x hoogte = 50 x 50 x 20 cm.

    • b.

      Staande steen of zuil of sculptuur maximaal 60 cm hoog.

Artikel 5 - Eigen urnennissen

  • 1. De eigen urnennissen worden uitgegeven voor de tijd van vijf, tien of twintig jaren met de mogelijkheid van verlenging voor telkens vijf, tien of twintig jaren.

  • 2. De eigen urnennissen worden onderverdeeld in:

    • a.

      urnennissen in het binnencolumbarium, bestemd voor de plaatsing van ten hoogste twee asbussen met urnen in een open nis;

    • b.

      urnennissen in het buitencolumbarium, bestemd voor de plaatsing van ten hoogste twee asbussen met urnen in een open nis, dan wel plaatsing in een afgesloten nis van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.

Artikel 6 - Algemeen strooiveld

Het algemeen strooiveld biedt gelegenheid voor het verstrooien van de as van maximaal tien overledenen per kalenderjaar.

Artikel 7 - Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning voor het hebben van een grafbedekking moet schriftelijk bij het college worden aangevraagd met behulp van daartoe door hen beschikbaar gestelde formulieren.

  • 2. Bij de aanvraag van een vergunning voor het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening in tweevoud te worden ingediend, waarop tenminste voorkomen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de tekst van het opschrift en de plaats van figuraties;

    • c.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 8 - Gedenkteken

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden.

  • 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 9 - Urnen

Voor urnen gelden de volgende ontwerpeisen:

  • a.

    Gebruik van vochtopnemende materialen is niet toegestaan. Voor keramische urnen betekent dit dat de scherf niet poreus is (op ca. 1.285° C tot 1.300° C gebakken).

  • b.

    Condenswater moet vanuit de urn kunnen wegvloeien.

  • c.

    Het ontwerp moet afwaterend zijn; er mag geen water in of op de urn blijven staan.

  • d.

    Het dekselontwerp dient zodanig te zijn dat er geen water in de urn loopt.

  • e.

    Voor plaatsing buiten dienen de gebruikte materialen weer- en windbestendig te zijn.

  • f.

    Voor plaatsing buiten is niet toegestaan het gebruik van corroderende materialen, zoals ijzerhoudende metalen of zoals daar zijn snelverterende urnen.

  • g.

    Bevestiging van de urnen in nissen moet kunnen plaatsvinden met lijm of schroeven.

  • h.

    Deksels dienen te worden verzegeld, dan wel te worden verlijmd met bijvoorbeeld siliconenkit.

  • i.

    Bij plaatsing op graven of in urnentuinen moet in een voetplaats en de mogelijkheid van een grondanker worden voorzien.

  • j.

    Bij levering dient de urn van een plaatsingsvoorschrift voorzien te zijn.

Artikel 10 - Losse bloemen en planten

Op een graf, op een gedenkplaats of in een urnennis kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Plastic vazen worden kosteloos ter beschikking gesteld. Het is toegestaan op een graf of een gedenkplaats losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 11 - Winterharde gewassen

De winterharde grafbeplanting dient in overleg met de beheerder te worden aangebracht. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte worden gehouden.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 juli 2001, met ingang van welke datum de "Nadere regels gemeentelijke begraafplaats" van 6 juli 1993 vervalt.

Artikel 13 - Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en grafbedekkingen".

wijziging

besluit

publicatie

gewijzigde artikelen

ingangsdatum

1

22-09-2005

technische aanpassing i.v.m.

dualisme