Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent subsidie voor kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda

Geldend van 10-10-2018 t/m 31-05-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent subsidie voor kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda

Burgemeester en wethouders van Gouda

Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003;

Overwegende dat:

  • -

    aan alle kinderopvangorganisaties in de gemeente Gouda de mogelijkheid wordt geboden om vanaf de inwerkingtreding van deze regeling een subsidieaanvraag in te dienen voor peuteropvang voor het daaropvolgende boekjaar;

  • -

    de gemeente Gouda kwalitatief goede peuteropvang wil bieden;

  • -

    uit de Wet kinderopvang volgt dat de financiële verantwoordelijkheid voor de opvang van peuters van ouders, die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag, bij de gemeente ligt;

  • -

    door het Rijk en de VNG bestuursafspraken zijn gemaakt om zich gezamenlijk in te zetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en een groter bereik van kinderen;

  • -

    de Wet op het primair onderwijs de gemeente de opdracht geeft om de uitvoering van de voorschoolse educatie te financieren;

  • -

    uit de Jeugdwet volgt dat de gemeente de wettelijke taken voor de jeugdhulp uitvoert;

  • -

    kinderen de kans krijgen zich te ontwikkelen (conform de beleidsvisie ‘Gebundelde krachten’);

besluiten vast te stellen: de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    aanvullend aanbod: peuteropvang voor peuters met een indicatie voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE);

  • -

    gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor peuteropvang die zowel aan de

  • -

    geldende wettelijke eisen, als aan het in Gouda van toepassing zijnde Kwaliteitskader peuteropvang en voorschoolse educatie Gemeente Gouda (bijlage) voldoet;

  • -

    indicatie VVE: een door Jeugdgezondheidszorg afgegeven indicatie dat een peuter aan de voorwaarden voldoet om voor een aanvullend aanbod in aanmerking te komen;

  • -

    KOT: ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag (KOT) op grond van de Wet kinderopvang;

  • -

    KOT-tabel: kinderopvangtoeslagtabel als opgenomen in het Besluit Kinderopvangtoeslag

  • -

    niet-KOT: ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang;

  • -

    ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of sprake is van pleegouderschap een vergoeding op grond van de Jeugdwet buiten beschouwing blijft;

  • -

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie. Educatieve programma’s met als doel de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. De programma’s worden zowel in de peuteropvang aangeboden als in de eerste twee groepen van de basisschool.

Artikel 2. Doelgroep en toepassingsbereik

  • 1.

    Deze subsidieregeling is bedoeld voor ouders die hun peuter een gecertificeerde voorschoolse voorziening laten bezoeken. Een peuter is een kind in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid wordt een kind van 4 jaar dat niet direct naar de basisschool kan tot de leeftijd van 4 jaar en 2 maanden ook als peuter beschouwd.

  • 3.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikelen 3, 3a en 3b bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. Subsidie kan voor ouders van peuters worden verstrekt voor 7 uur per week peuteropvang.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan voor ouders van peuters met een indicatie VVE voor 10,5 uur per week, verdeeld over maximaal 3 dagdelen, subsidie worden verstrekt. Dit is inclusief een aanvullend aanbod van 3,5 per week.

Artikel 3a. Pilot 2019 met 4 x 4 uur voorschoolse educatie per week

  • 1.

    In 2019 kan subsidie voor ouders van peuters worden verstrekt voor 8 uur per week peuteropvang.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan voor ouders van peuters met een indicatie VVE voor 16 uur per week, verdeeld over maximaal 4 dagdelen, subsidie worden verstrekt. Dit is inclusief een aanvullend aanbod van 8 uur per week.

Artikel 3b. Pilot 2019 met 3 x 5,5 uur voorschoolse educatie per week

  • 1.

    In 2019 kan subsidie voor ouders van peuters worden verstrekt voor 11 uur per week peuteropvang.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan voor ouders van peuters met een indicatie VVE voor 16,5 uur per week, verdeeld over maximaal 3 dagdelen, subsidie worden verstrekt. Dit is inclusief een aanvullend aanbod van 5,5 uur per week.

Artikel 4. Subsidieaanvrager en aanvraagtermijn

  • 1. De subsidie voor de ouders wordt aangevraagd door de aanbieder van de gecertificeerde voorschoolse voorziening.

  • 2. Voor subsidie komen in aanmerking de ouders van een peuter.

  • 3. Een aanvraag om subsidie wordt met behulp van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier ingediend bij het college.

  • 4. Een aanvraag om subsidie wordt uiterlijk 15 oktober ingediend voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 5. Als er na 15 oktober aanvragen worden ingediend, worden deze alleen in behandeling genomen als er budget over is.

  • 6. De aanvrager bepaalt, aan de hand van door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, welke ouders in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bestaat uit een bijdrage per geplaatste peuter en wordt berekend op basis van de kostprijs per uur van de peuteropvang.

  • 2. De kostprijs per uur van € 9,50 wordt jaarlijks als volgt bepaald:

    • a.

      de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang zoals bepaald in het Besluit kinderopvangtoeslag vermeerderd met de door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het verplicht gestelde kwaliteitskader;

    • b.

      de door het college vastgestelde opslag per uur bedraagt in 2018 € 2,05.

    • c.

      De door het college vastgestelde opslag per uur bedraagt in 2019 € 1,48.

  • 3. De subsidie voor ouders van peuters (niet-KOT) bestaat uit twee componenten:

    • a.

      een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang, en;

    • b.

      een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het verplicht gestelde kwaliteitskader.

  • 4. De subsidie voor ouders van peuters (KOT) bestaat uit de jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het verplicht gestelde kwaliteitskader.

  • 5. In afwijking van het derde en vierde lid hoeven ouders die een toekenningsbeschikking op grond van de Verordening bevordering maatschappelijke participatie Gouda 2017 kunnen overleggen, geen ouderbijdrage te betalen voor het 1e en 2e dagdeel.

  • 6. In afwijking van het derde en vierde lid bestaat de subsidie voor het aanvullend aanbod voor ouders van peuters (KOT en niet-KOT) met een indicatie VVE uit de volgende componenten:

    • a.

      de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang, en;

    • b.

      een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het verplicht gestelde kwaliteitskader.

Artikel 6. Subsidieduur

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de aanbieder van de gecertificeerde voorschoolse voorziening op basis van maximaal 40 schoolweken per kalenderjaar.

  • 2.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter eenpeuteropvangplaats bezet.

  • 3.

    De subsidie eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook depeuteropvang verlaat.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie weigeren:

    • a.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • b.

      als niet wordt voldaan aan het verplicht gestelde kwaliteitskader;

    • c.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift.

Artikel 8. Verplichtingen

  • 1. De aanvrager brengt de subsidie in mindering op het door ouders van de peuters te betalen uurtarief voor het gebruik van een peuteropvangplaats.

  • 2. De aanvrager stuurt het college uiterlijk op 1 augustus een digitale halfjaarrapportage met de volgende informatie (peildatum 1 juli):

    • a.

      totaal aantal bereikte kinderen;

    • b.

      aantal ingeschreven peuters met een indicatie;

    • c.

      aantallen kindplaatsen: peuteropvang en aanvullend aanbod;

    • d.

      aantal bereikte peuters met een indicatie VVE;

  • 3. De aanvrager voldoet, behalve aan de kwaliteitseisen die gelden op grond van de Wet Kinderopvang, aan het als bijlage bijgevoegde Kwaliteitskader peuteropvang en voorschoolse educatie Gemeente Gouda.

Artikel 9. Verantwoording

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt met behulp van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier uiterlijk op 1 maart van het op het subsidietijdvak volgende jaar ingediend bij het college;

  • 2. Voor het indienen van de accountantsverklaring kan uitstel worden verleend tot 15 mei van het op het subsidietijdvak volgende jaar.

Artikel 10. Controle

3.Het college is bevoegd steekproefsgewijs de juistheid van de aangeleverde gegevens ten behoeve van de halfjaarrapportage en ten behoeve van de verantwoording te controleren in de administratie van de aanvrager. De aanvrager verleent hieraan haar volledige medewerking.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt één dag na bekendmaking in werking.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda’.

Aldus besloten in de vergadering van 19 september 2017

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Bijlage 1 toelichting op de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda

toelichting

Bijlage 2 Kwaliteitskader peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Gouda

kwaliteitskader