Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

Geldend van 25-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2020,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

(Legesverordening 2021)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • c.

      het afgeven van bewijzen van onvermogen;

    • d.

      nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

    • e.

      vergunningvrije bouwwerkzaamheden die bij gemeentelijke monumenten en/of in beschermd dorpsgezicht vergunningplichtig zijn.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.

  • 5. Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via de internetkassa.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via internetkassa;

    • c.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeesters en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

      een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020 van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 3. De in onderdeel 2.1.1.1 van de tarieventabel genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd en het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2021 van Cobouw Bouwkosten liggen kosteloos ter inzage op het gemeentehuis.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2020.

De griffier,

mevrouw L. Roest-Jonkers

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2021

Titel 1

Algemene dienstverlening

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 1Burgerlijke stand

 
 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 
 

1.1.1.1

op maandag tot en met vrijdag:

 
 

1.1.1.1.1

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen

309,00

1.1.1.1.2

op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur

117,00

1.1.1.1.3

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

346,00

1.1.1.2

op zaterdag:

 
 

1.1.1.2.1

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen

831,00

1.1.1.2.2

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

500,00

1.1.1.3

op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

1.733,00

1.1.1.4

op een avond op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

868,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

309,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

309,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het:

 
 

1.1.4.1

beschikbaar stellen van getuigen voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per getuige

40,55

1.1.4.2

spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2 te Heerenveen

18,65

1.1.4.3

wijzigen van de datum of het tijdstip van een voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap

37,35

1.1.4.4

in behandeling nemen van een aanvraag voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen

202,70

1.1.4.5

voor het gebruik van een toga door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen

57,60

1.1.5

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft van

58,65

1.1.6

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt afgezegd is een recht verschuldigd van

58,65

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje

30,30

1.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 
 
 
 
 
 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 
 

1.2.1

tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor personen van 18 jaar en ouder

74,75

1.2.2

tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort voor personen jonger dan 18 jaar

56,55

1.2.3

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

56,55

1.2.4

van een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.2.4.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

64,00

1.2.4.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

32,90

1.2.5

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.4 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

50,90

 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 
 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

41,00

1.3.1.2

tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, wordt de kostprijs van het formulier verhoogd met € 1

 
 

1.3.3

Het tarief in onderdeel 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

34,10

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 
 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder een verstrekking verstaan een of meer gegevens over een persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 
 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

8,55

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder een verstrekking verstaan een of meer gegevens over een persoon die niet is opgenomen in basisregistratie personen

 
 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

8,55

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

13,35

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

7,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 5Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 
 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

1.8.1.1

gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 
 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

8,55

 
 
 
 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 
 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor elk afzonderlijk onderdeel

40,80

1.10.2

in aanvulling op artikel 1.10.1 geldt, indien meer dan 2 uren nodig zijn voor de naspeuringen, een uurtarief van

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 11Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 12Leegstandwet

 
 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

76,50

1.12.1.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

33,60

 
 
 
 

Hoofdstuk 13 Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 14 Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 15 Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 
 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

 
 

1.16.1.1

voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat

56,50

1.16.1.2

voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten:

 
 

1.16.1.2.1

voor de eerste kansspelautomaat

56,50

1.16.1.2.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

1.16.1.3

Voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of onbepaalde tijd

226,50

1.16.1.4

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd:

 
 

1.16.1.4.1

voor de eerste kansspeelautomaat

226,50

1.16.1.4.2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 
 
 

aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het

 
 
 

exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 
 

1.17.1

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

351,65

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste en vijfde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

99,30

1.17.3

Het in 1.17.1 genoemde bedrag wordt met een variabele leges per strekkende meter kabel- of leidingtracé verhoogd met

1,10

1.17.4

In afwijking van artikel 1.17.3 wordt, indien sprake is van een kabel- of leidingtracé van 5.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.17.1, een bedrag in rekening gebracht of opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van Burgermeester en Wethouders goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van een instemming/vergunning worden vastgesteld.

 
 

1.17.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

76,50

1.18.2

om een jaarlijkse ontheffing voor een blauwe zone (bord E10) als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens

45,00

1.18.3

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

76,50

1.18.4

tot de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats met paal en borden, ook bij een verhuizing binnen de gemeente (een en ander als bijdrage in de kosten)

219,70

1.18.5

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

 
 

1.18.5.1

zonder keuring door een arts of adviseur

76,50

1.18.5.2

inclusief keuring door een arts of adviseur

152,20

1.18.6

voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 19 Diversen

 
 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

1.19.1.1

voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV

76,50

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

0,50

1.19.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

0,35

1.19.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

0,50

1.19.2.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

0,50

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

76,50

 
 
 
 

Titel 2

Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 
 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 
 

2.1.1.1

Bouwkosten:

 
 
 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 
 
 
 
 
 
 

Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2021 van Cobouw Bouwkosten.

 
 
 
 
 
 
 

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 
 
 
 
 
 

2.1.1.2

Bouwkosten grondgebonden zonnepark:

 
 
 
 
 
 
 

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1 hiervoor wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations).

 
 
 
 
 
 

2.1.1.3

Vooroverleg:

 
 
 
 
 
 
 

Verzoeken waarbij het gaat om de vraag of een bouwplan planologisch mogelijk is, en naar een onderzoek of de gemeente aan het plan wil meewerken. Het gaat hier niet om informatieverzoeken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan een schetsplan, een principeverzoek en een conceptaanvraag.

 
 
 
 
 
 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 
 
 
 
 
 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 
 
 
 
 
 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg

 
 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (buitenplanse afwijking) in het kader van de Wabo vergunbaar is.

329,45

2.2.2

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (binnenplanse afwijking en een buitenplanse kleine afwijking) in het kader van de Wabo vergunbaar is.

181,90

2.2.3

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

 

25%

 
 
 
 
 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd is van

112,85

 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 
 
 
 
 
 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 
 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.1.1.1

Bij bouwkosten tot € 36.000,00

 

2,50%

 

van de totale bouwsom, met een minimum van

112,85

2.3.1.1.2

Bij bouwkosten van € 36.000,00 tot € 530.000,00 wordt het tarief van onderdeel 2.3.1.1.1 over het bij dat onderdeel genoemde bedrag geheven vermeerderd met

 

2,80%

 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.

 
 

2.3.1.1.3

Bij bouwkosten van € 530.000,00 tot € 1.100.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

3,10%

 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.

 
 

2.3.1.1.4

Bij bouwkosten van € 1.100.000,00 tot € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

2,30%

 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel.

 
 

2.3.1.1.5

Bij bouwkosten vanaf € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met

 

2,00%

 

van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel met een maximum van

200.000,00

2.3.1.2

Welstandstoets

 
 
 

verhoging in verband met toetsing aan welstandscriteria

 
 

2.3.1.2.1

het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling van welstand, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten bij inwinnen advies indien de bouwkosten:

 
 

2.3.1.2.1.1

lager dan of gelijk zijn aan € 5.000

45,00

2.3.1.2.1.2

meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000

45,00

 

vermeerderd met 2,4‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000

 
 

2.3.1.2.1.3

meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000

93,00

 

vermeerderd met 2,2‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000

 
 

2.3.1.2.1.4

meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000

258,00

 

vermeerderd met 2,1‰ van de bouwsom hoger dan € 100.000

 
 

2.3.1.2.1.5

meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000

573,00

 

vermeerderd met 1,14‰ van de bouwsom hoger dan € 250.000

 
 

2.3.1.2.1.6

meer bedragen dan € 750.000

1.143,00

 

vermeerderd met 0,78‰ van de bouwsom hoger dan € 750.000

 
 
 

met een maximum van

2.300,00

2.3.1.2.1.7

bij de berekening van de verschuldigde leges conform 2.3.1.2.1.1 t/m 2.3.1.2.1.6 wordt het eindbedrag naar beneden afgerond op hele euro's

 
 

2.3.1.2.2

voor adviezen voor vooroverlegplannen, niet zijnde monumentenplannen, verstrekt aan de deelnemende gemeente, betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, worden de tarieven gerekend die afhankelijk zijn van de bestede tijd in de lokale commissie:

 
 

2.3.1.2.2.1

tot 15 minuten

70,00

2.3.1.2.2.2

van 15 tot 30 minuten

96,00

2.3.1.2.2.3

van 30 tot 45 minuten

122,00

2.3.1.2.2.4

van 45 tot 60 minuten

150,00

2.3.1.2.3

bij behandeling van een vooroverlegplan in de bureaucommissie

122,00

2.3.1.2.4

bij behandeling van een vooroverlegplan in de grote commissie

150,00

2.3.1.2.5

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor

45,00

2.3.1.2.6

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6 en wordt het verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend.

 
 

2.3.1.2.7

Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast dan wel een andere vormgever voor het plan is ingeschakeld wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.1.6, zonder dat verrekening plaats vindt

 
 

2.3.1.2.8

Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel andere opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.

 
 

2.3.1.2.9

Voor het uitoefenen van adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein van de Erfgoedwet(Monumentenwet), de monumentenverordening en de Brim (2013) e.d. en van de ontwikkeling van gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken, waarvoor een uurtarief van € 104,00 per adviseur wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams.

 
 

2.3.1.3.7

In afwijking van de tarieven genoemd in 2.3.1.3.1 t/m 2.3.1.3.5 bedraagt het tarief indien ambtelijk wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de Welstandsnota per bouwaanvraag

27,05

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

100,25

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

181,90

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

181,90

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

1.200,65

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

181,90

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

181,90

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

181,90

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

181,90

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

181,90

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

181,90

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

1.200,65

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

181,90

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

181,90

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

181,90

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

181,90

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 
 

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

240,00

2.3.5.2

Verhoging: Het in onderdeel 2.3.5.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 2.3.5.3 indien en zover deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn.

 
 

2.3.5.3

De verhoging als bedoeld in 2.3.5.2 bedraagt voor:

 
 

2.3.5.3.1

Bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo (voor zover het geen tijdelijke bouwwerken betreft), met een bebouwd oppervlakte van:

 
 

2.3.5.3.1.1

– minder dan 100 m2

144,10

2.3.5.3.1.2

– 100 m2 tot 500 m2: per m2

1,30

2.3.5.3.1.3

– 500 m2 tot 2.000 m2:

424,35

 

Vermeerderd met € 0,50 per m2

 
 

2.3.5.3.1.4

– 2.000 m2 tot 5.000 m2:

1.225,85

 

Vermeerderd met € 0,174 per m2

 
 

2.3.5.3.1.5

– 5.000 m2 tot 50.000 m2:

2.145,15

 

Vermeerderd met € 0,023 per m2

 
 

2.3.5.3.1.6

– 50.000 m2 of meer

2.769,90

 

Vermeerderd met € 0,012 per m2

 
 

2.3.5.4

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als vermeld onder 2.3.5.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande omgevingsvergunning is het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.3 verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding.

 
 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 
 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

381,85

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

381,85

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.7.1.1

Indien de sloopkosten lager zijn dan € 5.000

100,25

2.3.7.1.2

Indien de sloopkosten hoger dan of gelijk zijn aan € 5.000

266,65

2.3.8

Natura 2000-activiteiten

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

100,25

2.3.9

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

100,25

2.3.10

Andere activiteiten

 
 
 
 
 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 
 

2.3.10.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

100,25

2.3.10.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

2.3.10.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

100,25

2.3.10.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

100,25

2.3.11

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 
 

2.3.11.1

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

 
 

2.3.11.2

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 
 

2.3.12

Advies

 
 

2.3.12.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het uurtarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

85,65

2.3.12.2

In afwijking van artikel 2.3.12.1 bedraagt het tarief voor de adviesaanvraag aan de provincie in het kader van de Wegenverordening provincie Fryslân en de Nota Beheerbeleid provinciale Wegen

151,00

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

 
 

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 
 

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

100,25

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

100,25

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 
 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 
 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

 

75%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 
 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning

 

60%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 
 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

2.5.2.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

10%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

40%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 

2.5.4

De teruggaaf als bedoeld in de onderdelen 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3 vindt toepassing met dien verstande dat een minimumrecht verschuldigd blijft van

112,85

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 
 
 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 
 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

100,25

 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

 
 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een:

 
 

2.8.1.1

bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

2.100,00

2.8.1.2

bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

2.100,00

2.8.2

Indien het verzoek mede omvat het opstellen van een bestemmingsplan of een wijzigingsplan, wordt het bedrag in 2.8.1.1 en 2.8.1.2 verhoogd met de werkelijke kosten op basis van een projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan of een wijzigingsplan worden vastgesteld.

 
 

2.8.3

Indien een begroting als bedoeld in 2.8.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de 14de dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze 14de dag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 9Diversen

 
 

2.9.1

Overschrijving omgevingsvergunning

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor:

 
 
 

Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning op grond van artikel 2:25 van de Wabo:

72,95

 
 
 
 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 
 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

76,50

 
 
 
 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Horeca

 
 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

323,45

3.1.2

aan aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtingen/ of zedelijkheidseisen

76,50

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

76,50

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

76,50

3.1.5

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

76,50

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

150,75

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:30, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

76,50

3.1.8

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 
 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

35,65

3.2.2

Indien voor het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement een of meerdere overleggen moet worden gevoerd met externe partijen, zoals politie, brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van het bepaalde onder 3.2.1 een tarief verschuldigd van

545,65

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

35,65

 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

 
 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

3.3.1.1

tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

796,60

3.3.1.2

tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtings- en zedelijkheidseisen:

398,80

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

 
 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

3.4.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

76,50

3.4.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

76,50

3.4.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

76,50

3.4.4

tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

76,50

3.4.5

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

76,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

 
 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

3.5.1.1

tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel

 
 
 

5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor:

 
 
 

één dag

22,40

 

één maand

49,30

 

één jaar

403,50

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

 
 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening

76,50

Hoofdstuk 7 Kinderopvang

 

3.7.1

Het tarief betreft voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang (Wko) voor:

 
 

3.7.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum, peuterspeelzaal, voorziening gastouderopvang of een gastouderbureau

35,60

3.7.2

Toetsing GGD of GGD Advies

 
 
 

Verhoging in verband met de inspectie voor registratie in het landelijk register op grond van artikel 1.45 lid 3 Wko. Het tarief bedraagt:

 
 

3.7.2.1

voor de inspectie GGD van een kinderdagverblijf, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau

1.273,75

3.7.2.2

voor de inspectie GGD van een voorziening gastouderopvang

454,90

3.7.2.3

voor de inspectie van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van het kindercentrum reeds is geregistreerd in het landelijk register (LRKP) met de betreffende locatie

374,40

3.7.2.4

voor de inspectie van een voorziening gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van de voorziening reeds in het landelijk register (LRKP) is geregistreerd met de betreffende locatie of een andere locatie

181,95

3.7.3

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1.45 Wko, niet ontvankelijk wordt verklaard, bedraagt het tarief

35,60

 
 
 
 

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning,ontheffing of andere beschikking

 
 

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

76,50

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2020