Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden en marktpromotiegelden gemeente Kerkrade 2018

Geldend van 01-11-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden en marktpromotiegelden gemeente Kerkrade 2018

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

1. Markt: openbare koop en verkoop van roerende goederen, die op de daartoe aangewezen plaats wordt gehouden;

2. Staanplaats: een aan de belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt;

3. Vaste plaats: een staanplaats die per kalenderjaar of per seizoen ter beschikking wordt gesteld;

4. Dagplaats: een staanplaats, niet zijnde een vaste plaats, geldig voor de duur van een dag;

5. Seizoen: een deel van het jaar waarin een seizoensgebonden artikel wordt verkocht;

6. Dag: een periode van 24 aaneengesloten uren, aanvangende te 00.00 uur

Artikel 2. Belastbaar feit.

  • 1. onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het ter beschikking stellen van een staanplaats voor de uitvoering van de markthandel;

  • 2. onder de naam marktpromotiegeld worden rechten geheven voor collectieve consumenten wervende activiteiten en publiciteit door de stichting Marktpromotie gemeente Kerkrade.

Artikel 3. Belastingplicht.

De marktgelden en marktpromotiegelden worden geheven van degene aan wie een staanplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4. Heffingsgrondslag.

  • 1. De grondslag waarnaar de marktgelden worden geheven, is het aantal vierkante meter dat voor standplaatsen wordt ingenomen;

  • 2. Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor de berekening van de marktgelden voor een hele vierkante meter gerekend;

  • 3. De grondslag voor de marktpromotiegelden is het houderschap van een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats op een van de warenmarkten.

Artikel 5. Belastingtijdvak.

Voor zover het marktgeld per dag wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een dag.

Ingeval het marktgeld per maand wordt geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan een maand.

Artikel 6. Tarief marktgelden

  • 1.

    De marktgelden bedragen:

I

Voor de woensdag- en vrijdagmarkt:

a) voor een dagplaats, per marktdag en vierkante meter plaatsruimte of een gedeelte daarvan

€ 0,90

met een minimum van

€ 7,15

b)voor een vaste standplaats, per kalendermaand per vierkante meter plaatsruimte of gedeelte daarvan

€ 2,60

met een minimum van

€ 20,35

II

Het op grond van het bepaalde onder I verschuldigde marktgeld wordt vermeerderd met

a) voor de dagplaats, per marktdag

b) voor een vaste standplaats, per kalendermaand

€ 0,90

€ 3,95

III

Voor de zaterdagmarkt:

a) voor een dagplaats, per marktdag en vierkante meter plaatsruimte of een gedeelte daarvan

€ 3,95

met een minimum van

€ 31,55

b) voor een vaste standplaats, per kalendermaand per vierkante meter plaatsruimte of gedeelte daarvan

€ 7,00

met een minimum van

€ 56,00

IV

Het op grond van het bepaalde onder I verschuldigde marktgeld wordt vermeerderd met

a) voor een dagplaats, per marktdag

b) voor een vaste standplaats, per kalendermaand

€ 1,90

€ 7,90

  • 2.

    Voor de toepassing van de tarieven worden gedeelten van een dag of een maand voor een gehele dag, onderscheidenlijk een gehele maand gerekend.

Artikel 6a. Tarief marktpromotiegelden.

De marktpromotiegelden bedragen:

I

Voor de woensdagmarkt in Kerkrade-West:

Per maand

Voor de branches aardappelen, groenten en fruit, poelier, vis en zuivel

€ 15,00

Voor de overige branches

€ 5,00

II

Voor de vrijdagmarkt in Kerkrade-Centrum:

Voor de branches aardappelen, groenten en fruit, poelier, vis en zuivel

€ 15,00

Voor de overige branches

€ 5,00

III

Voor de zaterdagmarkt in Eygelshoven:

Voor de branches aardappelen, groenten en fruit, poelier, vis en zuivel

€ 25,00

Voor de overige branches

€ 15,00

Artikel 7. Wijze van heffing.

  • 1. Het marktgeld en marktpromotiegeld wordt geheven bij wijze van aanslag.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden de marktgelden, berekend naar de in artikel 6, eerste lid bedoelde dagtarieven, geheven bij wijze van schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8. Termijnen van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de bij aanslag geheven marktgelden en marktpromotiegelden worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. De bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven marktgelden dienen te worden voldaan op het moment van het in artikel 2 bedoelde ter beschikking stellen.

Artikel 9. Ontstaan belastingplicht.

  • 1. De bij wege van aanslag geheven marktgelden en marktpromotiegelden zijn verschuldigd bij aanvang van de maand of – zo dit later is – bij het in artikel 2 bedoelde ter beschikking stellen.

  • 2. De bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven marktgelden zijn verschuldigd bij het in artikel 2 bedoelde ter beschikking stellen.

Artikel 10. Kwijtschelding.

Bij de invordering van de marktgelden en marktpromotiegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden en marktpromotiegelden.

Artikel 12.Overgangsbepalingen, inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018” van 20 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van 1 november 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor genoemde datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 november 2018.

  • 3. De ingangsdatum van de heffing is 1 november 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening markt- en promotiegelden gemeente Kerkrade 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering van 26 september 2018.

De voorzitter van de raad, De griffier,

J.J.M. Som B.W.E. van der Wijst-Triepels