Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent subsidieregeling klimaatbestendige tuinen Subsidieregeling Tuin van de Toekomst Lansingerland 2018-2021

Geldend van 17-11-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent subsidieregeling klimaatbestendige tuinen Subsidieregeling Tuin van de Toekomst Lansingerland 2018-2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland;

gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Algemene subsidie verordening Lansingerland 2018;

gelet op het doel de aanleg van klimaatbestendige tuinen te stimuleren;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Tuin van de Toekomst Gemeente Lansingerland 2018-2021:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Aanvrager: in afwijking van artikel 1, aanhef en onder a van de Algemene subsidieverordening, een natuurlijke persoon danwel een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die een aanvraag indient in het kader van deze regeling;

  • b)

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Lansingerland 2018

  • c)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland;

  • d)

    Groen dak: onder een groen dak wordt verstaan een dak tenminste bestaande uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag;

  • e)

    Verharding: een vorm van bestrating die ertoe bijdraagt dat regenwater oppervlakkig afstroomt en niet in de grond kan inzijgen;

  • f)

    Waterdoorlatende verharding: een open verharding waarbij deels regenwater kan inzijgen in de onderliggende laag;

  • g)

    Waterelementen: elementen die bijdragen aan de (tijdelijke) opvang van regenwater;

  • h)

    Klimaat adaptieve maatregelen; maatregelen in de tuin waarmee hemelwater wordt opgevangen in de tuin en vertraagd wordt afgevoerd, aanvullend op vergroening;

  • i)

    Vergroening tuin: het deel van de tuin dat wordt ontdaan van verharding en wordt voorzien van groen en biodiversiteit, bestaande uit beplanting als gras, bloemen, heggen, struiken, bomen of een of meer onderdelen van voornoemd groen;

  • j)

    Subsidieontvanger: dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie als bedoeld in dit artikel onder a) na verlening van subsidie en ontvangst van de beschikking;

  • k)

    Subsidieplafond; het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op basis van deze regeling.

Artikel 2. Beleidsdoelstelling

Met deze subsidieregeling stimuleert het college de aanleg van klimaatbestendige tuinen, met als doel een bijdrage te leveren aan het verminderen van CO2-emissies door energiebesparing, het voorkomen van wateroverlast in het bebouwde gebied, het binden van fijn stof, het terugdringen van geluidshinder, het tegengaan van de opwarming van de buitenruimte en het verhogen van de biodiversiteit en woonkwaliteit. Het college heeft als doelstelling om met deze subsidieregeling oppervlaktes vergroening ten koste van verstening te realiseren op gemiddeld 30 adressen per jaar binnen de gemeentegrenzen van Lansingerland gedurende de looptijd van deze regeling.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten, die plaatsvinden in tuinen binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Lansingerland, in de periode van datum inwerkingtreding van deze subsidieregeling tot en met 31 december 2021.

Artikel 4. Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het nemen van de volgende klimaat adaptieve maatregelen en maatregelen tot vergroening van de tuin, met een duurzaam karakter:

    • a)

      Het vervangen van verharding (tegels) door (gevel)beplanting;

    • b)

      Het aanbrengen van waterdoorlatende verharding;

    • c)

      Het afkoppelen van de regenpijp eventueel in combinatie met het aanschaffen en in gebruik nemen van een regenton en/of een regenwaterschutting;

    • d)

      De aanleg van een groen dak;

    • e)

      De aanleg van waterelementen;

    • f)

      Het vervangen van een schutting door een groene erfafscheiding zoals een haag.

  • 2. Bijlage 1 bij deze subsidieregeling: ‘Lijst maatregelen Tuin van de Toekomst”, bevat een omschrijving van de wijze waarop deze activiteiten bijdragen aan de beleidsdoelstelling.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de materiaalkosten en kosten van de aanschaf van beplanting (inclusief btw) die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders direct noodzakelijk zijn en ten goede komen aan de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval:

    • a)

      kosten van arbeidsloon;

    • b)

      kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór indiening van de aanvraag;

    • c)

      kosten en eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte bouwmaterieel (zoals apparatuur en gereedschap).

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 375,-

  • 2. Per adres kan gedurende de looptijd van deze subsidieregeling maximaal éénmaal een subsidie worden toegekend.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Voor de verstrekking van subsidies is gedurende looptijd van deze subsidieregeling een bedrag beschikbaar van € 12.000,- per jaar.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  • 4. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar. Aanvragen die ook in dat jaar niet kunnen worden gehonoreerd wegens het bereiken van het subsidieplafond, worden geweigerd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 5. Van de hierboven beschreven verdelingsregeling kan naar het oordeel van het college op grond van bijzondere omstandigheden worden afgeweken.

Artikel 9. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het door het college verstrekte aanvraagformulier;

    De aanvraag vermeldt in ieder geval:

    • a)

      De naam en het adres van de aanvrager;

    • b)

      De contactgegevens en het IBAN banknummer van de aanvrager;

    • c)

      Een omschrijving met maatvoering en recente foto’s van de tuin in huidige staat (nulmeting);

    • d)

      Een opgave met ontwerp van de maatvoering voor vergroening en onderbouwing van klimaatbestendige maatregelen die worden getroffen;

    • e)

      Een begroting van de materiaalkosten, uitgesplitst naar subsidiabele activiteit (maatregel) zoals genoemd in artikel 4;

    • f)

      De wijze van aanleg en uitvoering van de maatregel.

    • g)

      De geplande startdatum van de uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Wanneer de aanvraag compleet is, wordt deze in behandeling genomen. Het college beoordeelt de aanvraag aan de hand van de verstrekte gegevens. Het college kan voorafgaand aan het te nemen besluit een steekproefsgewijze beoordeling van de nulmeting doen. Het college stelt de aanvrager schriftelijk op de hoogte van het besluit op de aanvraag.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9 van de Algemene subsidieverordening, ingediend uiterlijk acht weken vóór de geplande startdatum zoals genoemd in artikel 9 onder g. Aanvragen die na deze termijn worden ingediend, kan het college in behandeling nemen, waarbij onverminderd de beslistermijn van artikel 11 geldt.

Artikel 11. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de Algemene Subsidie verordening, binnen acht weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden zoals genoemd in artikel 11 van de Algemene subsidieverordening, kan het college de subsidie weigeren, intrekken of terugvorderen indien:

  • 1.

    De aanvrager niet voldaan heeft aan de voorschriften van deze regeling;

  • 2.

    De aanvraag is ingediend na 31 december 2021;

  • 3.

    De maatregelen waarvoor de subsidie is bedoeld niet uitgevoerd zijn binnen 6 maanden na verlening van de subsidie;

  • 4.

    Voor zover door het verlenen van de bijdrage het plafond van de stimuleringsregeling wordt overschreden.

Artikel 13. Besluit tot subsidieverlening

  • 1. Bij de verlening van de subsidie wordt getoetst of de aanvraag voldoet aan de regels uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening, de gemeentelijke beleidsdoelen en de regels van deze subsidieregeling.

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening bevat:

    • a)

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b)

      het maximumbedrag van de subsidie;

    • c)

      de wijze waarop de hoogte van de subsidie is bepaald;

    • d)

      de subsidievoorwaarden;

    • e)

      de wijze waarop verantwoording moet plaatsvinden;

    • f)

      de wijze waarop het subsidiebedrag wordt betaald;

    • g)

      de wijze waarop gekort wordt op de subsidie indien activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet worden uitgevoerd.

  • 3. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en het gebruik van de subsidie.

Artikel 14. Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is ten allen tijde zelf verantwoordelijk voor het aanvragen, verkrijgen van eventueel benodigde toestemming van de eigenaar, of eventueel benodigde (omgevings)vergunningen van overheidswege , die nodig zijn voor het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteit. Het verlenen van een subsidie betekent niet dat daarmee ook van overheidswege vergunning is verleend voor de betreffende activiteit.

Artikel 15. Verantwoording en definitieve vaststelling.

  • 1. In afwijking van artikel 16 van de Algemene subsidieverordening, neemt het college het besluit tot subsidievaststelling, nadat de activiteit waarvoor subsidie is verleend is verricht.

  • 2. De aanvrager moet binnen vier weken na het aanleggen van de werkzaamheden deze schriftelijk gereedmelden aan het college (aanvraag tot subsidievaststelling). De aanvrager moet bij de gereedmelding de volgende bescheiden meesturen:

    • a)

      Een kopie van de originele factuur en van de originele betaalbewijzen van de factuur. Facturen dienen zodanig gespecificeerd te worden dat subsidiabele en niet-subsidiabele kosten gemakkelijk te herleiden zijn.

    • b)

      Een overzicht waaruit duidelijk naar voren moet komen hoeveel nieuw m² groen is aangelegd;

    • c)

      Een foto van de eindsituatie van iedere maatregel, waarop zichtbaar is wat de verandering is ten opzichte van de beginsituatie.

  • 3. Het college stelt de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4. Betaling van het vastgestelde subsidiebedrag vindt plaats binnen vier weken nadat door of namens het college is vastgesteld dat de voorziening conform de goedgekeurde aanvraag is aangelegd en is vastgesteld wat de hoogte van het subsidiebedrag moet zijn.

  • 5. Door of namens het college kunnen steekproefsgewijs controles ter plaatse worden uitgevoerd.

Artikel 16. Gevallen waarin de regeling niet voorziet

In de gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het college kan van het bepaalde in deze regeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen. Toepassing hiervan wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 18. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking 1 dag na datum publicatie.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling tuin van de toekomst Lansingerland 2018-2021.

  • 3. Aanvragen tot verlening van een subsidie kunnen uiterlijk tot en met 31 december 2021 worden ingediend.

  • 4. Aanvragen tot vaststelling van een subsidie kunnen uiterlijk tot 1 juli 2022 worden ingediend.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van

30 oktober 2018,

Lucas Vokurka

Secretaris

Drs. Pieter van de Stadt

Burgemeester

Bijlage 1 Lijst maatregelen Tuin van de Toekomst

Tegels eruit – groen er in

Minder tegels in de tuin ofwel minder verhard oppervlak in de tuin heeft veel voordelen: onder andere kan het regenwater in de bodem wegzakken en het grondwater aanvullen.

Als het regenwater op beplante grond valt in plaats van op tegels, gaat het direct de grond in en het hoeft dan niet via een putje en het riool afgevoerd te worden. Dit helpt mee om wateroverlast op straat bij heftige regenbuien te voorkomen.

Betegelde tuinen worden in de zomer heel heet; het weghalen van tegels schept meer ruimte voor beplanting en het groen houdt de tuin koeler op hete zomerse dagen. Het weghalen van tegels biedt meer ruimte aan flora en fauna en natuurlijk bodemleven.

De juiste keuze van beplantingen kan bijdragen aan een grotere biodiversiteit; meer ruimte voor vlinders, insecten en vogels.

Waterdoorlatende verharding

Soms is verharding nodig, bijvoorbeeld bij het terras, tuinpaden en de oprit. Hier kan voor waterdoor-latende verharding gekozen worden.

Waterdoorlatende verharding heeft voordelen: het regenwater kan in de bodem wegzakken en het grondwater aanvullen. Het regenwater hoeft dan niet via een putje en het riool afgevoerd te worden. Dit helpt mee om wateroverlast op straat en in de tuin bij heftige regenbuien te voorkomen.

Ook maatregelen onder de verharding of terras, waardoor het waterbergend vermogen toeneemt, kunnen effectief zijn.

Regenpijp afkoppelen en regenwateropvang

Als je de regenpijp hebt afgekoppeld, kan je het regenwater opvangen en opslaan in een regenton. Door het water op te slaan, kan je het later gebruiken om bijvoorbeeld planten water te geven. Een regen-waterschutting is een regenwateropvang in de vorm van een schutting. De regenwaterschutting is verkrijgbaar in modules. Hierdoor is de buffercapaciteit voor regenwater uit te breiden.

De regenwaterschutting kan voorzien worden van een kraantje. En, het is mogelijk om de schutting aan te sluiten op de wc en/of de wasmachine. Het op deze manier gebruiken van regenwater is beter voor de wasmachine omdat regenwater minder kalk bevat.

Aanleg groen dak

Groene daken hebben veel positieve effecten. Ze bufferen regenwater, houden het eronder liggende vertrek koel, zorgen voor meer biodiversiteit, binden fijnstof en zien er aantrekkelijk uit. Groene daken zijn als het ware een verlengde van je tuin, maar dan op hoogte.

Een groen dak gaat niet samen met regenwateropslag om het zelf te kunnen gebruiken, omdat het groene dak het regenwater grotendeels zelf opneemt en niet afvoert.

Aanleg groene gevel

Groene gevels hebben veel voordelen. Ze beschermen het gebouw tegen de opwarming door de zon in de zomer en houden het koeler. In de winter kan de gevelbeplanting door het beperken van de wind het warmteverlies verminderen. Daarnaast vertragen ze de afvoer van regenwater naar het riool en bieden groene gevels ruimte aan flora en fauna.

Waterelementen

Waterelementen zoals vijvers, waterstromen of aangelegde watervalletjes, aangesloten op het hemelwater. Naast de opvang van regenwater, hebben ze door de grotere verdamping een verkoelend effect op de directe omgeving.

Groene erfafscheiding

Door de schutting te vervangen voor een groene erfscheiding, bijvoorbeeld een haag, wordt de biodiversiteit direct verbeterd. Ruimte aan de onderkant maakt het mogelijk voor de egel om weer van tuin naar tuin te gaan.