Regeling vervallen per 01-01-2019

Regeling functiewaardering gemeente Leek

Geldend van 03-05-1995 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-1994

Intitulé

Regeling functiewaardering gemeente Leek

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

B E S L U I T :

vast te stellen de Regeling functiewaardering gemeente Leek.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar : degene die door de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn;

  • b.

    functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem of haar door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen;

  • c.

    afdeling: gedeelte van de bestuursdienst waarbinnen een afgebakend geheel van werkzaamheden wordt verricht;

  • d.

    afdelingshoofd: het hoofd van de onder c. bedoelde afdeling;

  • e.

    waarderingscommissie: de commissie die tot taak heeft advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders over de vast te stellen rangorde van functies bij de bestuursdienst van de gemeente Leek;

  • f.

    bezwarencommissie: de commissie die tot taak heeft te onderzoeken of een bezwaar ingebracht tegen de vaststelling van een functie-inhoud, dan wel de vaststelling van de rangorde van functies gerechtvaardigd is en/of het functie-onderzoek volgens de vastgestelde procedure is verlopen;

  • g.

    conversie: het omzetten van de waarde van een functie in bezoldigingsniveau.

Artikel 2

  • 1. Van alle bij de gemeente Leek voorkomende functies wordt de plaats in de rangorde van functies vastgesteld volgens de methode van functiewaardering die als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid geldt niet ten aanzien van functies waarvan bezoldiging bij of krachtens wet of afzonderlijke regeling is vastgesteld.

Artikel 3

De procesbegeleiding van de functiewaardering berust bij het bureau Personeel & Organisatie van de bestuursdienst.

Hoofdstuk II De functiebeschrijving

Artikel 4

  • 1. Als basis voor de functiewaardering dienen de organieke functiebeschrijvingen zoals die door het college van burgemeester en wethouders, al dan niet gewijzigd, zijn vastgesteld.

  • 2. Per afdeling wordt door het afdelingshoofd nagegaan of deze beschrijvingen nog overeenstemmen met de op zijn/haar afdeling voorkomende verdeling van taken

  • 3. De beschrijvingen worden ten behoeve van de waardering aangevuld met hiervoor van belang zijnde specifieke gegevens.

  • 4. De functiebeschrijvingen worden ter beoordeling en voor akkoordverklaring aan de functievervuller voorgelegd. Hiertoe wordt aan de functiebeschrijving een persoonlijke bijlage toegevoegd. Op dit "mensblad" wordt de functievervuller in de gelegenheid gesteld een aanvulling op de functiebeschrijving te geven.

  • 5. Bij overeenstemming over de organieke beschrijving en de eventueel door de functievervuller vermelde aanvullende gegevens op de persoonlijke bijlage, tekenen zowel de functievervuller en het afdelingshoofd voor akkoord.

  • 6. Indien over de functiebeschrijving en de aanvulling in de bijlage geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de zaak, aangevuld met een advies van het bureau P&O, aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd, dat na het horen van de partijen hierin een beslissing neemt.

  • 7. Tegen de vaststelling van de functie-inhoud kan bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaar wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de bezwarencommissie, zoals genoemd in hoofdstuk IV, voorgelegd. Het bezwaar wordt afgehandeld overeenkomstig de procedure aangegeven in de artikelen 9, 10 en 11.

Hoofdstuk III De functiewaardering

Artikel 5

  • 1. Er is een waarderingscommissie, bestaande uit drie leden.

  • 2. In de waarderingscommissie hebben zitting:

    • a.

      de gemeentesecretaris, tevens voorzitter van de commissie;

    • b.

      het hoofd van de afdeling Middelen & Bestuursondersteuning, tevens secretaris van de commissie;

    • c.

      het afdelingshoofd van het personeelslid wiens functie wordt gewaardeerd.

  • 3. Aan de commissie worden als adviseurs toegevoegd:

    • -

      een externe functiewaarderingsdeskundige;

    • -

      de adviseur Personeel & Organisatie, tevens belast met de notulering.

  • 4. De in het tweede en derde lid genoemde ambtenaren zijn niet ter vergadering aanwezig als hun functie wordt gewaardeerd.

Artikel 6

  • 1. Ten behoeve van de waarderingscommissie worden door de externe adviseur, voorstellen tot indeling van de functies in hoofdgroepen en in secundaire factoren gemaakt, volgens het gemeentelijke functiewaarderingssysteem.

  • 2. Deze voorstellen worden, vergezeld van de functiebeschrijvingen, tenminste twee weken voor behandeling in de vergadering, aan de leden van de waarderingscommissie toegezonden.

  • 3. De waarderingscommissie stelt, met behulp van de voorstellen, een waarderingsadvies op voor burgemeester en wethouders.

  • 4. De adviezen van de waarderingscommissie worden schriftelijk vastgelegd.

  • 5. De waarderingscommissie brengt burgemeester en wethouders advies uit over de te hanteren conversietabel.

  • 6. De commissie voor georganiseerd overleg wordt over het in het vorige lid bedoelde advies gehoord.

  • 7. De leden van de waarderingscommissie, alsmede de adviseurs zijn verplicht tot geheimhouding van de waarderingsresultaten en de discussies die daartoe hebben geleid.

Hoofdstuk IV Het besluit

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders nemen aan de hand van het waarderingsadvies een beslissing omtrent de waardering en de inpassing in een salarisschaal van de ambtenaar en delen deze aan de betrokken ambtenaar mee, onder vermelding van de overwegingen en de termijn binnen welke de ambtenaar bezwaar tegen dit besluit kan aantekenen.

  • 2. Burgemeester en wethouders doen het hoofd van dienst, alsmede het afdelingshoofd van betrokkene een afschrift toekomen van de inpassing.

Hoofdstuk V De bezwarenprocedure

Artikel 8

  • 1. Er is een bezwarencommissie bestaande uit drie leden.

  • 2. In de bezwarencommissie hebben zitting:

    • a.

      een lid aan te wijzen door en niet uit het college van burgemeester en wethouders, niet deel uitmakend van de waarderingscommissie;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de in de commissie voor georganiseerd overleg vertegenwoordigende ambtenarenorganisaties, niet zijnde een werknemer van de gemeente Leek en niet zijnde een der in deze commissie zitting hebbende vertegenwoordigers van het hoofdbestuur van de organisaties;

    • c.

      een derde lid, aangezocht door de leden genoemd in dit lid onder a. en b., tevens voorzitter van de commissie.

  • 3. Door burgemeester en wethouders wordt een medewerker van het bureau Personeel & Organisatie als ambtelijk secretaris aan de commissie toegevoegd.

Artikel 9

  • 1. Belanghebbenden kunnen tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 4 lid 6 en artikel 7 lid 1 en artikel 12 lid 3, binnen 6 weken na de bekendmaking daarvan, bezwaar maken bij het college.

  • 2. Het bezwaar bedoeld in lid 1 schort de eerdergenomen beslissing op.

  • 3. De bezwarencommissie behandelt een bezwaarschrift wanneer alle leden aanwezig zijn.

  • 4. De bezwarencommissie brengt binnen 60 dagen na de indiening als bedoeld in lid 1, een schriftelijk en met redenen omkleed advies uit aan burgemeester en wethouders. Eventueel verschillende zienswijzen komen daarin tot uitdrukking.

  • 6. Op verzoek van de bezwarencommissie kunnen burgemeester en wethouders de in het vorige lid genoemde termijn met 30 dagen verlengen. In dat geval doet de secretaris van de bezwarencommissie hiervan mededeling aan de bezwaarde.

  • 7. Tenminste 10 dagen voor de behandeling van het bezwaarschrift in de commissie, worden alle daarop betrekking hebbende stukken door de secretaris in afschrift toegezonden aan de leden van de commissie, aan de ambtenaar, voor zover niet reeds in zijn bezit en aan diens eventuele raadsman. Het afdelingshoofd van de ambtenaar die het bezwaar heeft ingediend, ontvangt een afschrift van het bezwaarschrift.

  • 8. De ambtenaar die het bezwaar heeft ingediend wordt in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door de commissie ten einde zijn zienswijze kenbaar te maken. De ambtenaar kan zich daarbij doen bijstaan of laten vertegenwoordigen door een raadsman.

  • 9. Indien een van de leden van de commissie dit noodzakelijk oordeelt, kan de commissie informanten of deskundigen horen, dan wel schriftelijk informatie inwinnen.

  • 10. De vergaderingen van de bezwarencommissie zijn niet openbaar.

  • 11. De voorzitter, leden, ambtelijk secretaris, informanten en deskundigen zijn verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de overgelegde stukken en de beraadslaging daarover.

  • 12. De Algemene wet bestuursrecht (Algemene bepalingen over bezwaar en beroep) is op de bezwarenprocedure van toepassing.

Artikel 10

  • 1. Ten hoogste 3 weken nadat een bezwaarschrift door de commissie is behandeld, wordt het advies vastgesteld en aan burgemeester en wethouders verzonden. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en bevat een verslag van het horen.

Hoofdstuk VI De beslissing op het bezwaar

Artikel 11

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen twee weken na de ontvangst van het advies van de bezwarencommissie en doet hiervan schriftelijk mededeling aan de betrokken ambtenaar met vermelding van de argumenten die tot deze beslissing hebben geleid.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders doet een afschrift van het besluit toekomen aan zowel de voorzitter en leden van de waarderingscommissie, als de voorzitter en leden van de bezwarencommissie.

Hoofdstuk VII Herwaardering

Artikel 12

  • 1. Herwaardering van een functie kan slechts plaatsvinden indien de inhoud van de organieke beschrijving is gewijzigd in zodanige vorm, dat aangenomen mag worden dat de oorspronkelijke waardering niet meer van toepassing is.

  • 2. Indien van het gestelde in lid 1 sprake is wordt een tot herwaardering strekkend verzoek niet eerder in behandeling genomen, dan nadat een termijn van een jaar is verstreken sedert de laatst vastgestelde waardering, tenzij wijzigingen in de organisatie daartoe eerder nopen. Een verzoek tot herwaardering kan uitgaan van de medewerk(st)er maar kan ook plaatsvinden op initiatief van de organisatie.

  • 3. Indien een verzoek als bedoeld in het vorige lid niet wordt gehonoreerd wordt de zaak, aangevuld met een advies van het bureau P&O, aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd, dat na het horen van de partijen hierin een beslissing neemt.

Hoofdstuk VIII Invoering van de resultaten

Artikel 13

  • 1. De ambtenaar die op grond van de rangorde van functies en de daaraan verbonden conversie in een lagere salarisschaal zou moeten worden ingedeeld dan die waarin hij/zij is ingedeeld, blijft, met behoud van eventueel nog te verwerven periodieken, ingedeeld in de laatstbedoelde salarisschaal.

  • 2. De ambtenaar wiens functie in een hogere rang wordt ingedeeld dan de rang waarin hij/zij voordien was ingedeeld heeft, behoudens het bepaalde in artikel 3, lid 4 van de Bezoldigingsverordening Leek 1981, recht op inschaling overeenkomstig de vastgestelde hogere waardering.

  • 3. Aan het recht als bedoeld in het vorige lid, kan terugwerkende kracht worden verleend.

Hoofdstuk IX Slotbepalingen

Artikel 14

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet.

  • 2. Deze regeling, welke kan worden aangehaald als "Regeling functiewaardering gemeente Leek 1994", treedt in werking met ingang van en werkt terug tot 1 april 1994.

  • 3. Eveneens per 1 april 1994 wordt de Procedureverordening Functiewaardering Gemeente Leek, d.d. 22 februari 1983, ingetrokken.

Ondertekening

Leek, 4 april 1995.
Burgemeester en wethouders voornoemd:
mevrouw S. de Jong, burgemeesterdrs. J. de Noord, secretaris