Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld voor stand- of grondplaatsen op de wekelijkse warenmarkt 2018

1. De rechten bedragen voor elke marktdag of gedeelte daarvan voor het gebruik of genot van een stand- of grondplaats:

• a.

  per strekkende meter of een gedeelte daarvan € 1,51 met een minimum van € 4,21;

• b.

  als bijdrage in de algemene kosten van elektriciteitsvoorzieningen:

  • -

    minder dan zes meter stand- of grondplaats: € 1,08;

  • -

    zes meter of meer, doch minder dan acht meter stand- of grondplaats: € 1,29;

  • -

    acht meter stand- of grondplaats: € 1,51;

  • -

    voor elke volgende twee meter of een gedeelte daarvan stand- of grondplaats vermeerderd met € 0,21;

• c.

  bijdrage aan het reclamefonds: € 6,81.

2. voor het gebruik of genot van een stand- of grondplaats als standwerker geldt een bedrag gelijk aan het tarief zoals genoemd in dit artikel onder 1.a.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

• a.

  mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• b.

  schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

1. De Verordening marktgeld wekelijkse warenmarkt 2017 van 7 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening marktgeld wekelijkse warenmarkt 2018.