Regeling vervallen per 19-12-2022

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2022

Geldend van 17-12-2021 t/m 18-12-2022

Intitulé

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2022

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;

  • in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018 (ASVL);

  • gelet op de ASVL artikel 2;

  • gelet op de Gemeentewet artikel 156

BESLUITEN:

De volgende regeling vast te stellen:

Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2022

LUIDENDE:

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    De begripsbepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018 zijn overeenkomstig van toepassing op onderhavige regeling.

  • 2.

    In aanvulling op bovenstaand lid 1 gelden de onderstaande begripsbepalingen:

    • a.

      ASVL: Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018;

    • b.

      Regeling: de regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen’ 2022;

    • c.

      Kansen voor Kinderen 2: het door het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2021 vastgestelde Uitvoeringsprogramma Kansen voor Kinderen 2 2021- 2028;

    • d.

      IKC: definitie IKC zoals vastgelegd in Bijlage 2 van Kansen voor Kinderen 2 (2021-2028): Een IKC is een voorziening waar kinderopvang en onderwijs onder één dak gehuisvest zijn. Dit IKC biedt kinderen van 0 tot en met 12 jaar een totaalaanbod in zorg, cognitief, sociaal-emotioneel, cultureel en fysiek opzicht op basis van één pedagogische visie. Het aanbod wordt geïntegreerd aangeboden en komt tot stand op basis van één visie die op haar beurt voortkomt uit analyse van beschikbare data over doelgroep, wijk, ouders en kinderen die dit IKC bezoeken. Een IKC biedt kinderopvang en primair onderwijs in één doorlopende lijn. De aansturing geschiedt op basis van gelijkheidwaardigheid tussen onderwijs en kinderopvang. Ook IKC’s in oprichting vallen hieronder;

    • e.

      IKC in oprichting: onderwijsinstelling en kinderopvangorganisatie op één specifieke locatie hebben een gezamenlijk streven om te komen tot een IKC en hebben dit vastgelegd in een intentieverklaring. Een intentieverklaring beschrijft het gezamenlijk doel van partijen om op een specifieke locatie binnen een bepaalde termijn tot een gezamenlijk IKC te komen. In de intentieverklaring worden de overwegingen die tot de intentie hebben geleid opgenomen. Tevens staan hierin de volgende stappen die gezet gaan worden om de intentie verder uit te werken en tot het IKC te komen. Het vervolg hierop is een samenwerkingsovereenkomst tussen de onderwijsinstelling en de kinderopvangorganisatie.

    • f.

      Plus IKC’s: het betreft de volgende in Kansen voor Kinderen 2 genoemde IKC ’s in de gemeente Leeuwarden:

      • Montessori/Eestroom

      • Aventurijn

      • Plataan

      • Potmarge

      • Palet

      • Prins Maurits

      • Prins Constantijn

      • de Kinderkoepel

      • Franciscus

    • g.

      Basis IKC’s: alle resterende niet onder artikel 1 lid 2 sub f genoemde IKC ’s dan wel IKC ’s in oprichting in de gemeente Leeuwarden.

    • h.

      niet IKC’s: alle resterende basisscholen en locaties van kinderopvang in de gemeente Leeuwarden niet vallende onder artikel 1 lid 2 sub f en g.

    • i.

      Profiel: het op basis van de onder artikel 1 lid 2 sub d genoemde visie en analyse geformuleerde extra aanbod van een IKC. Het profiel komt tot uiting in een integraal profielplan waarin extra activiteiten worden aangeboden, naast, aansluitend en aanvullend op het reguliere lesprogramma. Dit betekent dat leerlingen een breder aanbod van activiteiten aangeboden krijgen. Dit aanbod dient bij te dragen aan de brede ontwikkeling van kinderen. Voor de praktische invulling van de profielen worden professionals ingezet, zoals (vak)leerkrachten.

    • j.

      IKC-Commissie: een door het college ingestelde commissie bestaande uit afgevaardigden van de schoolbesturen van het Primair Onderwijs en van organisaties voor Kinderopvang in de gemeente Leeuwarden, een voorzitter, niet behorend tot eerder genoemde organisaties en een onafhankelijk pedagoog/onderwijsdeskundige.

    • k.

      Voorschool: voorziening voor opvang en (voorschoolse) educatie van peuters (2 tot 4 jaar)

    • l.

      Vroegschool: voorziening voor (vroegschoolse) educatie voor kleuters (groep 1 en basisschool)

    • m.

      Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Rijksmiddelen bestemd voor het nemen van maatregelen gericht op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID-19 in te lopen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die scholen nemen (Ministerie van OC & W d.d. 30 september 2021, nr. KO/28085678)

Artikel 2 Doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel om middelen beschikbaar te stellen aan

  • 1.

    Plus IKC’s

  • 2.

    Basis IKC’s dan wel IKC’s in oprichting en

  • 3.

    Niet IKC’s

ten behoeve van het verminderen van ongelijkheid, verbeteren van kwaliteitsonderwijs/opvang en het bevorderen van goede gezondheid en welzijn van kinderen conform het Uitvoeringsprogramma Kansen voor Kinderen 2 en het inhalen van onderwijsvertragingen als gevolg van COVID-19.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 4 Aanvragen

  • 1.

    De directie van een onder artikel 2 lid 1 en 2 genoemd IKC vraagt namens het bevoegd gezag een subsidie aan voorzien van de bijlagen, genoemd in het vijfde lid.

  • 2.

    Aanvragen voor niet IKC ‘s genoemd in artikel 2 lid 3 worden door het bevoegd gezag door middel van een verzamel aanvraag ingediend.

  • 3.

    De onder lid 1 en 2 genoemde aanvragen dienen door de desbetreffende directie voor 12 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft bij het college te worden ingediend.

  • 4.

    De onder lid 1 en lid 2 genoemde aanvragen dienen hetzij schriftelijk hetzij digitaal te worden ingediend met gebruikmaking van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 5.

    Bij de onder lid 1 genoemde aanvraag worden onderstaande bijlagen aangeleverd:

    • a.

      Een schriftelijke toelichting van de directeur van het IKC met daarin minimaal:

      • de visie van het IKC;

      • een analyse van de wijk/populatie van het IKC gebaseerd op de gemeentelijke jeugdmonitor en verdere statistische gegevens;

      • het hieruit voortvloeiende profiel van het IKC;

      • de praktische vertaling van het profiel in extra onderwijstijd;

      • de onder artikel 1 lid 2 sub e van deze regeling genoemde intentieverklaring dan wel een samenwerkingsovereenkomst;

      • een overzicht voor welke activiteiten passend binnen de voorwaarden van het Nationaal Programma Onderwijs subsidie wordt aangevraagd;

      • facultatief kan een extra deelaanvraag worden ingediend voor een innovatief plan ter bevordering van de IKC ontwikkeling in brede zin. Dergelijke deelaanvragen kunnen alleen gehonoreerd worden met toepassing van artikel 7 lid 3;

      • de plus IKC’s leveren tevens een lange termijn visie aan gekoppeld aan de geformuleerde resultaatafspraken alsmede een omschrijving van de wijze waarop de aanvraag een bijdrage levert aan de talentontwikkeling van kinderen, het vergroten van kansen voor kinderen in armoede, de ontwikkeling van het jonge kind en het verminderen van taal- en rekenachterstanden.

    • b.

      Een gespecificeerde begroting, rekening houdend met:

      • Een maximum uurtarief van € 58,14 voor de inzet van gespecificeerde leerkrachten dan wel extern ingehuurde professionals. Indien de inzet van reguliere leerkrachten mogelijk is verdient dit de voorkeur.

      • Een maximum van 10% noodzakelijke scholingskosten binnen het uurtarief voor de inzet van gespecificeerde leerkrachten dan wel extern ingehuurde professionals.

      • Een maximum van 20% van het totale aanvraagbedrag voor materiaalkosten, coördinatie, (bij)scholing en/of extra overleg dat nodig is voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

      • Een minimum van 80% van het totale aanvraagbedrag voor de inzet van leerkrachten c.q. andere professionals.

      • Een maximum van 40% voorbereidingstijd bij de inzet van de leerkrachten of andere professionals.

    • c.

      Uit de aanvraag moet blijken dat er een inhoudelijke samenwerking is tussen onderwijs en opvang met betrekking tot de uitwerking van de aanvraag op de locatie waar de aanvraag voor ingediend wordt. Dit dient aangevuld te worden met de in artikel 1 lid 2 sub d genoemde intentieverklaring. Indien de aanvrager voor het desbetreffende IKC reeds twee maal eerder op grond van de subsidieregeling Kansen voor Kinderen een subsidie is toegekend dient bij de aanvraag een door de onderwijsinstelling en kinderopvangorganisatie ondertekende samenwerkingsovereenkomst te worden overlegd.

    • d.

      Bij de onder lid 2 genoemde aanvragen dient een overzicht gevoegd te worden om welke basisscholen dan wel kinderopvanglocaties het gaat en voor welke activiteiten passend binnen de voorwaarden van het Nationaal Programma Onderwijs subsidie wordt aangevraagd alsmede een begroting van de geraamde kosten.

  • 6.

    De aanvraag bedoeld in lid 1 dient voorzien te zijn van:

    • a.

      Een handtekeningen van de aanvrager bedoeld in lid 1, van de bovenschoolse directie van het desbetreffende IKC, van de leiding van de desbetreffende kinderopvangorganisatie, van de voorzitter(s) van en namens de medezeggenschapsraad van de school en/of de oudercommissie van de kinderopvang, waarmee zij aangeven in te stemmen met de subsidieaanvraag en het betreffende profielplan.

    • b.

      Een handtekening ‘voor gezien’ van de teamleider van het Sociaal Wijkteam (SWT) in de eigen wijk op het profielplan waaruit blijkt dat het SWT op de hoogte is van het profielplan.

  • 7.

    De aanvraag bedoeld in lid 2 dient ondertekend te worden door het desbetreffende bevoegd gezag.

Artikel 5 IKC-commissie

  • 1.

    Voordat een besluit wordt genomen over een subsidieaanvraag wordt advies gevraagd aan de IKC-commissie.

  • 2.

    De IKC-commissie toetst de subsidieaanvraag aan de regeling.

  • 3.

    De inrichting en werkwijze van de IKC-commissie wordt geregeld in een reglement.

Artikel 6 Procedure

  • 1.

    Uiterlijk 4 weken na de in artikel 4 lid 3 van de regeling genoemde indieningstermijn worden aanvragen, mits zij voldoen aan de eisen opgenomen in artikel 4 van de regeling, ter advisering voorgelegd aan de IKC-commissie.

  • 2.

    Aan de plus IKC ‘s kan maximaal een subsidie van € 350,- per kind verleend worden plus een vast bedrag van € 10.000,- per IKC. Voor de basis IKC ’s bedraagt het maximum subsidiebedrag € 115,- per kind plus een vast bedrag van € 5.000,- per IKC. Het betreft het aantal kinderen van 2 jaar en ouder dat per teldatum 1 oktober 2021 het desbetreffende IKC bezoekt. De bedragen per kind zijn inclusief een bedrag van € 43,92 per kind voor het NPO deel. Dit is tevens het maximale bedrag wat voor deze deelaanvraag per kind mag worden toegekend.

  • 3.

    Voor de onder artikel 2 lid 3 genoemde niet IKC ‘s kan maximaal een bedrag van € 43,92 per kind worden verstrekt. Het betreft het aantal kinderen van 2 jaar en ouder wat de betreffende locatie per teldatum 1 oktober 2021 bezoekt.

  • 4.

    Alvorens de IKC-commissie advies aan het college uitbrengt, worden indieners van de aanvragen uitgenodigd bij de IKC-commissie om een presentatie te geven en de aanvraag mondeling toe te lichten.

  • 5.

    De commissie geeft na de presentaties een advies aan het college over de aanvragen.

  • 6.

    Voor 1 mei voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft adviseert de IKC-commissie het college over de desbetreffende aanvraag.

  • 7.

    Uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft beslist het college op de aanvraag.

Artikel 7 Beoordeling van de ingediende profielplannen

  • 1.

    Om voor subsidie genoemd in artikel 4 lid 1 in aanmerking te komen moet voldaan worden aan onderstaande voorwaarden:

    • a.

      Extra: het budget kan niet worden ingezet om het reguliere onderwijscurriculum te financieren. Het gaat om extra aanbod wat naast, aansluitend en aanvullend op het reguliere onderwijscurriculum wordt ingezet. Dit extra aanbod mag geen substitutie zijn van het reguliere aanbod.

    • b.

      Integraal: er moet sprake zijn van aantoonbare integrale samenwerking tussen onderwijs en opvang met betrekking tot de uitwerking van het profielplan op de locatie waar de aanvraag voor wordt ingediend.

    • c.

      Intensief: het extra aanbod bestaat uit een programma wat frequent en met aandacht wordt uitgevoerd.

    • d.

      Aansturing: er is sprake van gelijkwaardigheid tussen onderwijs en opvang bij de aansturing van het IKC.

    • e.

      Professionals: de uitvoering van het extra aanbod wordt verzorgd door daarvoor gekwalificeerde professionals.

    • f.

      Educatief partnerschap: de manier waarop en de mate waarin ouders betrokken zijn bij de educatie, is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind. Ouders, medewerkers en directie van een IKC dienen derhalve gezamenlijk op te trekken bij de uitvoering van het profielplan.

    • g.

      Voor de plus IKC ’s gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

      • Domeinen: het extra aanbod valt binnen één of meer van de volgende domeinen: cognitie, sociaal- emotioneel, cultuur of sport en moet bijdragen aan talentontwikkeling, het vergroten van kansen voor kinderen in armoede, de ontwikkeling van het jonge kind en het verminderen van taal- en rekenachterstanden.

      • Lange termijn visie: de lange termijn visie van een plus IKC is in overeenstemming met de geformuleerde resultaatafspraken.

      • Versterken pedagogisch-educatieve werkwijze: uit de aanvraag moet duidelijk blijken op welke wijze door extra personele inzet op de vroegschool de afstemming van de pedagogisch-educatieve werkwijze van voor- en vroegschool verbeterd wordt.

    • h.

      Voor de (deel)aanvragen voor NPO-middelen geldt de volgende voorwaarde. Deze aanvragen dienen gericht te zijn op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID-19 in te lopen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die de betrokken organisaties zelf nemen. Het gaat om de volgende maatregelen:

      • het nemen van (bovenschoolse) maatregelen gericht op het inhalen van onderwijsvertragingen bij kinderen opgelopen door COVID-19;

      • maatregelen om de vertraging die als gevolg van COVID-19 is ontstaan in de voorschoolse periode in te lopen voor kinderen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie;

      • maatregelen gericht op zorg en welzijn in de school of in verlengde leertijd en extra beschikbaarheid van zorg op school om vertragingen op sociaal en emotioneel vlak als gevolg van COVID-19 in te halen;

      • het bevorderen van lokale (en regionale) samenwerking tussen schoolbesturen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs, en andere lokale partijen ten behoeve van de aanpak van COVID-19 vertragingen en een integrale ondersteuning van jongeren op sociaal, emotioneel, executief en cognitief vlak;

      • het betrekken van (dreigende) thuiszitters bij de aanpak van het inlopen van vertragingen als gevolg van COVID-19, zowel thuiszitters met (langdurig) relatief verzuim als de groep thuiszitters met absoluut verzuim;

      • kosten voor tijdelijke extra huur van huisvesting indien deze extra huisvesting nodig is voor de uitvoering van maatregelen die scholen of gemeenten in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs nemen.

  • 2.

    Indien er sprake is van overschrijding van het onder artikel 3 genoemde subsidieplafond adviseert de commissie aan de hand van de aanvragen en presentaties over de rangorde van de aanvragen. De prioritering bij overschrijding van het subsidieplafond is als volgt:

    • a.

      (deel)aanvragen NPO

    • b.

      aanvragen plus IKC’s

    • c.

      resterende aanvragen op basis van een door de IKC commissie te bepalen score per aanvraag op de hiervoor onder artikel 7 lid 1 sub a tot en met f genoemde punten. De maximale score voor de daarin genoemde onderdelen a, c, d en e, bedraagt 3 punten. Voor de onderdelen genoemd onder b en f bedraagt de maximale score 6 punten.

  • 3.

    (Deel)aanvragen voor NPO-middelen krijgen voorrang bij de toekenning van subsidie. De resterende aanvragen worden geprioriteerd volgens een door de IKC commissie te bepalen score per aanvraag op de hiervoor onder artikel 7 lid 1 sub a tot en met f genoemde punten. De maximale score voor de daarin genoemde onderdelen a, c, d en e, bedraagt 3 punten. Voor de onderdelen genoemd onder b en f bedraagt de maximale score 6 punten.

  • 4.

    Indien het beschikbare budget op grond van het in artikel 3 genoemde subsidieplafond niet geheel benut wordt kunnen er extra bijdragen worden verstrekt voor de in artikel 4 lid 5 sub a genoemde innovatieve deelaanvragen. De IKC-commissie adviseert over de prioritering van de verschillende deelaanvragen op basis van de hoogte van het innovatiegehalte. Hoe hoger het innovatiegehalte des te hoger de prioriteit. Een tweede beoordelingscriterium is de toepasbaarheid van de innovatieve deelaanvraag op andere IKC’s.

Artikel 8 Verantwoorden en vaststellen en verplichtingen

  • 1.

    Voor de wijze van verantwoording en vaststelling zijn de bepalingen hierover in de ASVL van toepassing.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk 12 weken na afloop van de subsidieperiode te worden ingediend. Daarbij dient gebruik te worden gemaakt van een daarvoor ontwikkeld format.

  • 3.

    Gedurende de subsidieperiode dienen de IKC’s waaraan subsidie is verleend op creatieve wijze aan een delegatie te tonen hoe de subsidiemiddelen op de locatie worden besteed. Aan deze locatiebezoeken zullen op uitnodiging van de gemeente afwisselend ambtenaren, raadsleden en/of wethouders en andere belangstellenden deelnemen. Het IKC kan het moment hiervoor zelf bepalen maar de bezoeken dienen plaats te vinden binnen de subsidieperiode.

  • 4.

    IKC’s en niet IKC ‘s die een subsidie op grond van deze regeling hebben ontvangen dienen hun medewerking te verlenen aan evaluaties, effectmetingen en kennisuitwisseling van de regeling wanneer hen dat gevraagd wordt.

  • 5.

    De commissie doet aanbevelingen die erop gericht zijn dat de IKC’s van elkaar leren met betrekking tot het opstellen van profielplannen en het uitvoeren daarvan.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college. Het college kan van de bepalingen van deze regeling afwijken als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10 Citeertitel, inwerkingtreding en duur

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling subsidie ‘Kansen voor Kinderen 2022’. De regeling treedt in werking 1 dag na publicatie en is voor het eerst van toepassing op aanvragen voor het schooljaar 2022 - 2023.

Ondertekening