Regeling vervallen per 19-12-2013

Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey

Geldend van 15-01-2010 t/m 18-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey

Het college van Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg;

Gelet op artikel 22 van de Beheersverordening begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2010;

Besluit:

Vast te stellen de “Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey”

Artikel 1 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning tot het hebben van een grafbedekking moet schriftelijk worden aangevraagd bij de beheerder van de begraafplaats.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van grafbedekking behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op de werktekening moet ten minste staan:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen van het gedenkteken;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van de te gebruiken materialen voor het gedenkteken;

    • c.

      hoe en waar de letters/overige tekens op het gedenkteken worden aangebracht;

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop:

    • e.

      het gewicht van het gedenkteken als het een zwerfsteen of kei betreft;

    • f.

      een overzicht van de blijvende beplanting met daarop de soort, aantal en plaats op het graf.

Artikel 2 Gedenkteken

  • 1. Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt. Onder duurzame materialen worden verstaan: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die

    • a.

      van nature of door een speciale behandeling zo weerbestendig en onderhoudsvrij mogelijk zijn:

    • b.

      niet breukgevoelig zijn.

  • 2. Het gedenkteken moet veilig en schadeloos verplaatst kunnen worden. Daarom moet(en):

    • a.

      alle onderdelen van het gedenkteken stevig met elkaar verbonden zijn;

    • b.

      de staande steen met RVS-doken op de fundering bevestigd worden;

    • c.

      lijm (voor zijkanten of kleine, losse onderdelen) gebruikt worden die duurzaam houdt.

  • 3. Afmetingen gedenkstenen

    Tabel afmetingen gedenkstenen

  • 4. In plaats van een opstaand deel van een gedenkteken zoals bedoeld in het derde lid kan gekozen worden voor één zwerfsteen of kei.

    • a.

      met een gewicht van ten minste 100 kilogram en ten hoogste 400 kilogram;

    • b.

      de breedte van de zwerfsteen of kei mag niet meer bedragen dan de breedtemaat van het opstaand deel als bedoeld in de tabel in het derde lid;

    • c.

      de dikte mag niet meer bedragen dan 40 centimeter.

  • 5. Alle gedenktekens dienen - voor zover van toepassing - minstens 35 centimeter vanaf de rand van het aanliggende pad te zijn geplaatst.

  • 6. Een naamplaatje van de maker van het gedenkteken mag uitsluitend aan de achterzijde van het gedenkteken worden aangebracht; een dergelijk plaatje dient te zijn vervaardigd van weerbestendig materiaal en mag maximaal 5 cm² groot zijn.

Artikel 3 Eenjarige beplanting en losse bloemen

  • 1. Het is toegestaan op een algemeen of particulier graf losse bloemen te leggen.

  • 2. Op een algemeen (kinder)graf mag geen eenjarige beplanting worden aangebracht.

  • 3. Op een particulier graf mag eenjarige beplanting worden gezet. De beplanting op het graf mag bij volle wasdom niet hoger zijn dan 50 cm en moet binnen de grenzen van het graf blijven.

  • 4. Rond een urnenkelder mag eenjarige beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom de heg niet raken en niet hoger zijn dan 50 cm.

  • 5. Bij een plaats in de urnentuin is eenjarige beplanting niet toegestaan.

Artikel 4 Blijvende beplanting

  • 1. Op en rond de algemene (kinder)graven mag geen blijvende beplanting worden aangebracht.

  • 2. Op een particulier graf mag blijvende beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom niet hoger zijn dan 50 cm en moet binnen de grenzen van het graf blijven.

  • 3. Rond een urnenkelder mag blijvende beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom de heg niet raken en niet hoger zijn dan 50 cm.

  • 4. Bij een plaats in de urnentuin is blijvende beplanting niet toegestaan.

Artikel 5 Losse elementen

  • 1. Het is niet toegestaan tuinelementen zoals hekjes, gaasrasters, tegels, grind en dergelijke op en rond de graven te gebruiken of te plaatsen. Dergelijke voorwerpen zullen direct door de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 2. De ruimte achter de staande steen moet leeg blijven. Er mogen daar geen voorwerpen worden neergelegd. Eventueel toch aanwezige voorwerpen zullen door de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 6 Losse voorwerpen in of bij een urnennis

  • 1. In een urnennis mogen geen losse voorwerpen gezet worden. Eventueel toch aanwezige voorwerpen zullen direct worden verwijderd door de beheerder, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 2. Het is verboden lege nissen als opslagruimte te gebruiken.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na de dag van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2010. Zij kunnen worden aangehaald als “Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey”.

  • 2. Op de in het eerste lid bedoelde datum vervallen de “Nadere regels grafbedekking” zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 7 oktober 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 5 januari 2010
G.Brinkman, MBA drs. J.W. van der Sluijs
secretaris burgemeester